Nieuws

Jeline Vandromme: niet op de schoolbanken, wel in de tweede ronde van de U.S.Open

Met een 7-6, 7-6-zege op het vijftienjarige toptalent Ksenia Efremova startte Jeline Vandromme sterk aan haar avontuur op de U.S.Open. “Ik ben heel blij met deze zege”, glimlachte de Brugse die met heel de familie geniet van het weekje New York.  

“Ik wist dat het een pittige loting was”, zei Jeline Vandromme op het Billy Jean King Tennis Centre. “De eerste keer dat ik tegen haar heb gespeeld, heb ik verloren. Zij heeft bovendien al twee 15.000 dollar-tornooien op haar naam staan en het is duidelijk dat ze een opkomend talent is. Ik ging wel uit van mijn eigen sterkte. In het begin was het nog wel wat zoeken maar in de tweede set voelde ik wel dat ik de bovenhand kon nemen. Die eerste tiebreak was wel heel spannend, waarbij ik enkele setpunten heb moeten redden. Het was heel close uiteindelijk maar ik ben tevreden met hoe ik heb kunnen afsluiten.” Zoals wel vaker gebeurt in juniorenwedstrijden schommelde het niveau tussen fantastisch en rommelig, met dit gegeven dat deze twee jonge dames op hun best echt wel heel goed kunnen tennissen. “Zoals ik al zei was het in het begin even aftasten, met de baan en het publiek”, aldus de zeventienjarige Vandromme. “Maar ik ben gegroeid in de wedstrijd en op het eind van was ik best tevreden met mijn spelpeil.”

De Belgische topjunior is ondertussen opgeklommen naar de zevende plaats op de wereldranglijst en staat ook geboekt als vijfde reekshoofd op deze U.S.Open. Dat schept wel wat verwachtingen. De tijd dat ze onder de radar meedeed op Roland Garros en Wimbledon is wel wat voorbij. “Ik voel daar nochtans geen extra druk door”, meende Vandromme. “Ik kijk niet te veel naar de rankings. En iedere tegenstandster kan hier heel goed tennissen. Uiteraard wil ik wel zover mogelijk geraken maar ik mag niet vergeten dat het mijn eerste U.S.Open is, net zoals op Roland Garros en Wimbledon.” Onze landgenote mocht wel al enkele handtekeningen zetten na afloop van haar eerste ronde. “Dat is wel fijn”, lachte ze. “In Parijs had ik dat ook al gedaan. Maar dat is altijd leuk. En er zaten ook enkele Belgen op de tribunes. En mijn familie is er hier ook bij, wat voor extra steun zorgt. Super.”

Vandromme speelde al eerder in Amerika, onder andere de Orange Bowl in Florida, maar dit is wel haar eerste uitje naar New York. “We zijn al één keer naar Times Square geweest”, grinnikte de West-Vlaamse tiener. “Het was er druk, met heel wat hoge gebouwen. Maar wel leuk om eens iets anders te zien dan Europa en een andere cultuur te leren kennen en andere sfeer op te snuiven.” Zeker omdat Vandromme eigenlijk vandaag aan haar laatste jaar Latijn-Wetenschappen in Het Sint-Andreaslyceum in Brugge had moeten beginnen. “Ja, de school”, lachte ze. “Volgende maandag ben ik  weer paraat, hoor. Maar deze week nog even niet.”

Vandromme speelde in de zomer enkele ITF-tornooien voor eigen volk. “Dat vind ik superleuk”, glunderde ze. “Ik vind het fijn om voor een thuispubliek aan te treden. Jammer genoeg ben ik niet heel ver geraakt (Twee keer tweede ronde, één keer eerste ronde). Ik ga de volgende keer wat beter mijn best doen. De loting was niet heel makkelijk maar ik had wel het gevoel dat ik er iets meer had kunnen uithalen. Sowieso was het goed om die paar proftornooien te spelen, het heeft me toch veel bijgeleerd, en om nu dan terug te keren bij de junioren.” Een combinatie die ze ook de volgende maanden gaat doortrekken, met als eerstvolgende afspraak het Europese kampioenschap voor juniors. “Ik heb dit jaar toch een snelle evolutie gemaakt, zeker qua ranking”, analyseerde Vandromme alvast haar seizoen tot nu toe. “Ik vind het alleszins heel leuk om op zo’n hoog niveau (grandslamtornooien) te spelen en ook bij de volwassen al aan de slag te gaan. Daardoor kan ik ook meegroeien met die evolutie. Maar het gaat allemaal wel vrij snel.” Net als het leven in New York, een trip die de familie Vandromme als een mini-vakantie heeft ingeboekt. “Maar tegelijk hopen we natuurlijk dat ik het zolang mogelijk uitzing op de U.S.Open, hè”, knipoogde de blonde benjamin. Finale dan maar? “Dat zou mooi zijn”, lachte ze. “Dat is het doel.”  

Elise Mertens: “Ik ben terug op de iets betere weg”

Zeer verdienstelijk, die 2-6, 4-6-nederlaag van Elise Mertens (WTA 35) tegen de finaliste van vorig jaar Aryna Sabalenka (WTA 2). “Ik heb acht breakpunten gehad maar nooit echt een kans”, moest de Limburgse toegeven. Monastir en de Aziatische tournee, met een nieuwtje, zijn de volgende afspraken.

Aryna Sabalenka is op een missie. In haar laatste zeven grandslamtornooien – Wimbledon speelde ze dit jaar niet omwille van een schouderblessure – sneuvelde ze nooit voor de kwartfinale. En die reeks wilde de Australian Open-winnares niet ten einde laten komen in New York. Ze was sterk en zelfs heel sterk telkens ze op achterstand kwam in een game. Acht breakpunten wist een goed spelende en fel aanklampende Elise Mertens desalniettemin te forceren. Sabalenka werkte ze één voor één, en onhoudbaar, weg. “Ik heb eigenlijk wel een goede wedstrijd gespeeld”, wist ook Mertens. “Op die breakpunten heb ik niet veel kunnen doen. Er volgde ongelooflijke opslagen, soms zelfs op tweede service. Ze nam telkens het risico en het heeft geloond voor haar.”

Het tennis van Sabalenka is natuurlijk meer dan pure power. Dat zag je in de tweede set toen haar opslagpercentage zakte en Mertens dus iets meer ademruimte kreeg. “Ik heb daarbij geprobeerd haar tweede opslagen aan te pakken, om zelf druk te zetten”, zei ze. “Maar als zij dan opeens zo een donderslag produceert, uit het niets, dan kan je daar, ook tactisch, weinig aan doen. Ze is bovendien veel stabieler geworden in haar tennis. Ook haar forehand, die vroeger nog wel eens shaky kon zijn. Ze is niet voor niets nummer twee van de wereld, hè. Het is jammer, ik heb kansen gehad maar tegelijk geen kans gekregen om die kansen om te zetten.”

Haar veertiende tweede week op een grandslamtornooi is wel wat Mertens gaat onthouden van deze U.S.Open. “Dat is goed. Mijn niveau is ook gegroeid in het tornooi. Ik heb alleszins het gevoel dat ik nog altijd wel iets in mijn mars heb. Hopelijk kan ik hierop bouwen en dit doortrekken naar de volgende weken en maanden.” Dat wordt te beginnen het WTA 250-tornooi van Monastir, waar Mertens haar titel verdedigt, en dan de Chinese toptornooien in Peking en Wuhan. Daar heeft ze alvast iets om naar uit te kijken. “Ik ga opnieuw dubbelen met Demi Schuurs, omdat Su-Wei Hsieh en haar partner (Luisa Stefani, red) niet naar Azië gaan. Nu hier in New York was mijn dubbelprestatie niet echt top. Su-Wei heeft ook wat moeite op dit moment en ik had alles op het enkelspel gezet, en totaal geen dubbeltraining ingelast. Waardoor ik een beetje verloren liep op de baan. Nu, het is jammer dat het dubbel momenteel niet werkt maar ik heb natuurlijk liever dat ik het goed doe in het enkelspel, dat ik daar de vierde ronde haal. Ik ben dan ook niet zo teleurgesteld door die nederlaag in het dubbel, ik heb veel energie uitgespaard. Mijn prioriteit ligt duidelijk nog bij het enkelspel waar ik voel dat ik terug op de iets betere weg ben.”  

Joachim Gérard: “Ik ben hier kapot van, niet omwille van het verlies, maar vooral omdat ik er niet van genoten heb”

Vreemde wedstrijd op baan veertien van Roland Garros, waar de tribunes vol Franse, maar ook nogal wat Belgische, supporters gevuld waren. Vanaf de opwarming voelde je al de spanning bij Joachim Gérard (ITF 8) en Gaetan Menguy (ITF 21).

Derde keer dat de twee Franstalige spelers elkaar in de ogen keken waarbij Joachim Gérard erg makkelijk de twee vorige ontmoetingen op zijn naam had geschreven. Maar als nel had iedereen door dat de taak vandaag heel wat moeilijker zou worden voor de beste Belgische rolstoeltennisser, zo matig begon hij aan de partij. En ondanks de winst van de eerste set zou Gérard jammer genoeg nooit helemaal vrijuit kunnen spelen.

Wat dus uiteindelijk resulteerde in een spijtige 6-3, 3-6, 6-7-nederlaag. Een verliespartij waar geen overtuigende uitleg voor is. Gérard zelf zag verschillende aspecten die niet liepen zoals verwacht. “Ten eerste ben ik al een beetje nerveus de baan opgekomen”, gaf hij toe. “Net zoals mijn tegenstander trouwens. Ik heb me daarna wel een beetje kunnen kalmeren maar ik had toch emoties die me eerder ongemakkelijk deden voelen. Ik had moeite om daarmee om te gaan in mijn hoofd en ik heb ze ook niet kunnen loslaten voor het einde van de match. Ik heb bovendien ook de mentale tools, aangereikt door mijn mental coach, niet kunnen gebruiken. Ik ben dus achter de feiten blijven aanlopen en ben zo nooit echt in de wedstrijd geraakt.”

Nochtans haalde Gérard wel de eerste set binnen. En dat ondanks een erg magere start. Daar had hij toch wat vertrouwen kunnen tanken? “Nadat ik die eerste set had gewonnen had je kunnen denken dat het zwaarste achter de rug was”, zuchtte hij. “Maar zo werkt tennis natuurlijk niet. Daar is het pas gedaan als het laatste punt binnen is. Ik voelde dan ook dat de match nog zou kunnen kantelen. Vooral ook omdat Gaetan zich kwetsbaar had getoond in die eerste set, met nogal wat dubbele fouten. In de tweede set is hij dan beter beginnen serveren en heeft hij zich ook agressiever getoond. Terwijl dat bij mij allesbehalve het geval was.” Dat gecombineerd met de uitstekende backhand van de Fransman maakte uiteindelijk het verschil. “Zijn backhand, zijn forehand, zijn opslag, hij was gewoon completer dan mij vandaag”, wist Gérard. “Hij heeft zijn spelplan toegepast terwijl het bij mij, ik ga niet zeggen dat het amateuristisch was, maar toch niet echt helemaal volledig tot zijn recht is gekomen. Maar goed, ik ga niet vertellen dat hij onverdiend gewonnen heeft, hè. Hij speelde een erg goede match. Een wedstrijd die ik vooral heb moeten ondergaan.”

Bij één set gelijk, en zelfs in de tiebreak van de derde set, had men kunnen verwachten dat de grotere ervaring van onze landgenoot een rol zou spelen. “Dat klopt, ik heb veel meer ervaring dan hem maar ik heb er eigenlijk geen gebruik van kunnen maken. Dat is een altijd weerkerend minpunt geweest in heel mijn carrière. Ook vandaag weer heb ik die ervaring niet kunnen oproepen. Ik ben eigenlijk zelfs niet ontgoocheld, of boos, ik ben hier gewoon kapot van. Dit zijn zaken die me al zoveel keer zijn overkomen in mijn carrière. Ook dit jaar en ook vandaag gebeurt het weer. Dit is gewoon een zeer ondermaatse prestatie. Ik had bovendien op voorhand gezegd dat ik er wou van genieten, omdat dit mijn laatste spelen zijn, maar zelfs daar ben ik niet in geslaagd. Terwijl er toch zot veel volk was en er een superambiance heerste. De supporterts gingen tegen elkaar tekeer. Ik had hier echt van moeten genieten, maar neen, in de plaats heb ik eigenlijk voortdurend gebaald. En dat is de grootste ontgoocheling voor mij. Verliezen is niet zo erg, maar verliezen zonder plezier te hebben dat is pas ontgoochelend.”

Gérard hield toch nog het hoofd recht. “Ik wil geen slechte herinnering overhouden aan de spelen”, zei de bronzen medaille van Rio. “Deelnemen aan de spelen blijft iets buitengewoons voor ons atleten en mijn prestaties in Tokio en hier veranderen daar niets aan. Ik mag hier niet te lang blijven bij stilstaan. Ik moet inzien wat er niet werkte en daar dan op gaan trainen. Ondertussen wil ik, nu ik er toch uitlig, toch nog even profiteren van deze spelen. En de andere Belgische atleten gaan aanmoedigen.”

Sander Gillé en Joran Vliegen: “Kijken heel hard uit naar Davis Cup”

Alweer een nipte nederlaag voor Sander Gillé en Joran Vliegen. In de tweede ronde van de U.S.Open ging het vierde reekshoofd Arevalo-Pavic met de zege (7-6, 6-7, 6-4) aan de haal. “Maar ons niveau was al veel beter dan in onze vorige weken op hardcourt”, wist Gillé. “Dat geeft moed voor de rest van het seizoen.”

De overgang van gravel naar gras en hardcourt verliep voor de Limburgse dubbelspecialisten niet van een leien dakje dit jaar. Veel zure nederlagen – de tweede ronde op Wimbledon of die zeer spijtige uitschakeling tegen Murray-Evans op de olympische spelen in Parijs – waardoor het leek dat Sander Gillé en Joran Vliegen misschien wel in een dipje zaten. Maar daar wilden de Monte Carlo-winnaars niet van weten. “Ik heb totaal niet dat gevoel gehad”, zei Gillé. “Gras en hardcourt zijn misschien niet onze favoriete ondergronden. Die omschakeling heeft daarom mogelijk één of twee tornooien meer nodig. Bovendien was van de olympische spelen direct naar Montréal gaan ook niet zo eenvoudig. Dat zijn gewoon de feiten. Ik heb mezelf alleszins nog totaal niet in een mindere periode gevoeld. Joran en ik zijn fysiek in orde, mentaal zit het ook elke keer heel goed. Dus ik heb nog geen enkele week het vertrouwen verloren. Ik heb meestal een goed gevoel als ik de baan opstap. Er is wel geen piek meer geweest, dat kan ik niet ontkennen. Maar het niveau dat we hier in deze matchen hebben laten zien geeft wel moed voor de rest van het seizoen.”  

Tegen het vierde reekshoofd, Marcelo Arevalo en Mate Pavic, deden Gillé en Vliegen het inderdaad uitstekend maar lukte het net niet om de score in hun voordeel om te buigen. Een break in het eerste game van de derde set de fatale klap. “Het kwam neer op enkele details”, zuchtte Vliegen. “Maar je mag niet vergeten dat we tegen een heel goed team speelden dat een grandslamtitel heeft gewonnen (Roland Garros) en in de top drie van 2024 zit (Arevalo-Pavic wonnen vorige week nog in Cincinnati, red). Daarom ben ik ook blij met ons niveau.”  Momenteel staat het duo twaalfde in de race naar de ATP Finals in Turijn. Blijft dat nog een doel? “Altijd”, verzekerde Vliegen. “Maar je moet ook realistisch zijn en kijken naar het verschil in punten. Er zijn nog heel wat punten te verdelen dit jaar maar daar moeten we ons eigenlijk niet op vastpinnen. We moeten nu deze lijn proberen door te trekken richting einde seizoen. Als we daarin slagen heb ik er alle vertrouwen in dat we nog een aantal goede resultaten kunnen neerzetten.”

Met de Davis Cup in Bologna hebben de sterkhouders van het Belgische team eerst nog een aangename afspraak. “Daar kijken we heel erg naar uit”, was Gillé stellig. “Ik denk dat het verdiend is dat we opnieuw deel uitmaken van de Final Stages. Ik heb alleszins het gevoel dat de Belgen goed bezig zijn. Zizou (Bergs) presteert sterk en de jongens daarachter (Blockx, Collignon, De Loore) ook. Ik ben dan ook benieuwd wat we kunnen doen tegen die toplanden (Italië, Nederland en Brazilië). Ik kijk ernaar uit.” Vliegen sloot zich daarbij aan: “We gaan zeker geen favoriet zijn. Vooral in de enkelwedstrijden niet. Op papier is er nogal wat verschil in de rankings. Maar dat wil daarom niet zeggen dat we kansloos zijn. In het verleden hebben al vaker getoond dat we met onze ploeg tot heel veel in staat zijn. Je voelt alleszins dat als we samen komen we een hecht team vormen en dat dat voor iets extra’s zorgt, wat je ook vaak nog meepakt in de weken daarna.”

Als anciens van de ploeg kunnen de dubbelende dertigers misschien een soort van vaderrol opnemen voor die jonge snaken die nu net komen kijken. “Zo voel ik dat toch niet aan”, lachte Gillé. “Maar zoveel contact hebben we eigenlijk niet met die jonge gasten. En dus het leuk om tijdens zo’n week Davis Cup samen te kunnen leven. We zien elkaar niet zoveel omdat zij nog op het challenger-circuit zitten. Maar het zijn wel toffe jongens, dat heb ik gemerkt die keren dat we elkaar hebben ontmoet. Dus het wordt wel fijn om hen echt te leren kennen. Zij zijn tenslotte de toekomst van het Belgische Davis Cup-team.”

David Goffin: “Nooit op mijn gemak in de rally’s”

Derde ronde werd het eindstation op de U.S.Open voor David Goffin (ATP 78). Met 3-6, 1-6, 2-6 gestopt door een beresterke Tomas Machac (ATP 39) en mogelijk ook de opeenvolging van wedstrijden. “Na zo’n weken is het normaal dat het reservoir mentaal en fysiek wat leger is”, wist Goffin.

Geen herhaling van die bizarre thriller in de eerste ronde van Wimbledon enkele maanden terug. David Goffin gaf vandaag op baan zeventien van het Billy Jean King Tennis Centre in Queens nooit echt de indruk dat hij kon wedijveren met Tomas Machac, de Tsjech met de hoog opgetrokken shorts. Een relatief trage start van de wedstrijd verzandde al snel in een partijtje eenrichtingstennis waarbij de 33-jarige Luikenaar maar sporadisch de strijd, en de rally, aanging. “Ik zat niet lekker in die slagenwisselingen”, zocht Goffin naar een uitleg. “Hij speelde snel en goed. In de rally’s voelde ik me nooit op mijn gemak. Hij serveerde bovendien sterk (elf aces), retourneerde stevig en bewoog soepel. Hij zette me constant onder druk waardoor ik nooit op mijn gemak was in mijn slagen. Daardoor werd ik wat kwetsbaarder, maakte ik wat fouten terwijl hij niets liet liggen. Hij was heel sterk, vond ik. Van de start tot het einde is hij geen enkele keer gekraakt, hij heeft zijn niveau voortdurend hoog gehouden.”

Goffin werd in dat gevecht om zich in de wedstrijd te werken niet geholpen door zijn eigen opslag. “Nee, ik heb geen gratis punten kunnen forceren”, zuchtte hij. “En dan ook nog wat domme dubbele fouten geslagen op de belangrijke momenten in de eerste set. Hij retourneerde agressief, altijd erg diep, waardoor ik meteen in de verdrukking zat. Hij heeft alles erg goed gedaan vandaag, moet ik toegeven. Ik heb geen zone of fase in het spel gevonden waar ik me beter in voelde. Hij was gewoon efficiënter. Maar mijn service had mij misschien wel wat kunnen helpen om een doorbraak te forceren, ja, maar dat is dus niet gebeurt.”

Na twaalf matchen in 20 dagen (Cary, Winston-Salem, New York) en een hoogzwangere vrouw die thuis op hem wacht, was het niet abnormaal dat er zekere vorm van vermoeidheid zou optreden in het hoofd en lichaam van onze landgenoot. Maar daar wilde Goffin niet van weten: “Ik was wel wat moe maar fysiek voelde ik me echt wel oké. Het is logisch dat mijn reservoir, lichamelijk en geestelijk, een beetje leger is maar ik vond toch dat er nog voldoende energie in de tank zat. Het is vooral hij die me pijn heeft gedaan in de rally’s.”

Een derde ronde op de U.S.Open is, ondanks die droge nederlaag, toch een opsteker. Zeker gecombineerd met de twee halve finales in de twee weken daarvoor. Goffin komt opnieuw de top 65 van de wereld binnen. “Het blijft natuurlijk een verliespartij maar je moet ook het positieve zien na de voorbije weken”, zei hij. “Derde ronde op een grandslamtornooi, enkele goede overwinningen en een mooie opmars in de rankings, dat is gewoon positief.” Goede vibes dus om door te geven aan zijn dochtertje dat binnenkort door zijn vrouw op de wereld wordt gezet. De volgende keer dat Goffin een wedstrijd speelt zal dat als vader zijn. Als dat niet voldoende energie zal geven…

Elise Mertens: “Een heel mooie overwinning”

Een schoonheidsprijs gaat die derde ronde tussen Elise Mertens (WTA 35) en Madison Keys (WTA 14) niet krijgen maar een prijs voor moed en zelfopoffering heeft de Limburgse wel met verve verdiend. Bijna drie uur lang plooide ze zich dubbel onder de winners én fouten van de Amerikaanse hardhitster om uiteindelijk met 6-7, 7-5, 6-4 te zegevieren. “Ik moest haar ontregelen”, zei Mertens. “Het ziet er misschien niet zo mooi uit maar het heeft wel zijn vruchten afgeworpen. Ze staat voor de vijfde keer in de vierde ronde van de U.S.Open. Daarin treft ze Aryna Sabalenka (WTA 2) of Ekaterina Alexandrova (WTA 31).

Een hartverzakking was nooit veraf. Niet bij de thuisfans die Madison Keys maar liefst 69 onnodige fouten zagen maken maar ook niet bij de Belgische supporters (die thuis of online zaten te nagelbijten) die Elise Mertens in de eerste set vijf setpunten zagen rateren en haar daarna in een bloedstollend gevecht naar de finish zagen kruipen. “Tja, die setpunten”, glimlachte Mertens. “Die speelde zij wel goed weg. Maar ik heb me daardoor niet van de wijs laten brengen. De tweede en derde set ben ik blijven gaan en heb ik me gefocust op mijn eigen opslaggame. Heel blij dat ik heb kunnen uitsereven, een heel mooie overwinning.”

Het tennis was wel niet altijd even mooi maar dat was ook niet makkelijk onder dat Amerikaanse bombardement waar totaal geen lijn in zat. “Je hebt wel een paar rally’s”, wist Mertens. “Maar zij speelt toch ook vaak alles of niets. Dan was het aan mij om haar te ontregelen. Niet om hard met haar mee te slaan maar om af en toe eens een slice gebruiken of wat te vertragen. En dat ziet er misschien niet zo mooi uit maar het heeft wel zijn vruchten afgeworpen.” De wilskracht van de Hamontse moet zo onderhand op flessen worden getrokken en verkocht in de betere sportwinkel. “Dat zit in mezelf”, glimlachte Mertens. “Ik heb er van in het begin altijd voor moeten knokken. Dat heb ik ook uit mijn opvoeding meegekregen: als je iets wilt, moet je ervoor vechten. Niets komt vanzelf. Mijn ouders en ik hebben er vroeger altijd alles, emotioneel en financieel, zelf moeten instoppen. Dus dat heb ik van jongs af aan geleerd. En had ik niet geknokt vandaag dan lag ik eruit. Nu zit ik in de vierde ronde.”

En dat voor de vijfde keer in New York, de veertiende keer al op een grandslamtornooi. Word je zoiets gewoon? “Neee!”, lachte ze. “Als het mij niets meer zou doen, zou ik beter stoppen met tennis. Voor deze wedstrijden doe je het uiteindelijk, hè. In prime time tegen zo iemand spelen. Hiervoor vechten we.” Ook in die achtste finale wacht nog meer racketgekletter. Tweede reekshoofd Aryna Sabalenka, haar vroegere dubbelpartner, of tegen net iets minder hardslaande Ekaterina Alexandrova. “Maar wel weer eenzelfde soort speelster als vandaag”, wist Mertens. “Ik heb mijn deel van de hardhitters wel gehad dit tornooi. Het niveau gaat telkens een beetje omhoog. Het zal hetzelfde stramien worden, hen niet laten domineren en hen zo snel mogelijk laten lopen. Ik heb niets te verliezen maar ga er wel in geloven. Dan weet je nooit wat er kan gebeuren.”

David Goffin: “Dit is een revanche op mezelf”

David Goffin (ATP 78) is terug. Wie er nog aan twijfelde werd op zijn plaats gezet door die overwinning (6-7, 6-3, 6-2, 7-6) in de tweede ronde van de U.S.Open op Adrian Mannarino (ATP 42). De Luikenaar liet zich niet uit het lood slaan door een uiterst frustrerende eerste set en een 3-5-achterstand in set vier. Ooit was het anders. In ronde drie heeft hij zaterdag nog een eitje te pellen met Tomas Machac (ATP 39).

Afgeladen vol zat baan dertien voor deze Franstalige kraker in New York. Kennerspubliek want die wisten dat David Goffin en Adrian Mannarino wel eens het betere rallywerk zouden kunnen serveren. Zij zagen een eerste set die Goffin nog uit handen gaf ondanks vier keer een break voorsprong én twee setpunten in de tiebreak. Er zijn al voor minder rackets gesneuveld! “Er was wel wat frustratie”, monkelde Goffin. “Maar ook niet zoveel. Want ik voelde dat ik kansen kreeg en dat als ik alles een ietsje beter zou doen, dat ik die mogelijkheden zou kunnen kapitaliseren. Door een break te forceren in het begin van de tweede set werd mijn gedachtegang bevestigd en waren we terug vertrokken. Mijn service was wel niet geweldig, de hele match niet. Er was wat wind en daar hadden we allebei wat last van, bovendien retourneerden we heel goed en waren er dus heel wat rally’s. ‘Manna’ laat bovendien nooit het hoofd hangen, zelfs als hij met zijn rug tegen de muur staat wordt hij nog gevaarlijker, want dan speelt hij nog meer ontspannen. Wat ook gebeurde in de vierde set. Ik moest dus rustig en relax blijven, wat ik ook gedaan heb met een heel goede tiebreak tot slot. Een zeer mooie zege want er waren heel wat slagenwisselingen en dus dook er ook wel wat vermoeidheid op. Hij speelt dan nog snel en laag, waardoor je echt wel je benen moest gebruiken. Die voel ik nu wel een beetje.”

Een schitterende prestatie zonder meer. “Het toont dat ik fysiek er nog sta en dat ik mezelf, tennistiek en mentaal, terugvindt”, zei Goffin. “Ik ben zeer content om opnieuw in de derde ronde van een grandslamtornooi te staan. Zoveel gebeurt dat niet meer, dat is geleden van vorig jaar op Wimbledon, dat is dus allemaal zeer positief.” Het mag duidelijk zijn dat Goffin een tweede adem heeft gevonden in zijn carrière. Hij straalt terug onverzettelijkheid, spelplezier en goesting uit. “Daar zit veel werk achter”, wist de 33-jarige Waal. “De voorbije jaren heb ik ook enkele goede tornooien gespeeld met Germain (Gigounon) maar dat kwam dan eerder uit de lucht vallen. Nu zijn we echt van nul herbegonnen, onderaan de ladder. Terug solide worden op training, veel ballen slaan, me fysiek sterk voelen, zekerheid opzoeken. Testen doen en verzekerd worden dat ik nog de conditie en de snelheid had. En nu weet ik dus waarom ik een goede match speel. Omdat de basis is gelegd en het vertrouwen is opgebouwd. Het is geen toeval. We hebben ervoor gewerkt en het is stabiel. Ik ben blij dat het allemaal zijn vruchten afwerpt. Sinds enkele maanden is mijn niveau alleen maar aan het verbeteren. We gaan in de juiste richting. Ik ben alleszins blij dat ik dit opnieuw mag meemaken. Het zijn zware gevechten maar het is fijn afzien, in plaats vanbinnen te lijden, zoals ik voorheen deed.”

Een beetje pijn zal die eerste ronde op Wimbledon, waar Goffin een onwaarschijnlijke voorsprong (break in de derde set en 5-0 in de vijfde set, red) liet glippen tegen zijn tegenstander morgen Tomas Machac. “Ach, die match is vrij snel uit mijn systeem gegaan”, verraste Goffin. “Het waren gewoonweg bizarre omstandigheden waarbij ik, als lucky loser, na enkele dagen vakantie letterlijk van het strand geplukt ben en dan halsoverkop naar Londen moest reizen. Het had natuurlijk anders kunnen uitdraaien. En ik heb wel een beetje een revanche te pakken tegen Machac, ja. Hardcourt is wel zijn favoriete ondergrond. Hij installeert zich ook stilaan meer en meer in de subtop. Hij heeft een heel mooie backhand en ik verwacht me dan ook opnieuw aan een zware partij. Ik zal alleszins goed moeten recupereren. Maar de stijfheid die ik nu voel is toch vooral een goede pijn.”

Na twee jaar in het vagevuur waarbij de kritiek hem niet gespaard bleef en zijn pensioen hem meermaals, zeker op sociale media, werd aangeraden staat Goffin toch mooi weer onder de mensen (virtueel in de top 65, red). Is dit ook een beetje revanche op al dat negativisme? “Nee, dit is eerder een revanche op mezelf”, wist Goffin. “Zelfs toen ik nummer zeven van de wereld was kreeg ik nog kritiek te slikken. Kijk, als je wat populairder bent dan word je nu eenmaal geviseerd. Maar ik wist wat ik wilde doen, hoe ik me wilde relanceren. Ik weet wat ik nog kan op mijn leeftijd, en wat ik nog wil bereiken. Maar dat komt natuurlijk niet vanzelf. Er moest een structuur zijn. En dan moest ik bij mezelf te rade gaan of ik nog de goesting had om het te proberen. En dat was het geval. Ik ben dan ook blij dat het werkt. Ik zou ook gewoon kunnen opgeven hebben, hè. Ik heb  een mooie carrière gehad en had op een strand kunnen gaan liggen. Maar dat is niet wat ik wilde. Ik heb nog mooie dingen te tonen en te bewijzen. En dat ben ik nu aan het doen.”   

Yannis Demeroutis: “Dit zijn geen toevalstreffers”

De architect achter de resurrectie van David Goffin verdient ook zijn zegje. Jean (Yannis) Demeroutis bleef zoals verwacht bescheiden maar lichtte toch een tipje van de sluier: “We willen zo performant mogelijk zijn in alle aspecten: in zijn tennis, in zijn conditietraining en in zijn mentale voorbereiding. Zodat we, als we stoppen over anderhalf jaar, nergens spijt van zullen hebben”

“Zijn prestatie doet me vanzelfsprekend plezier”, ging de vroegere coach van Steve Darcis van start. “We waren vooruitgang aan het boeken maar het begin van de Amerikaanse tournee (Atlanta/Washington) was niet bepaald bijzonder. Maar nu zie je toch dat we op de goede weg zijn. En het zijn geen toevalstreffers, hè. Er zit regelmaat in. Dat is interessant.” David Goffin zelf kon niet genoeg herhalen hoe ze met het hele team zijn teruggegaan naar de basis. Maar dat had hij al een paar keer gezegd of gedaan in zijn carrière. Waarom werkt het nu wel? “Omdat hij vertrouwen heeft gepakt”, wist Demeroutis. “In bepaalde aspecten van zijn tennis is hij terug goed geworden. Waardoor hij zich in bepaalde situaties kan manoeuvreren waarin hij zich comfortabel voelt. Voorheen durfde hij dat niet meer. Hij had vertrouwen verloren in bepaalde kwaliteiten. Hij moest vertrouwen tanken: in zijn slagen, in zijn tennis, waardoor de speler is teruggekomen en de mentaliteit ook.”

Klinkt simpel maar Germain Gigounon, de vorige coach van Goffin, zal hoogstwaarschijnlijk hetzelfde geprobeerd hebben bij zijn pupil. Waar ligt dan het verschil? Hoe vindt Demeroutis dan wel de juiste woorden? Is hij misschien wat directer, harder dan Gigounon, die een goede vriend is van Goffin? “We zeggen elkaar de waarheid”, gaf hij toe. “Als het niet goed is, is het niet goed. Dan zeggen we dat ook. Hij heeft me aangenomen om hem te vertellen wat er goed of slecht is. En dat doen we ook.”

Normaliter gaat Goffin nog vijftien maanden door. Hoe heeft hij hem zover gekregen om er nog één keer alles uit te halen? “Door objectieven te stellen. Over anderhalf jaar nemen we dan een beslissing of we ermee stoppen of niet. We proberen zo performant mogelijk te zijn in alle aspecten: in zijn tennis, in zijn conditietraining en in de mentale voorbereiding. Zodat we over anderhalf jaar, mochten we stoppen, nergens spijt van zullen hebben. We zullen alles gegeven hebben. Door die mindset volgen de resultaten volgens mij.” Een achtste finale op de U.S.Open zou daarbij een heel mooi resultaat zijn. “Er zijn moeilijkere derde rondes dan Machac”, glimlachte Demeroutis. “Maar hij heeft ons al wel geklopt dit jaar, hè. Hij is dus de favoriet maar wij hebben een kleine revanche op het oog. We gaan proberen beter te zijn dan de laatste keer (Wimbledon). Het is een goede loting maar die hebben we verdiend door twee dagen geleden een reekshoofd (Tabilo) te kloppen. Het wordt een fijne uitdaging.”

 

Zizou Bergs: “Moeilijk te accepteren”

Jammer. Die eerste tweede ronde van Zizou Bergs (ATP 78) op de U.S.Open had anders kunnen uitdraaien. Vier setpunten bij een 5-3-voorsprong in de derde set gingen teloor waarna Flavio Cobolli (ATP 31) het ijskoud afmaakte in vier sets (4-6, 6-3, 7-5, 6-3).

“Het is moeilijk te accepteren”, zuchtte Zizou Bergs na zijn erg boeide partij tegen de in vorm verkerende Italiaan Flavio Cobolli. “Vooral omdat ik een al een tijdje zat te mekkeren over de service die bij momenten wegviel, en net dat gebeurde nu weer op dat belangrijke moment. Dat is jammer.”  Het tennis was er anders wel. “Daar ben ik me ook wel van bewust”, zei de Limburger. “Mijn niveau is omhoog gegaan. Maar er kunnen toch nog zoveel dingen beter.”

Gezien zijn voorbereiding op deze tweede ronde kon hij toch niet klagen? “Tja, eergisteren vier en half uur gespeeld, gisteren een dubbelwedstrijd in kloteweer (35 graden) en afgelopen nacht badend in het zweet en ziek wakker geworden. Gelukkig dat de dokters mij enkele goede middeltjes hebben gegeven”, somde Bergs op. “Dan opnieuw drie en half uur kunnen op de baan staan, dat is pure winst, hè. Vandaag voelde ik dat ik alles heel goed moest doen om van hem te kunnen winnen. Dat heb ik ook gedaan behalve gedurende een klein momentje, dat nadien dan is overgegaan in wat frustratie. Maar als ik wat meer ervaring zal hebben, ga ik mogelijk ook minder het gevoel hebben dat ik voortdurend op de grens moet tennissen.”

Bergs mag niet vergeten dat hij eigenlijk nog maar net komt piepen in deze sector van de tenniswereld. “Dat is waar”, gaf hij toe. “Wat meer ervaring zal zeker helpen om beter om te gaan met die grandslamwedstrijden. Vanzelfsprekend is het goed om het even in perspectief te zien. Maar alles went snel, hè, je wordt het rap gewoon om in deze situaties te zitten. Je speelt derde ronde Roland Garros en als je dat niet evenaart dan voelt het al vreemd aan. Terwijl dat bij de start van het jaar nog allemaal vrij onrealistisch leek. We zetten dus de juiste stappen maar we kunnen nog betere stappen zetten, vind ik. En dat is ook één van mijn kwaliteiten, om continu te verfijnen en te evolueren.” Waar doelt hij dan op? “Mijn service is een wapen maar die is nu een beetje te wisselvallig”, wist Bergs. “Daar ligt nog marge. Ook in mijn forehand, wanneer voor precisie en wanneer voor meer kracht te gaan. Naar voren blijven tennissen en tegelijk defensief nog steviger te staan. Daar hebben we wel een vrij duidelijk beeld van, hoor. Het komt er nu op aan om daar zo slim mogelijk mee aan de slag te gaan.”

Volgende afspraak is alweer eentje dat Bergs heeft onderlijnd in zijn agenda, de Davis Cup in Bologna. “We gaan zien hoeveel tijd ik ga nodig heb om te recupereren van deze trip en deze U.S.Open”, zei Bergs. “Ik wil die week voor de Davis Cup toch benutten om samen met Steve (Darcis) en Ruben (Bemelmans) goed te kunnen werken. Tegelijk ben ik me er wel van bewust dat ik nog moet presteren de volgende maanden, ik moet de punten van twee challengers nog verdedigen, om goed te starten volgend jaar in Australië.”   

Greet Minnen: “Ik heb veel geleerd op deze trip”

Een zeer goede set volstond voor Greet Minnen (WTA 85) niet om Donna Vekic (WTA 24) aan het twijfelen te krijgen. De halve finaliste van Wimbledon en zilveren medaille van Parijs haalde het met 7-5, 6-1 maar Minnen mag met opgeheven hoofd New York verlaten. “We evolueren in de goede richting”, zei ze terecht.

De angstige blik van Donna Vekic naar haar coachclan, met daarin ook de Amerikaanse ex-topspeelster Pam Shriver, was veelzeggend. Ze had wel weerwerk verwacht van Greet Minnen, uiteindelijk had de Kroatische van onze landgenote verloren in Rosmalen, maar dit niveau was toch ietwat onverwacht. Beide dames serveerden sterk, zochten de lijnen op en lieten elkaar geen duimbreed toe. Het was hard tegen onzacht op baan elf. “Het was echt een heel goede set”, beaamde ook Minnen zelf. “Ik was sterk aan het serveren en retourneren maar je zag tegelijk ook dat zijn met enorm veel vertrouwen staat te spelen. Haar bal landt erg diep en haar returns zaten regelmatig in mijn voeten. Ik had het gevoel dat ik de hele tijd onder druk werd gezet en weinigen kansen kreeg om zelf iets te doen. Als er dan zo’n klein kansje opdook, had ik natuurlijk de neiging om wat te forceren.”

Het was opvallend hoe Vekic elk precair moment beantwoordde met een goede service of de juiste beslissing. Dat krijg je natuurlijk als je zestien matchen gewonnen hebt in de laatste twee maanden. “In de tweede set ben ik naar iets meer op zoek gegaan, heb ik iets meer risico genomen, en dat ging dan gepaard met fouten”, moest Minnen toegeven. “Mijn niveau dropte een beetje en zij heeft zoveel vertrouwen dat ze dan met de set wegloopt.”

Eenzelfde verhaal als op Wimbledon dus waar Minnen ook een uitstekende tweede ronde tegen Jasmine Paolini (WTA 5) speelde. “En zij geraakte tot in de finale daarna”, glimlachte Minnen. “Het zijn gewoon twee speelsters die heel goed seizoen aan het draaien zijn en dat zie je ook aan hun balkwaliteit en het totale gebrek aan twijfel op de belangrijke momenten. Vandaag gebeurde het met Vekic opnieuw, ze sloeg veel winners en haar foutenlast bleef laag. Als ze zo verder doet, kan ze nog ver geraken. Zoals Paolini op Wimbledon misschien.”

Maar dat geldt ook voor Minnen, ook zij kan nog ver geraken als ze zo verder doet. “Het moet af en toe ook een beetje meezitten”, grinnikte Minnen. “Met de loting bijvoorbeeld. Anderzijds, en dat zei ik ook al op Wimbledon, dan moet ik zelf maar reekshoofd staan.” Zover zijn we nog niet maar de 27-jarige Turnhoutse lijkt echt wel op de goede weg. “Ik heb alleszins het gevoel dat ik heel wat heb bijgeleerd op deze trip. Ook qua mentaliteit. En dat ik besef dat ik met deze speelsters meekan, soms zelfs van hen kan winnen. Ik was op deze Amerikaanse tournee misschien nog niet constant genoeg, of tenminste niet zoals ik het zou willen, maar we moeten positief zijn en beseffen dat we in de juiste richting aan het evolueren zijn.”

 

Elise Mertens: “Hopelijk krijgt tennis terug wat aandacht in ons land”

Net als vorig jaar staat Elise Mertens (WTA 35) in de derde ronde van de U.S.Open. Zo moest daar, ondanks de loden hitte, niet bijzonder hard voor zweten (6-3, 6-2) tegen Ajla Tomljanovic (WTA 118). Met Madison Keys (WTA 14) zal de volgende sowieso wat pittiger worden. “Ik ga haar moeten ontregelen en laten lopen”, wist ze al.

“Het was toch even aanpassen”, gaf Elise Mertens toe. “Het was echt wel warm, deze morgen om 11h, in de volle zon. Het was puffen, en ik moest er even inkomen. Ik had wel snel het gevoel dat ik de bovenhand had, ook al ging het in het begin gelijkopgaand. Ik had een concreet plan terwijl zij toch vooral een hardhitster is. Ik moest zoveel mogelijk ballen terugkrijgen en liefst die ballen ook nog diep slaan. Op den duur had ze daar geen antwoord meer op, zeker in het begin van de tweede set wist ze het even niet meer. Ik had ook vertrouwen in mijn opslag. Die werkte veel beter dan in mijn eerste match, na wat training op dinsdag. Ik heb haar mentaal uiteindelijk ontregeld en met voldoende kwaliteit gespeeld.”

Op 31 grandslamdeelnames (hoofdtabel) is dit al de 24ste keer dat Mertens de derde ronde haalt (77 procent). Dat moet toch een soort regelmatigheidsrecord zijn. “Dat is een mooie statistiek”, lachte de Limburgse. “Als je me dat had gezegd in het begin van mijn carrière dan zou ik dat zelf niet geloofd hebben. Zo zie je maar dat er veel mogelijk is, als je iets echt wil. We staan hier mooi in die derde ronde. De punten van vorig jaar verdedigd en alles is bonus nu.”

Twaalf maanden geleden werd Mertens nog de weg versperd door Coco Gauff, die een week later de titel won op de U.S.Open. Dan lijkt Madison Keys een iets meer bespeelbare opponente. Vorig jaar in Cincinnati klopte Mertens de 29-jarige Amerikaanse nog in drie sets. “Goh, ik denk niet dat het iemand is die daar nu nog bij stilstaat, bij haar hangt het vaak gewoon van de dag af. Ze kan winners slaan vanuit alle hoeken maar daar kunnen ook veel fouten tussen zitten. Het zal ongeveer hetzelfde gameplan worden als vandaag: haar proberen te ontregelen, haar te laten lopen en niet alle ballen op heuphoogte geven. Ze heeft een blessure gehad op Wimbledon en ook in Toronto opgegeven. Ze speelt ook met een verband rond haar bil. Maar ik ga er vanuit dat ze 100 procent gaat zijn. Mijn eerste ronde was al tegen een hardhitster (Kudermetova), vandaag was het nog iets harder. En de derde ronde wordt nog steviger. Maar goed, in de voorbereidingstornooien heb ik ook tegen Osaka en Samsonova gespeeld, dus ik ben wel wat gewoon.”

Minder gewoon, die vier Belgen in de tweede ronde van een grandslamtornooi, dat oogt toch mooi. “Voor zo’n klein landje is dat toch niet slecht”, startte Mertens haar betoog. “Hopelijk krijgt tennis nu terug wat aandacht in ons land. De laatste vier jaar is die aandacht toch flink verminderd, daar zal corona ook voor een deel tussen zitten maar het is toch opvallend. Die budgetten gaan blijkbaar naar andere sporten. Ik weet nog dat we hier, niet zolang geleden, met zoveel Belgische journalisten zaten dat we voor de persconferentie naar een grotere ruimte moesten verhuizen. Tennis leeft mondiaal toch wel ongelooflijk, kijk alleen al naar het volk hier op de U.S.Open. Ook de gecombineerde dames -en herentornooien op het circuit maken, volgens mij, dat tennis binnenkort opnieuw gaat boomen. Hopelijk kan dat in België ook opnieuw wat aantrekken. Want is toch zo’n mooie sport.”    

Zizou Bergs: “Ik moet nog groeien”

Een debuut op de U.S.Open dat hij niet snel zal vergeten. Zizou Bergs (ATP 80) wroette zich in 4h22 en na een onwaarschijnlijke rollercoaster met 6-2, 4-6, 6-2, 3-6, 7-6 voorbij Pavel Kotov (ATP 60) en naar een tweede ronde tegen Flavio Cobolli (ATP 31). “Pas toen het publiek erbij kwam begon ik me echt te amuseren op de baan”, glimlachte Bergs.

Vier sets lang was dit een vreemde en eigenlijk niet zo heel goede wedstrijd. Bij momenten leek Zizou Bergs makkelijk afstand te nemen maar een set later was het Pavel Kotov, de ietwat gezette Rus, die een hand uitstak naar de zege. Pas in de vijfde set vonden beide tenoren tegelijk hun beste niveau en zorgde het toestromende publiek – Bergs en Kotov waren rond 22h de laatste wedstrijd op de buitenbanen van het Billy Jean King Tennis Centre – voor de noodzakelijke energieboost en elektrische prikkel. “Het was zotjes”, glimlachte Bergs. “De match kwam echt pas tot leven in de vijfde set. Toen de toeschouwers erbij kwamen zorgde dat voor een fijne ambiance. Ik was mij toen echt aan het amuseren. En dan zag je ook dat de slagen weer lekker loskwamen en de moeilijke ballen net binnen de lijnen landden. Tot dan was het een rollercoaster geweest waarbij momentums heen en weer swingden en sleutelpunten gewonnen en verloren gingen. Op het eind leek het alsof het zijn kant op zou gaan. Hij domineerde wat meer en speelde beter.”

Bergs kwam twee keer een break achter in die vijfde set. Zijn service hielp hem te weinig en zijn forehand draaide niet efficiënt genoeg om Kotov echt pijn te doen. Dus zat er maar één ding op: knokken. Laat dat nu de specialiteit van het huis zijn in Pelt. Bergs plooide zich dubbel, met de steun van het publiek, en verwezenlijkte het onverhoopte. Hij haalde zijn beste tennis boven op het allerbelangrijkste moment en won de zenuwslopende tiebreak met 10-7. Eens temeer had hij zijn groot hart getoond. “Ik weet niet of het gelukt was zonder dat publiek rond de baan”, stelde Bergs zichzelf de vraag. “Om zo het matchpunt binnen te halen is natuurlijk zalig maar ik realiseer me ook wel dat op dit moment mijn spelpeil niet goed genoeg is en dat ik beter moet gaan tennissen. Maar om me dan toch nog hier door te knokken, tegen een hoger gerangschikte speler, is gewoonweg ongelooflijk.”

Ondanks die allereerste zege ooit op de U.S.Open was het zelfbewustzijn groot bij Bergs na de wedstrijd. “Er is nog werk aan de winkel”, gaf hij toe. “We hebben stappen gezet. En die stap was verdiend, want die stond er al lang aan te komen. Maar nu blijkt in de realiteit dat die top 100 niet zo makkelijk is en dat er heel veel erg goede spelers zijn. Er zijn altijd nog wedstrijden die je kan winnen als je niet top bent maar het gemiddelde niveau moet toch wel omhoog. Ik moet nog groeien.”

Zeker als hij in ronde twee een kans wil maken tegen de in vorm zijnde Italiaan Flavio Cobolli. “Ik ken hem wel een beetje”, zei Bergs. “We hebben een paar keer samen getraind toen hij nog 200ste stond. Daarna heeft hij wel enorme stappen gezet. Verrassend ook hoe goed hij op hardcourt is geworden want hij stond toch gekend als een gravelspeler. Ik ga mijn analyses maken en hem een beetje scouten maar ik denk vooral dat ik nog moet gaan groeien.”

David Goffin: “Fijn om een speler van dat kaliber hier te verslaan”

Lekker, die zege (7-6, 6-1, 7-5) van David Goffin (ATP 78) op 22ste reekshoofd Alejandro Tabilo (ATP 21) in de eerste ronde van de U.S.Open. “Elke grandslamoverwinning doet deugd, maar dan ook nog in drie sets tegen een reekshoofd is nog beter natuurlijk.” Een vintage Goffin heeft in de tweede ronde zeker ook een kans tegen Adrian Mannarino (ATP 42). 

“Die eerste set was niet simpel”, begon David Goffin zijn analyse na de wedstrijd. “Hij is heel sterk en agressief gestart. En ik had wat tijd nodig om in de match te komen, de bal kwam niet direct lekker uit mijn snaren. Maar daar kwam mijn ervaring én al die matchen van de laatste weken van pas, om niet te panikeren. Ik ging op zoek naar wat meer kwaliteit en lengte in mijn slagen. Ik voelde me uiteindelijk goed en zo ben ik  beetje bij beetje beter beginnen retourneren en tennissen. Werd ik constanter terwijl hij briljante ballen afwisselde met nogal wat fouten. Bij 3-2 voorsprong in de derde set speel ik wel een slecht game, hij ging er nog een laatste keer voor, waardoor het nog spannend werd. Maar ik was van start tot finish solide. Fijn om een speler van dat kaliber hier te verslaan. Elke grandslamoverwinning doet deugd, maar dan ook nog in drie sets tegen een reekshoofd is nog beter natuurlijk.”

Zelfs de heetgebakerde Chileense supporters konden hun pupil niet aanvuren of een serene Goffin verstoren. “Ondertussen weet ik wel dat die supporters van de partij gaan zijn op de grandslamtornooien”, glimlachte Goffin. “Waarbij ze hun gezangen laten horen ‘Chi-Chi-Chi’, Le-Le-Le’. Maar de match ging eigenlijk maar één richting uit, waardoor het publiek eigenlijk nooit echt een rol heeft kunnen spelen.”

In de volgende ronde krijgt Goffin opnieuw met een linkshandige tegenstander te maken, de Fransman Adrian Mannarino. Die stond begin dit jaar nog in de top 20 van de wereld maar kende een verschrikkelijk seizoen met quasi alleen maar nederlagen. “Mannarino zit in een moeilijke fase maar hij blijft natuurlijk een heel goede speler”, wist Goffin. “De laatste keer heb ik tegen hem in het zand gebeten (in de onderlinge duels staat Goffin 5-3 voor maar het laatste duel in Astana 2022 ging verloren, red). Op deze ondergrond doet hij het meestal goed en soms kan een grandslamtornooi een speler echt wel relanceren. Hij heeft toch ook gewonnen van Coric, dus…zo’n eerste ronde gaat hem goed doen.” Met het elan van en vertrouwen van Goffin lijkt dit desalniettemin een goede opportuniteit. “Ik moet nu niet gaan zweven”, zei de Luikenaar. “Ik moet telkens opnieuw  dezelfde intensiteit en veeleisendheid op de baan brengen. Geloven dat alles nu vanzelf zal gaan, omdat ik wat matchen gewonnen heb, zou een zeer slechte ingesteldheid zijn.”

Na die snelle overgang van Winston-Salem heeft Goffin nu wel even de tijd om het hoofd leeg te maken, alvorens hij die intensiteit opnieuw moet gaan opzoeken. “Ik doe hier redelijk wat aan recuperatie”, legde hij uit. “Het hangt daarbij van mijn programma op de club af of ik nog een toertje ga doen in Manhattan, waar ik mogelijk wel een cadeautje ga zoeken voor mijn dochter. Ik ben een fan van Soho en de West Village, zeker om wat aan shopping te doen of te wandelen. Ik wil daar altijd wel een dagje spenderen maar op dit ogenblik ligt dat wat moeilijker omdat het echt de andere kant van New York is ten opzichte van Queens. We logeren deze keer trouwens op 2nd Avenue en hebben dus een vrij zicht op de Hudson River. Ook aangenaam!”

Elise Mertens: “Geen paniek na verlies eerste set”

Wereldkampioen in het winnen van matchen waarin ze niet op haar best is. Elise Mertens (WTA 35) mag met recht en rede die titel claimen na alweer een lastige overwinning (3-6, 6-4, 6-3) op ex-dubbelpartner Veronika Kudermetova (WTA 46). In ronde twee wacht Ajla Tomljanovic (WTA 118).

43 procent aan eerste opslagen, nogal wat onnodige fouten – zeker aan forehandzijde – en een zeer stroeve set. Veel spelers zouden met die gegevens al snel de handdoek werpen. Elise Mertens uit Hamont niet. Ze trok haar werkmansplunje aan en begon aan de dagtaak: Veronika Kudermetova tot wanhoop drijven. “Ik moest me aanpassen aan de baan, die was trager dan verwacht”, zocht Mertens naar een verklaring. “Misschien omdat ze in de schaduw lag? Mijn timing klopte alleszins niet. In set twee heb ik me dan maar gefocust op het behouden van mijn opslag en ben ik iets meer de rally aangegaan. Waardoor mijn tennis ook een ietsje beter wordt. Het was spannend maar ik ben goed blijven knokken. Het was best warm en vochtig, waardoor het uiteindelijk redelijk slopend werd. Ik ben dan ook heel blij dat ik die match eruit heb kunnen trekken.”

Dit is Mertens 31ste grandslamdeelname en maar vier keer verloor ze daarbij in de eerste ronde. Een toonbeeld van regelmaat. “Het is niet dat ik met het gevoel start dat ik niet mag verliezen in de eerste ronde”, glimlachte de Limburgse. “Maar na het verlies van zo’n eerste set panikeer ik niet. Dat is wel de ervaring die speelt. Op Wimbledon (tegen Hibino) overkwam het me ook. Ik probeer dan telkens mijn spelplan te veranderen. Dat is toch één van mijn troeven, dat ik een plan B heb. Ik had niet zo’n stress voor die eerste ronde, hè. Dat is met de jaren verbeterd.”

In ronde twee wacht met Ajla Tomljanovic een tegenstandster met evenveel ondervinding. De 31-jarige Australische haalde in New York twee jaar geleden nog de kwartfinale en beëindigde toen ook de carrière van Serena Williams. Daarna kreeg ze evenwel met blessures en operaties te maken. Sinds mei timmert ze aan de weg terug. “Ik weet dat zij ook een hardhitster is, vergelijkbaar met Kudermetova”, wist Mertens. “Iemand die heel goed is als ze de bal in de slagzone krijgt. Eens dat ze moet lopen is het wat minder. Maar ik ga vooral ook nog eens naar mijn wedstrijd kijken en zien wat er beter moet. Mijn eerste opslag ga ik morgen alvast opnieuw wat bijwerken.”

Dat doet ze nu al een hele tijd met haar vriend en coach Christopher Heyman. “Het is makkelijk en moeilijk tegelijk”, glimlachte Mertens. “We proberen onze twee levens goed te scheiden. Op de baan is het werk en daarnaast zijn we gewoon vriend en vriendin. Maar dat lukt wel, ik heb er ook al wat ervaring in. We geven elkaar de ruimte maar kunnen elkaar op de baan ook net iets meer zeggen, omdat we elkaar heel goed kennen natuurlijk. Nee, dat marcheert wel.”  

Greet Minnen: “Wat volgt is geweldig, een bonus”

Spannende en knappe zege voor Greet Minnen (WTA 70) in de eerste ronde van de U.S.Open. Tegen de aan een goed seizoen bezig zijnde Magdalena Frech (WTA 43) werd het 7-5, 7-5. “In dat laatste game was ik klaar om te sterven”, lachte Minnen die nu met de in bloedvorm verkerende Donna Vekic (WTA 24) krijgt af te rekenen.

Sterk werk van de 27-jarige Turnhoutse op baan acht van het Billy Jean King tennis Centre. Na een vroege break achterstand domineerde ze gedurende een lange periode  met fris tennis de Poolse Frech. 7-5, 4-0 en geen wolkje aan de New Yorkse lucht. “Dan kwam er een game dat ik eigenlijk niet mocht verliezen”, wist Minnen. “Daarna heb ik mij niet zo heel veel te verwijten. Zij werd beter, kwam beter voor de dag in de rally’s waardoor het heel hard knokken werd om in die set te blijven. Zij had het momentum aan haar kant, de set leek ook uit mijn handen te glippen. Maar ik ben rustig kunnen blijven en in het laatste game was ik klaar om te sterven, als dat moest om te winnen.”

Na haar derde ronde vorig jaar zat er toch ook een klein beetje druk op die eerste ronde vandaag. Vandaar de blijheid en opluchting na afloop. “De laatste weken waren zeker niet makkelijk om daarmee om te gaan”, gaf Minnen toe. “Als ik mijn punten niet zou verdedigen zou ik toch een flinke drop maken in de rankings. Maar ik heb de klik kunnen maken, kunnen focussen op mijn tennis en deze U.S.Open kunnen zien als een nieuw tornooi. Deze match heeft heel veel deugd gedaan, ook om de stress een beetje te kunnen loslaten. Maar ook omdat ik opnieuw goed tennis heb kunnen laten zien. De laatste weken waren er iets te veel ups en downs, maar nu ben ik terug constant aan het spelen. Top. Wat er nu nog bijkomt is gewoon geweldig, een bonus.”

Een bonus in de vorm van 24ste reekshoofd Donna Vekic in ronde twee. Tegen de één jaar oudere Kroatische won Minnen in de lente nog op het gras van Rosmalen maar dat was net voor Vekic in de toverdrank viel en aan een opmerkelijk parcours begon: finale in Bad Homburg op gras, halve finale op Wimbledon en olympisch zilver in Parijs op gravel.  “Zij is bezig aan een heel goed seizoen”, wist Minnen. “In Rosmalen vond ik haar niet zo heel goed maar daarna is het helemaal gekeerd voor haar en is ze heel veel matchen beginnen winnen. Ik denk dan ook dat ik tegenover een andere speelster ga komen te staan. Vertrouwen kan iemand veranderen, hè. Het zal belangrijk worden dat ik haar zoveel mogelijk onder druk zet, haar doe lopen. Maar als dat niet gaat, want zij is uiteindelijk een zeer agressieve speelster, zal ik solide moeten blijven en zo weinig mogelijk hoeken geven. Ze heeft alleszins veel talent en wapens. Ik zal haar uit haar comfortzone moeten krijgen.”

Maar nu al mogen we toch concluderen dat een Minnen in deze gedaante hoger mag mikken, richting top 50 bijvoorbeeld. “Dat is zo”, glimlachte de Kempense. “Hoe meer ik tegen die speelsters uitkom, hoe meer ik het gevoel heb dat ik dat niveau aankan en soms zelfs gewoon beter ben. Ik heb meer wapens, het is een kwestie van die onder controle te houden en constant te blijven.”

Joachim Gérard mag, voor zijn vijfde en laatste olympische spelen, de Belgische vlag dragen.

Als nummer acht van de wereld hoopt Joachim Gérard in Parijs minstens zo goed te doen als in Rio, waar hij acht jaar geleden met het brons aan de haal ging. Hij heeft veel goesting om eraan te beginnen en om de openingsceremonie op de Champs Elysées mee te maken. Daar mag Gérard immers één van de twee Belgische vaandeldragers zijn (samen met paardrijdster Manon Claeys). Wij konden hem strikken net voor de aftocht naar Parijs.

Tennis Belgium: Joachim, we staan op enkele dagen van je vijfde olympische spelen. Hoe voelt dat aan?

Joachim Gérard: Ik ben opgewonden (glimlacht). Ik wil er al aan beginnen. Ik wil het olympisch dorp ontdekken. Tokio was door corona immers zo’n bevreemdende ervaring dat ik nu echt wel zin heb de echte ambiance van de spelen te proeven. Ik wil ervan genieten en, dat spreekt voor zich, ook een goed tornooi spelen.”

Het is nota bene op de spelen dat je één van je beste prestaties ooit hebt neergezet met die bronzen medaille in Rio 2016. Hoop je op hetzelfde in Parijs?

 “Even goed, of zelfs beter. Mijn doel is duidelijk: een medaille mee naar huis brengen. Maar ik ga waarschijnlijk niet de enige zijn met die ambitie. Er zijn nog wel wat kanshebbers. Eigenlijk ben ik, in realiteit, niet meer dan een outsider.  De top twee (Hewett en Oda) steekt er dit jaar echt wel bovenuit. Daarachter zijn de nummers drie en vier (De La Puente en Fernandez) ook in uitstekende doen. Ik kom achter die vier spelers maar veel verschil zit er uiteindelijk niet tussen. Ik ga gewoon alles geven en dan zullen we zien waar ik zal stranden.”

Jij hebt jouw rijke, olympische ervaring wel als een plus.

“Klopt, ik heb inderdaad nogal wat ondervinding op dat gebied. Maar al die spelen waren uiteindelijk anders. Op mijn eerste, in Peking, ben ik voornamelijk een beetje de temperatuur gaan opmeten. In Londen was ik al wat competitiever. Naar de derde spelen, in Rio, ging ik voor een medaille en heb ik die ook behaald. Dat was ook het plan in Tokio maar daar kende ik geen succes (Joachim verloor er in de achtste finale en moest na die wedstrijd gehospitaliseerd worden nadat hij in het olympisch dorp onwel was geworden, red). Het is dus altijd anders, dat voel je al als je toekomt. Dus ja, ik heb die ervaring, maar dan nog moet je afwachten hoe het tornooi zijn beloop kent.”

Je gaat ook opnieuw op Roland Garros spelen, een site die je goed kent en waar je wel eens de steun van heel wat Belgische supporters zou kunnen krijgen.

“Het is zonder meer heel positief om spelen te kunnen meemaken zo dicht bij huis. Londen was ook niet veraf maar Parijs is nog toegankelijker. Ik denk ook wel dat ik iets bekender ben geworden bij het grote publiek en dus geloof ik ook wel dat er wat volk mij, en de andere spelers, gaat aanmoedigen. Wat leuk is, is dat het publiek niet daar is om de Paralympische atleten te leren kennen maar wel om echt te komen supporteren. Dat klinkt gewoon positief en opwindend.”

Het zijn jouw vijfde spelen maar tegelijk ook je laatste spelen, omdat je beslist hebt om eind 2025 je carrière te beëindigen. Met welk gevoel zal je het tornooi dan aanvatten?

“Ik stop er inderdaad mee eind 2025 en dat doet me niet zoveel meer omdat het een weloverwogen beslissing is. Mijn laatste deelname aan de spelen is natuurlijk iets anders. Het is ook daarom dat ik er deze keer dubbel en dik wil van genieten op de baan, maar zonder daarom mijn ambitie om er iets goed van te maken weg te steken. Het grootste deel van mijn brein staat toch nog altijd op een  goed resultaat geprogrammeerd.”

Ga je de andere Belgische atleten ook volgen?

Dat hangt er vanaf. Als ik in de finale zou geraken, zal ik geen tijd hebben (lacht). Maar als ik geen finale speel, ben ik dat natuurlijk van plan. Dan ga ik de andere Belgen aanmoedigen. Zeker omdat we echt wel veel kansen hebben op een medaille. Dus als ze, door één extra supporter, het verschil zouden kunnen maken, wil ik graag die persoon wel zijn.”

Heb je naast die bronzen medaille in Rio en je sportieve prestaties nog mooie herinneringen aan de spelen?  

Er is er niet eentje dat er speciaal bovenuit steekt maar elke keer dat we in het olympische stadion binnenkomen is telkens magnifiek. In Tokio was het misschien een ietsje minder omdat er geen publiek was, maar nu in Parijs, dat gaat heel speciaal zijn. Omdat het op de Champs Elysées is, hè. Dat is steevast kippenvel en rillingen van je voeten tot je hoofd en dat levert ongelooflijke souvenirs op, zeker omdat je zoiets niet elke dag meemaakt. Ook al zal het dan voor mij al de vijfde keer zijn, het blijft een uitzonderlijk moment. Ik wil dan ook voor niets in de wereld woensdag die openingsceremonie missen, ook al omdat ik toch pas op zondag in actie kom. Dan moet je gewoon profiteren van dat ongelooflijk moment.”   

Zeker nu je ook nog aangesteld bent als Belgische vaandeldrager.

“Dat is een heel grote eer! Zelfs voor een ‘ouwe’ zoals mij blijft dat iets onwaarschijnlijks. En dan nog op mijn laatste spelen. Op kop lopen van de Belgische delegatie betekent heel veel voor mij. Ik hoop dan ook de weg te tonen voor het hele Belgische, paralympische team en de jongere deelnemers bij te staan met mijn ervaring.”

Bedankt, Joachim, en veel succes.

David Goffin: “Ik heb het vertrouwen teruggevonden op het Amerikaanse hardcourt”

Met negen zeges op vijftien wedstrijden kende David Goffin (ATP 78) een vertrouwen gevende aanloop naar de U.S.Open. De oude versie van de ondertussen 33-jarige Luikenaar leek tijdens zijn route naar de halve finale in Winston-Salem terug opgedoken. Met 22ste reekshoofd Alejandro Tabilo (ATP 21) als tegenstander zal de beste versie van Goffin ook nodig zijn om een ronde verder te gaan. “Ik heb nog altijd het potentieel om hoger te geraken”

Een maand Amerika, opgedeeld in twee stukken – “Ik ben na Atlanta en Washington even terug naar huis gegaan om bij mijn vrouw te zijn” – resulteerde in een erg succesvolle terugkeer op het voorplan. Met halve finales in Cary (challenger) en Winston-Salem toonde Goffin dat hij nog niet uitgespeeld is. Na een wisselvallig seizoen was de constante in de prestaties van Goffin wellicht het opvallendste aspect van zijn remonte. “Dat klopt ergens”, gaf Goffin toe. “Maar voor mij was het geen grote verrassing. Ik voelde dat beetje bij beetje, met het werk dat we met het team en Yannis (Demeroutis) er op de trainingsbaan instaken, mijn niveau beter werd. Op Roland Garros speelde ik al enkele goede wedstrijden, op gras won ik een challenger (Ilkley) en daarna in Atlanta volgde er een stevige zege op Shapovalov en een goede match tegen een Cobolli in vorm. Er zat meer en meer een constante in mijn tennisniveau. Dat gecombineerd met erg goede trainingen liet ons weten dat er wel iets stond aan te komen. Dat resulteerde dus in negen matchen in elf dagen met een goede halve finale in Cary (Safiullin) en een halve finale in Winston-Salem. Superpositief maar eigenlijk gewoon het gevolg van het werk dat we erin gestoken hebben. Soms werpt dat niet direct zijn vruchten af, deze keer wel en dat stemt me erg tevreden.”

De rol van coach Yannis Demeroutis valt niet te onderschatten. “Dat is nu el enkele maanden geleden dat we helemaal terug van nul zijn begonnen”, aldus Goffin. “Terug naar de basis op fysiek, mentaal en tennistiek gebied. De veeleisendheid op training is verhoogd. Om mezelf en mijn tennis terug te vinden. En dat is beetje bij beetje gegroeid: meer solide, meer constant, meer agressiviteit, meer naar het net gaan. Alles wordt dan automatisch efficiënter bij mij. En dat is gebleken met al die matchen de laatste weken. Negen op elf dagen, dat is lang geleden. Ik heb alleszins het vertrouwen teruggevonden op het Amerikaanse hardcourt. Een periode die de laatste jaren voor mij niet altijd simpel is gebleken. Het is bijvoorbeeld dag en nacht verschil met hoe ik me hier vorig jaar voelde.”  

Maar gaat dat goed gevoel voldoende zijn om een moeilijke eerste ronde tegen het Chileense 22ste reekshoofd Alejandro Tabilo te overleven? Dat is een andere vraag. “Hij kan op alle ondergronden uit de voeten”, wist Goffin. “Een linkshandige die uitstekend serveert en erg agressief kan tennissen met zijn iets vlakkere backhand. Hij heeft goede handen en heeft er alleszins een sterk seizoen opzitten. Geen makkelijke loting maar ik ga gewoon verder doen met wat ik bezig ben. Ik ga proberen mijn beste niveau op te dissen en dan zullen we zien of ik die match kan winnen.”

Mentaal heeft Goffin voldoende ervaring in huis maar toch is dit een beetje een vreemde U.S.Open voor hem in de wetenschap dat dit zijn voorlaatste passage in New York is en er bovendien een hoogzwangere vrouw thuis op hem wacht. “Op mijn leeftijd weet je nooit maar ik hoop er volgend jaar hier nog bij te zijn”, glimlachte hij. “Ik stel mij er niet te veel vragen bij. Bovendien is de zwangerschap van mijn vrouw uitstekend verlopen, dat is ons geluk. Ik heb nooit ongerust moeten zijn. Er zijn ook geen signalen dat de baby wat vroeger zal komen, waardoor ik mijn tornooi met een gerust gemoed kan afwerken. Alles gaat goed.” Goffin weet nog niet hoeveel dagen vaderschapsverlof hij zichzelf gaat toekennen. “Dat moeten we nog even afwachten. De overgang van de Aziatische tornooien naar Europa gaat misschien wat moeilijk zijn maar al die Europese indoortornooien zou ik toch nog willen meepakken.” Opnieuw in de top 80 van de wereld, bijna papa en bijna 34 jaar oud maar Goffin wil niet aan uitbollen denken. “Ik wil nog hoger geraken!”, was hij stellig. “Ik voel me fysiek goed en mijn tennis is ook terug op niveau. Als ik zoals vorige week sereen en rustig kan spelen dan gebeuren er mooie dingen, tegen spelers uit de top 40-50. Ik meen alleszins dat ik het potentieel nog in me heb om hoger te geraken.”

Zizou Bergs: “Ik kus mijn vriendin zelfs niet meer”

Grote afspraak, dan staat Zizou Bergs (ATP 85) op scherp. In zijn eerste main draw op de U.S.Open moet dinsdag Pavel Kotov (ATP 63) het kind van de rekening worden. “Een loting die ik wel zie zitten”, gaf de Limburger mee terwijl hij toegaf dat de schrik er na het geval-Sinner ook goed inzit: “De neus van mijn vriendin zit dicht, zij gebruikt een neusspray en nu kus ik haar niet meer”

“Ik ben vooral blij dat ik op dit moment van het jaar enkel maar wat kleine kwaaltjes heb, geen grote blessures meer heb opgelopen. Dat was de uitdaging die we zijn aangegaan dit jaar en dat heeft goed uitgepakt”, aldus Zizou Bergs die in New York met Gert-Jan De Muynck, conditietrainer Kurt Jansen en zijn vriendin op stap is. “Mentaal zijn er wat ups en downs geweest. Ik heb sowieso mijn temparement. Maar weet ook dat er op de mindere dagen het meeste winst kan gehaald worden. Tennistiek zweef ik ergens tussen matig en goed. Ik vind ons goed aan het bouwen richting nieuwe doelen maar tegelijk loopt het nog niet helemaal gezwind. In Winston-Salem had ik twee goede overwinningen (Opelka en Etcheverry) maar haalde ik daar toch net iets te weinig vertrouwen uit. In die derde ronde tegen Michelsen liep mijn service dan voor geen meter en dat maakt het tegen zo’n soort speler gewoon veel moeilijker.”

Het is een lang seizoen, dat met de U.S.Open het laatste trimester aansnijdt. “Je voelt dat”, gaf Bergs toe. “Dat het gemiddeld enthousiasme voor ‘gewone ATP-tornooien’ ook went. Hoe jammer dat ook is. Maar ik weet ook dat ik op de grotere tornooien de zin, het enthousiasme en de wil heb om het beste van mezelf te geven. Dat is nog altijd iets dat ik nodig heb om topprestaties te leveren. Je hebt Roland Garros, Wimbledon, daarna de Spelen, New York en de Davis Cup. Daar wil ik presteren, me tonen. We hebben beslist om die grotere afspraken te blijven aangaan. Een moeilijke stap maar een stap die we moeten zetten om naar het volgende niveau te evolueren. Als we op het einde van het jaar nog moeten bijsturen met een challenger, zullen we dat wel doen. Maar nu probeer ik hier mijn weg te vinden.”

De weg in New York loopt eerst en vooral langs Pavel Kotov, een nonchalant ogende maar zeer talentvolle Rus. “Dat is een loting die ik wel zie zitten”, was Bergs duidelijk. “Gunstig, zonder meer. Je kan hier meteen tegen een topper vallen, hè, dat zou gewoon horror zijn. Dit geeft goesting en ik ken hem. Heb er vorige week nog tegen getraind in Winston-Salem. In principe een speler die mij toelaat om het beste uit mezelf te halen. We gaan ons zo goed mogelijk voorbereiden en dan zien we wel.” De U.S.Open zou onze landgenoot toch moeten liggen: beiden gedijen goed bij veel show en een luidruchtig publiek. “Bij de junioren was het mijn favoriete grandslamtornooi”, lachte Bergs. “Maar nu is het naar plaats drie of vier verdwenen. Roland Garros heeft voor mij dit jaar alles overstegen qua ambiance. En Wimbledon is sowieso ongelooflijk. Maar plaats drie van alle tornooien is nog altijd mooi bovenaan in het lijstje, hè.”

Bergs speelt ook voor het eerst dubbel op grandslamniveau. “Ik heb tijdens de interclub met mijn team in Aken heel wat dubbel gespeeld”, glimlachte hij. “En ik weet van mezelf dat ik een capabele dubbelspeler ben. Maar ik weet wel niet hoe mijn klik gaat zijn met mijn partner (Fabio Marozsan). Wij focussen ons op het enkelspel, voor alle duidelijkheid. We gaan geen dubbeltrainingen inlassen, om maar iets te zeggen. Maar het kriebelde om het eens te proberen.”

Wat de laatste week ook voor wat kriebels heeft gezorgd in de kleedkamer is het geval Jannik Sinner. De Italiaanse nummer een werd in Indian Wells betrapt op een minieme hoeveelheid van het verboden product clostebol maar meteen ook vrijgesproken van enige malversatie. Een spray van zijn kinesist voor een gekwetste vinger die via voetmassages bij Sinner was binnengedrongen de oorzaak. “In de vestiaires wordt er nog niet zo heel veel over gepraat”, aldus Bergs. “Je mag me naïef noemen maar ik geloof niet dat die gast bewust doping heeft gebruikt. Ik moet er wel bijzeggen dat ik niet geloof dat iemand in de tenniswereld dat tegenwoordig doet. Het geeft me alleszins de angst om zelf iets mis te doen. De neus van mijn vriendin is verstopt, zij neemt daarvoor een neusspray…ik kus haar dus gewoon niet!  In China en Argentinië eet ik geen vlees. Ik ben er ongelooflijk mee bezig!” De vrees om per ongeluk tegen de dopinglamp te lopen zit diep. “Het zou toch een ongelooflijke tegenslag zijn om bijvoorbeeld geschorst te worden omdat je drie testmomenten hebt gemist. Ik vul mijn whereabouts zelf in maar ben ook geweldig vergeetachtig, dus de kans dat ik dat ooit een afspraak zal missen…Of als je zo onbewust besmet raakt door een stom product, dat zou toch geweldig pijnlijk zijn. Nu, als het bij Sinner inderdaad via de kinesist gegaan is ben ik wel blij dat er zo snel uitklaring is gekomen voor hem. En dat dan weer voer voor discussie heeft opgeleverd is positief, want hopelijk maken ze de procedure nu voor elke speler zo snel.”   

Elise Mertens: “Tennis leeft hier en dat voelt goed aan”

Op de valreep toch nog reekshoofd begint Elise Mertens (WTA 34) maandag aan haar negende U.S.Open tegen voormalig dubbelpartner Veronika Kudermetova (WTA 44). “Afwachten wat het wordt want ik ben ook niet ongeschonden uit de voorbije weken gekomen”, wist Mertens die opnieuw met de linkerbil sukkelde.  

Billy heeft de nieuwste aanwinst van Elise Mertens. Haar negende, geadopteerde hond  is een Schotse collie (Lassie) en negen en half jaar oud. Ze heeft hem nog niet gezien. Binnengehaald door de familie terwijl zij op de Amerikaanse tour zat. “Ik heb de voorbije maand drie tornooien gespeeld”, ging Elise Mertens dan maar over tot een analyse van die voorbereiding op de U.S.Open. “Redelijk moeilijke lotingen gehad met enkele nipte nederlagen en goede overwinningen. We staan nog altijd rond die top 30. Wat niet zo simpel is. Ook al omdat ik door de nieuwe WTA-regel verplicht ben om enkel maar grote tornooien te spelen.” Die regel, sinds dit jaar in voege, maakt dat speelsters uit de top 30 (waartoe Mertens begin dit jaar nog behoorde, red) geen WTA 250-tornooien meer mogen inschrijven. Wat de keuzes beperkter maakt natuurlijk. En ik de laatste weken veel op centercourts tegen straffe speelsters heb mogen uitkomen.”

Door het wegvallen van Ons Jabeur kreeg Mertens in New York op de valreep nog het status van reekshoofd toebedeeld. “En normaal ontwijk je dan de betere speelsters”, wist ze nog. In haar geval was dat echter niet helemaal aan de orde. Veronika Kudermetova stond anderhalf jaar geleden nog in de top tien. De 27-jarige Russin kende evenwel een moeilijk jaar met blessures en weinig overtuigende zeges. “Ik ken ze natuurlijk heel goed want ik heb er een seizoen lang mee gedubbeld”, zei Mertens. “Maar ik denk wel dat ze een blessure heeft gehad de laatste maanden; Ook in Torono en Cincinnati heeft ze niet meegedaan. Maar het wordt afwachten, want ook ik ben niet ongeschonden uit die tornooien gekomen. Had weer wat last van mijn linkerbil. Een geknelde zenuw. De kinesist is er hier gelukkig bij en nu heb ik geen last meer. Ik voel me klaar om te spelen.”

De U.S.Open is veruit het beste, of alleszins het meest constante, grandslamtornooi in de carrière van de Limburgse. Twee keer een kwartfinale (2019/2020) en vorig jaar ook weer een derde ronde (tegen Gauff). “En nog een paar keer vierde ronde ook”, wist Mertens. “Het is het laatste grandslamtornooi van het jaar en dan probeer je nog eens alles te geven. En de omkadering is impressionant, hè. Vandaag was het Kids Day en er was hier een massa volk. Je ziet dat tennis hier echt wel leeft en dat voelt goed. Terwijl er in België amper over tennis wordt gesproken, ook al hebben we met Zizou (Bergs) sinds enkele weken alweer een top 100-speler erbij. Toch niet slecht voor een klein landje.”

Vanzelfsprekend wordt er ook naar de dubbelprestatie van Mertens gekeken op de U.S.Open. Vooral omdat het met een Australian Open-zege gestarte vernieuwde partnerschap met Su-Wei Hsieh de laatste weken wat stroever liep. Na een exit in de tweede ronde op Wimbledon volgde opnieuw een snelle nederlaag in Cincinnati. “Ik heb hard aan haar moeten sleuren om Cincinnati te spelen, om toch maar iets van voorbereiding te hebben”, zuchtte Mertens. “Su-Wei is iemand die heel graag de grandslamtornooien speelt, en eigenlijk alleen nog maar die tornooien. Maar het gaat een beetje op en af, onze vorm. Als de klik er is kunnen we nog heel goed voor de dag komen. Als de klik minder is, dan is die vorm soms wat zoek.”    

Desalniettemin zal Mertens-Hsieh hoogstwaarschijnlijk wel op de WTA Finals in Riyadh terechtkomen. Wat een deelname aan de Fed Cup (in China) in de week erna vanzelfsprekend bemoeilijkt. “Dat is nog iets te veraf om nu al iets over te kunnen zeggen”, aldus de Hamontse. “Ik ga eerst nog mijn titel verdedigen in Monastir, al hangt mijn deelname daar natuurlijk af van mijn prestatie hier. Daarna volgt nog Peking en Wuhan en kijk of er nog energie in de tank zit en of het lichaam het nog houdt. Ik zou immers graag in de top 30 van de wereld eindigen. De top 20 lijkt me moeilijker haalbaar, we moeten realistisch blijven. Terug reekshoofd staan op de Australian Open is het doel. Het algemene niveau is ondertussen serieus gestegen. We hebben ook geen tornooien in overvloed op de kalender. En ik heb het gevoel dat iedereen elke week speelt.”

 

Greet Minnen: “Heb het gevoel dat ik goed sta te spelen”

Vier weken (Zuid-)Amerika met als apotheose de U.S.Open in New York. Greet Minnen (WTA 75), die in de eerste ronde met de Poolse Magdalena Frech (WTA 45) te maken krijgt, kijkt ernaar uit. “Ik ben zeker wel klaar voor mijn eerste ronde hier”, meende Minnen. 

“Het gaat goed met mij”, stak Greet Minnen in de Players Garden van het Billy Jean King Centre van wal. “In Toronto heb ik zeker een goede week gehad (tweede ronde uit de kwalificaties, red). Na die opgave met dat enkelletseltje in Barranquilla – ik wilde vooral geen risico lopen met het oog op de U.S.Open – deed ik het weer goed in Cleveland. Daar heb ik twee zeer degelijke matchen gespeeld op de hoofdtabel. Ik heb alleszins het gevoel dat ik goed sta te spelen. En ik ben zeker wel klaar voor mijn eerste wedstrijd hier.”

Die eerste partij volgt maandag tegen de eveneens in goede doen zijnde Magdalena Frech. “Ik heb er nog nooit tegen gespeeld maar ze kent een uitstekend seizoen”, wist Minnen. “Vorige week nog de kwartfinale gehaald in Monterrey. Maar bon, iedereen is hier heel goed. Er zijn geen makkelijke eerste rondes.” Vorig jaar haalde Minnen de derde ronde (tegen Kasatkina) op de U.S.Open. Dat resultaat was het toetje op een bijzonder seizoen waarin Minnen zich vanuit de lagere regionen van het WTA-circuit opwerkte naar het hoogste niveau. Dat ze in 2024 haar ranking min of meer heeft kunnen stabiliseren, met toch nogal wat punten te verdedigen, is daarom sowieso een goede prestatie. “Het was onze bedoeling dit jaar om zoveel mogelijk WTA-tornooien te spelen”, legde Minnen uit. “En dat is goed gelukt. Ik moest wel wat wennen aan het niveau want het is uiteindelijk mijn eerste jaar dat ik fulltime op de WTA-tour doorbracht. Het was daardoor ook een seizoen met nogal wat ups en downs maar tegelijk heb ik het gevoel dat ik veel ervaringen heb opgedaan en lessen heb geleerd. Plus lijkt het mij dat ik beter en beter aan het tennissen ben en makkelijker met de toppers meekan. Het wordt dus, volgens mij, gewoon geduld hebben en hard blijven werken, en dan komen er hopelijk nog mooie dingen.”

Coauteur van dit goed jaar is natuurlijk coach Philippe Dehaes. Die is er in New York niet bij. “Hij heeft zich net laten opereren aan een hernia in de rug en mag zes weken niet reizen”, verduidelijkte Minnen. “Die zit dus gefrustreerd thuis. Hij wordt hier vervangen door Xavier Moureaux (goede vriend van Dehaes en Steve Darcis, red), die lang op de ATP-tour heeft gewerkt (onder meer met Benoit Paire, red). Voor we vertrokken hebben we twee weken samen getraind en dit is onze eerste trip. Het gaat wel goed. Hij is een aangenaam en rustig persoon met veel ervaring. Dit is de eerste keer dat hij een vrouw coacht maar ik vind het wel fijn dat ik ook eens een ander perspectief krijg voorgeschoteld. Als de vrouwen meer als mannen zouden kunnen tennissen, is dat alleen maar positief. Het is de bedoeling dat we ook in de toekomst nog gaan samenwerken.”

Nog een nieuwtje in het circuitleven van Minnen: ze speelt geen dubbel meer, ook niet op de U.S.Open. “Ik ga me alleen op het enkelspel focussen”, zei ze. “Ook volgend jaar wil ik dat meer doen. Om te zien of de fysieke en mentale rust mij kan helpen in mijn enkelcarrière. Financieel is er natuurlijk een verschil maar dat hopen we te recupereren door beter te presteren in het enkelspel. Ik heb uiteindelijk de ambitie om een pak hoger te geraken – ik wil naar de top 50 – dan dat ik nu sta en dus heb ik het gevoel dat het belangrijk is dat ik dit nu probeer. De meeste top 20-speelsters zie ik enkel en dubbel ook niet combineren, ik denk dat dat met een rede is. Het tornooischema is nu eenmaal hectisch en non-stop, zodat het absoluut fijn is om af en toe ook wat rust te kennen thuis.” Maar eerst wil Minnen het seizoen nog sterk afsluiten. “Afhankelijk van mijn prestatie hier in New York ga ik misschien in Monastir spelen. Daarna een week thuis, om dan Peking en drie weken Japan af te werken.” Om af te ronden met de Fed Cup? “Zeker. Dat staat op de planning”

Gillé en Vliegen: “We willen de geschiedenis ingaan als het duo dat Andy Murray voor de laatste keer versloeg”

Op een bloedhete court 8 versloeg ons Belgisch duo Sander Gille en Joran Vliegen het Franse duo Arthur Fils en Ugo Humbert met 7/5 en 6/4. Het was een warme dag in Parijs maandag. Heel warm zelfs. Een temperatuur die ook de geesten verwarmde van sommige toeschouwers op court 8. Het leek op de wedstrijd van twee maanden geleden tussen David Goffin en Giovanni Mpetshi Perricard in de eerste ronde van… Roland Garros.

Net als David lieten Sander en Joran zich er niet door tegenhouden. “Ik denk niet dat we ooit al zoiets hebben meegemaakt, zelfs niet tijdens een Davis Cupontmoeting.” zei Joran Vliegen. “We wisten dat er veel Franse spelers zouden zijn, vooral op een zijbaan, en dat ze meedogenloos zouden zijn. Gelukkig hoorden we ook veel Belgen en dat gaf ons een boost.”

 

In deze speciale sfeer hadden de Belgen wat tijd nodig om in de wedstrijd te komen tegen twee spelers die nog nooit samen hadden gespeeld. “Het duurde even voordat we ons hadden aangepast aan hun manier van spelen en ons eigen spel vonden” geeft Sander Gillé toe. “Maar uiteindelijk konden we de sleutel vinden zonder ons te laten meeslepen door de sfeer van dit kleine veld. Ze begonnen erg goed en retourneerden goed op onze opslagen. In het midden van de eerste set pasten we ons beter aan hun spel aan en probeerden we meer aan het net te spelen in plaats van lange rally’s aan te gaan. Uiteindelijk maakte dat het verschil.”

Als logische winnaars van deze eerste ronde (7/5 6/4) treffen de Belgen het Britse duo Daniel Evans en Andy Murray, wiens laatste wedstrijd wel eens deze wedstrijd zou kunnen zijn. “Het is geweldig om tegen hem te spelen,” zegt Gillé. “Het is de eerste keer. Tegelijkertijd is het zijn laatste tornooi. We hebben veel respect voor hem en zijn carrière. Het is een geweldige kans om tegen hem te spelen en we gaan proberen om hem te verslaan. Het wordt een goede wedstrijd en we gaan er alles aan doen om de geschiedenis in te gaan als het team dat Andy Murray voor de laatste keer versloeg.” 

Noot: geciteerd in La DH, SudInfo en RTBF

Zizou Bergs: “In Los Angeles wil ik niet dat het een kwestie van geluk of pech is”. 

Tijdens de persconferentie die aan de vooravond van zijn vertrek naar Parijs werd georganiseerd, maakte Zizou Bergs duidelijk dat hij niet alleen naar Parijs ging om de nummers goed te maken. “Als ik mijn land vertegenwoordig, ben ik altijd sterker,” zei hij. Deze zondag, tegen Stefanos Tsitsipas, 12e op de wereldranglijst en de laatste winnaar van de ATP 1000 Monte-Carlo, liet Bergs zien dat het niet alleen bij woorden bleef. Tijdens de eerste twee sets duwde hij zijn tegenstander tot het uiterste. Hij brak zelfs vroeg in de eerste set en kwam aan het einde van de set heel dicht bij een nieuwe voorsprong. Helaas won de meer ervaren Tsitsipas de tiebreak, en niet zonder moeite, want Zizou had een setpoint op 6-5 voordat hij uiteindelijk met 8-6 verloor.

Maar de Belg gaf niet op en domineerde de tweede set van begin tot eind en won met 6-1. Het was aan het begin van de derde set dat de wedstrijd kantelde. Maar hoewel de score misschien hard lijkt (6-1), weerspiegelt het niet echt de strijd die werd geleverd op de baan van Simonne Mathieu. “Natuurlijk had ik liever gezien dat dit olympische avontuur langer had geduurd,” gaf Zizou toe aan RTBF. Maar ik had niet veel geluk met de loting. Ondanks dat was ik niet ver verwijderd van een stunt tegen nummer 12 van de wereld. Ik wist toen ik hier aankwam dat ik waarschijnlijk geen kans had om het podium te halen, maar ik droomde er nog steeds van om verder te komen dan deze eerste ronde. Maar deze ervaring is uitzonderlijk. Het is ongelooflijk om deze Olympische sfeer op te snuiven. Na de wedstrijd heb ik me uitgedost in Belgische vlaggen omdat ik één wou zijn met de fans. Over vier jaar ga ik er alles aan doen om bij de medaillekandidaten te horen. Hier had ik inderdaad geen geluk bij de loting, maar in Los Angeles wil ik niet meer dat het geluk mijn carrière bepaalt.

Het is een belofte die we zeker kunnen inlossen, want Zizou Bergs heeft de afgelopen maanden gestage vooruitgang geboekt en bewezen dat hij zich wel degelijk kan meten met de besten. Terwijl er geen Belgische spelers meer zijn in het enkelspel, zijn er natuurlijk nog wel twee spelers over in het dubbelspel, want Sander Gille en Joran Vliegen moeten hun eerste ronde tegen het Franse koppel Arhur Fils/Ugo Humbert nog spelen.

Olympische Spelen: Bergs staat tegenover Tsitsipas!

Met enig ongeduld keken we uit naar de loting voor de Olympische Spelen. Die was op zijn zachtst gezegd niet al te mild voor de drie Belgische spelers die in Parijs aanwezig waren.

Zizou Bergs komt uit tegen Stefanos Tsitsipas. De Griekse speler is misschien niet meer zo flamboyant als een jaar of twee geleden, maar hij staat nog steeds 12de op de wereldranglijst en heeft net de halve finales bereikt op het ATP-tornooi in het Zwitserse Gstaad. Bij de start van het gravelseizoen won hij ook het toernooi van Monte Carlo.

Dit wordt de derde ontmoeting tussen Zizou en Stefanos. Tsitsipas won het eerste duel in 2017 op de European Open in Antwerpen met een klinkende score van 6-0 6-3. De tweede ontmoeting is veel recenter en dateert van de Australian Open 2024, toen Zizou de eerste set met 7-5 won en de volgende drie sets met 6-1, 6-1 en 6-3 verloor. Sindsdien heeft de jonge Belg heel veel vooruitgang geboekt, zowel atletisch als mentaal. Stefanos Tsitsipas begint als favoriet, maar zoals Justine Henin dinsdag op de persconferentie zei: “Alles is mogelijk op de Spelen”. Zoals Zizou Bergs bevestigde. “Iedereen weet dat ik alles geef als ik voor België speel.

Sander Gille en Joran Vliegen, vorig jaar finalisten op Roland Garros, nemen het op tegen het Franse duo Arthur Fils en Ugo Humbert, die nog nooit hebben deelgenomen aan een toernooi of de Davis Cup. Desondanks zijn ze als achtste geplaatst, omdat er bij de Spelen ook rekening wordt gehouden met de ranking in het enkelspel. Ugo Humbert staat 15de op de wereldranglijst en Arthur Fils 20ste. Het zal dus een zeer open wedstrijd worden tussen een koppel dat gewend is om samen te spelen en een ander koppel dat bestaat uit twee uitstekende enkelspelers. Als ze winnen, kunnen Sander en Gille het opnemen tegen… Andy Murray en Daniel Evans, die het in de eerste ronde opnemen tegen Nishikori en Daniels. De drie Belgen spelen zaterdag 27 juli. Zizou staat als derde match gepland op de court Simonne-Mathieu, Sander en Joran staan als 4de match gepland op court 6.

Persconferentie Tennis Belgium met geselecteerde spelers voor Olympische en Paralympische Spelen

Vandaag organiseerden we een inspirerende persconferentie en open trainingssessie met onze Belgische tennisspelers die zich voorbereiden op de komende Olympische en Paralympische Spelen. Ook voormalig olympisch kampioene, Justine Henin, kwam exact 20 jaar nadat ze zelf olympisch goud behaalde onze spelers goede moed inspreken.

Onze atleten vertrekken woensdagvoormiddag met veel enthousiasme naar Parijs! Donderdag om 11u vindt de loting plaats. We wensen Zizou Bergs, Sander Gillé & Joran Vliegen en Joachim Gérard veel succes tijdens de Olympische Spelen (start op 27 juli) en de Paralympische Spelen (start op 30 augustus) in Parijs!  

Sander Gillé: “We, Joran en ik, zijn heel trots om een tweede keer aan de Oylmpische Spelen te mogen deelnemen. In Tokio mochten we al een eerste keer proeven van de Spelen, maar door het coronavirus hadden we toen niet de totaalervaring. We zijn dus blij dat we nu de Spelen volledig kunnen beleven zoals het hoort. Uiteraard vertrekken we met veel ambitie en gaan we ons voor de volle 100% geven. We hebben een professioneel team dat ons op alle vlakken ondersteunt, dus we geloven erin!”

Joran Vliegen: “Naar de Olympische Spelen mogen gaan, is een teken dat je het verdient op basis van je prestaties en resultaten van het afgelopen jaar. De voorbereidingen gaan heel goed. We hebben veel gesprekken gehad met het team om het spel van Sander en mezelf te optimaliseren. Het is nu aan ons om prestaties neer te zetten. Parijs is voor ons een vertrouwde plek waar we de omgeving goed kennen. We hopen uiteraard op een goede loting, maar we vertrekken sowieso met veel ambitie.”

Zizou Bergs: “Het is een ongelofelijke eer om mijn vaderland te mogen vertegenwoordigen. Net zoals op de Davis Cup in Kroatië hoop ik een tikkeltje meer te kunnen doen als ik speel voor België. De laatste weken waren een leuke aanloop naar de Olympische Spelen, waarbij we al konden proeven van de olympische vibe. De voorbereidingen gaven me veel energie en ik ben helemaal klaar om alles te geven. Ik heb in Parijs al goede resultaten neergezet, maar zal mijn beste tennis moeten bovenhalen tegen alle topspelers. Ik heb er heel veel zin in en hoop mooie momenten te kunnen beleven. Alles is mogelijk!”

Joachim Gérard: “Het voelt speciaal om deel te nemen aan mijn laatste Paralympische Spelen. Mijn ambities zijn elke keer dezelfde, en dat is terugkomen met de titel. De olympische medaille is de mooiste medaille die we kunnen hebben, dus daar ga ik voor. Er zijn veel goede atleten aanwezig in Parijs, maar ik ga mijn best doen om met een medaille naar huis te komen en te genieten van mijn laatste Spelen. Niets is onmogelijk, dat is zeker!” 

Justine Henin: “Ik ben blij om de Belgische selectie te kunnen aanmoedigen vandaag. De emoties die ik 20 jaar geleden ervaarde (cfr. Justine Henin won exact 20 jaar geleden goud in Athene) zijn nog steeds aanwezig, maar met een andere intensiteit. Het was een geweldige en uitzonderlijke ervaring om de Olympische Spelen mee te maken en dit zal ik nooit vergeten. Ik vind het leuk om af en toe mijn medaille nog eens te tonen aan anderen. Ik heb maar één tip voor ons olympisch team, en dat is genieten. Het wordt een groot, uniek avontuur en alles is mogelijk op een evenement zoals de Olympische en Paralympische Spelen. Ik wens ze het allerbeste!” 

Bart De Keersmaeker, Teamleader Tennis Team Belgium: “Parijs is voor ons bekend terrein, maar het is wel een andere context dan we gewoon zijn. Toch vertrekken we met veel ambitie naar Parijs. De spelers hebben al getoond dat ze goede resultaten kunnen neerzetten. Zizou heeft bewezen dat hij het kan opnemen tegen top 20-spelers, Sander & Joran draaien al meerdere jaren mee aan de top van het dubbelspel en Joachim gaat al naar zijn vijfde Paralympische Spelen. We gaan uit van onze eigen sterktes en geloven in onze kansen!”

Jeline Vandromme: “Dat ik hier mag spelen is magisch”

Met 6-1, 6-1 tegen de Koreaanse Jang maakte Jeline Vandromme (16) een geslaagd debuut op het gras van Wimbledon. Met Kim Clijsters in de tribune had ze zelfs een onverwachte supporter erbij. “Dat gaf me toch een duwtje om het extra goed te doen”, lachte Vandromme.

Het is het jaar van de ontdekkingen voor Jeline Vandromme. Het nummer elf van de wereld bij de junioren keek haar ogen reeds uit tijdens haar eerste passage op Roland Garros, waar ze trouwens een selfie met haar idool Aryna Sabalenka scoorde, en was, ondanks het lamlendige weer, ook onder de indruk van het decor op Wimbledon. “Het is echt fantastisch”, glunderde Vandromme die alvast van de gelegenheid had gebruikgemaakt om vier zeer gegeerde handdoeken in haar bagage te stoppen. “Zo speciaal, het gras is zo mooi. Het is ongelooflijk om hier rond te lopen en al die profspelers ook bezig te zien. Het uitzicht van al die deelnemers in het wit op het groene gras is zalig. Die traditie is echt wel cool. Dat ik hier mag spelen is ronduit magisch.”

Om het grastennis op zich te appreciëren had Vandromme wat meer tijd nodig. “Het was een beetje zoeken in het begin”, gaf ze toe nadat ze op het voorbereidende tornooi van Roehampton kansloos in de eerste ronde verloor. “De bots van de bal en zo. Het was allemaal heel anders dan ik gewend ben op gravel en op hardcourt. Maar dat weekje training heeft me wel geholpen om het beter onder de knie te krijgen.” Getuige haar prestatie in de eerste ronde van het juniorentornooi. “Ik had het goed onder controle”, zei de tiener die slaagde voor haar examens en nog één jaar middelbare school af te werken heeft. “Ik was mentaal ook rustig en ging voor mijn slagen.” En dat ondanks het typische Wimbledon-weer, met voortdurende onderbrekingen en heel veel wachten. “Ik vind dat niet zo erg”, zei Vandromme. “Dat hoort erbij.”

De kwartfinaliste van Roland Garros heeft geen grote verwachtingen voor Wimbledon. “Eigenlijk heb ik er geen”, glimlachte ze. “Het is voor mij de eerste keer op gras, dus ik wist dat het een grote aanpassing ging zijn. Ik probeer gewoon plezier te maken op de baan. De eerste keer was al superleuk. Ik ga gewoon die lijn proberen door te trekken doorheen het tornooi en dan zien we wel waar we stranden.” Haar eerste ronde was ook leuk omwille van het bekend volk in de tribune. Kim Clijsters, die hier meedoet aan het Legends-tornooi, kwam haar landgenote aanmoedigen. “Dat was cool”, glimlachte Vandromme. “Dat gaf me toch een klein duwtje bij om het extra goed te doen. Echt fijn van haar dat ze mij kwam aanmoedigen. Ik heb al een balletje mogen slaan met haar, en misschien ga ik ook wel enkele tips vragen over hoe ik het hier het beste aanpak, dat kan wel van pas komen.”  

De zomer kondigt zich redelijk goedgevuld aan voor de belofte. “Ik ga de ITF-tornooien van Koksijde (5 augustus) en Duffel (12 augustus) spelen. Daarna een juniorentornooi in Canada (Repentigny) en dan de U.S.Open”, wist Vandromme. “Ik kijk er echt naar uit om terug in België te spelen, dat vind ik zo fijn. Dan voel je toch de steun van het publiek, en dat is keileuk.” Supporters op post dan maar want het kan snel gaan met deze niet meer zo heel ruwe diamant.

Vliegen en Gille: “Het is erg teleurstellend om zo te eindigen”

Na een eerste ronde die in een voetbalsfeer werd gespeeld, moest het Belgische duo Sander Gille en Joran Vliegen het opnemen tegen een tennislegende. Andy Murray, die samen speelt met Daniel Evans, was de logische favoriet van het publiek, dat wanhopig hoopte dat de Brit zijn laatste Olympische avontuur zou voortzetten. Maar het was niet dankzij deze steun dat de Belgen verloren. Joran en Sander speelden niet hun beste tennis.  

“We speelden geen goede wedstrijd, we maakten veel fouten van begin tot eind,” gaven ze toe na hun wedstrijd. Net als een dag eerder begonnen de Belgen slecht, maar in de tweede set kwamen ze terug. “We bleven vechten en bleven in de wedstrijd.” Zozeer zelfs dat ze erin slaagden de Britten tot een super tiebreak te dwingen. 

“Ja, we hielden inderdaad stand, zozeer zelfs dat we twee matchpunten kregen en we dus hadden kunnen winnen (9-7 in de super tiebreak). Dus het is heel jammer dat we niet hebben gewonnen. We kwamen heel dicht bij winst. En natuurlijk zijn we niet blij na zo’n wedstrijd. We kwamen goed terug in de wedstrijd in de tweede set en de super tiebreak, maar het verschil werd gemaakt op kleine details, vooral op de belangrijke punten. En we weten dat Andy Murray veel ervaring heeft in het omgaan met die momenten. Het is een zeer bittere nederlaag en het is een enorme teleurstelling om niet door te gaan. Je kunt niet blij zijn als je twee matchpoints hebt gehad. We hebben wat ervaring kunnen opdoen in een geweldige sfeer, dat is waar, maar het is jammer om zo te eindigen.”

Er zijn dus geen Belgen meer in het tennis op de Spelen in Parijs. Over een maand is het de beurt aan Joachim Gérard om terug te keren op de banen van Roland Garros voor zijn laatste Paralympische Spelen.

Opmerking: quotes via La DH en SudInfo

Sander Gillé en Joran Vliegen: “Roland Garros heeft ons altijd een goed gevoel gegeven”

Na Tokio mogen dubbelspecialisten Sander Gillé en Joran Vliegen nu ook naar de olympische spelen in Parijs. Het voorlopig zevende beste dubbelpaar van 2024 doet dat niet zonder ambitie: “We kennen de omgeving en de omstandigheden, Roland Garros heeft ons altijd een goed gevoel gegeven, we moeten daar dan ook met vertrouwen naartoe”

Limburgers Sander Gillé (33) en Joran Vliegen (30) behoren sinds een jaar of drie tot de absolute wereldtop in het dubbelspel. Hun finale op Roland Garros vorig jaar onderstreepte dat nog maar eens waarbij het Parijse tornooi zonder meer hun favoriete biotoop is en gravel hun geprefereerde ondergrond. Hun zege in Monte Carlo eerder dit seizoen en een nieuwe kwartfinale op de French Open eind mei – waarin ze nipt de duimen moesten leggen voor het tweede reekshoofd Bopanna-Ebden – leverden nog wat meer bewijs. “Que omgeving en ondergrond ligt dat tornooi ons het best van het hele jaar”, wist Vliegen. “Met de loting weet je natuurlijk nooit. Er gaan een aantal teams zijn die normaal gezien nooit samenspelen, ook wal enkelspelers die samen gaan dubbelen en supergevaarlijk uit de hoek kunnen komen. Maar we moeten daar wel degelijk met vol vertrouwen naartoe gaan, omdat het uiteindelijk een heel gekende en fijne locatie is. Die heeft ons altijd een goed gevoel gegeven.”

Van de duo’s die aan de top van het dubbellandschap kamperen zijn enkel de Italianen Bolelli-Vavassori (huidig nummer een van de wereld), de Duitsers Krawietz en Putz (nummer zes) en de Argentijnen Gonzalez en Molteni (nummer tien) directe concurrenten die ook geselecteerd zijn. Teams als Ram-Krajicek (Verenigde Staten), Skupski-Salisbury (Groot-Brittannië), Ebden-Peers (Australië) en Mektic-Pavic (Kroatië) hebben dan weer in het verleden samengespeeld. En dan heb je nog de speciale tandems: Carlos Alcaraz en Rafael Nadal, Taylor Fritz en Tommy Paul of Jannik Sinner en Lorenzo Musetti. Dubbelkoppels gevormd door enkelspelers van wereldklasse. “Nee, Alcaraz-Nadal in de eerste ronde tegenkomen, daar word je niet vrolijk van”, glimlachte Gillé. “Maar iedereen is te kloppen. En we hebben al eens tegen Nadal gespeeld op de United Cup (2020), dus het zou niet de eerste keer zijn. Sommige ploegen zullen lastig zijn. En de combinatie enkel -en dubbelspeler is in het algemeen vaak al gevaarlijker. Maar het wordt dus afwachten wat de loting brengt.”

In Tokio drie jaar geleden leverde die loting een duel op met de noorderburen Koolhof en Rojer. Net zoals heel die door Covid aangetaste en aangepaste olympische spelen geen al te beste ervaring voor Gillé en Vliegen. Daarom willen ze nu beter doen en vooral alles van op de eerste rij meemaken. “Vorige keer werd ons afgeraden om mee te stappen in de openingsceremonie, omdat die te lang duurde en het te vermoeiend zou zijn”, legde Gillé uit. “We hebben dat dan niet gedaan, en toch verloren in de eerste ronde. Nu ga ik er dan ook alles aan doen om erbij te zijn. Uiteindelijk is het iets unieks en bovendien kennen we onszelf ook goed genoeg, na zoveel jaren op de tour, om zorgvuldig met onze energie om te springen. We willen niet rebels zijn maar zo’n ouverture is toch een hele belevenis en je weet nooit of het de laatste keer gaat zijn. Ik zou het graag wel eens meegemaakt hebben.” 

Ook Vliegen is daar voor te vinden, als liefhebber van alles wat met de olympische spelen te maken heeft. “Ik heb daar als kind al graag naar gekeken”, gaf hij toe. “Meegeleefd met de verschillende sporten, de openingsceremonie gevolgd, heel die sfeer die er rond hangt ook. Dan was onze eerste deelname, qua belevening en hoe het er door Covid aan toe is gegaan, wel wat een deceptie. Dus nu ben ik superopgewonden en kijk ik er enorm naar uit om het in Parijs volledig in mij op te nemen, met alles erop en eraan. Ik zou het wel cool vinden om wat van die typische olympische sporten, zoals atletiek of zwemmen, mee te pikken. En eventueel ook een iets minder bekende maar spectaculaire sport kunnen volgen. Of we tijd gaan hebben is natuurlijk een ander verhaal.” Hopelijk steekt hun prestatie op het olympisch tennistornooi daar dan een stokje voor. “Wij zijn alleszins heel content dat we naar Parijs mogen”, vulde Gillé nog aan. “Het was één van de twee hoofddoelen dit jaar (het andere is de ATP Finals in Turijn, red) , dat mogen we al afvinken. Ook fijn dat we nu de echte editie van de olympische spelen kunnen meemaken. En dan nog dicht bij huis, waarbij familie en vrienden kunnen komen kijken. Super.” 

 

Zizou Bergs: “Als ik de Belgische liefde voel, kan ik altijd wat meer”

Het is het jaar van de doorbraak voor de 25-jarige Zizou Bergs. Met heel wat nieuwe ervaringen en naar één daarvan kijkt hij met superveel goesting uit: zijn eerste olympische spelen in Parijs. “Het is bijzonder om daar voor de eerste keer bij te mogen zijn”, grijnsde Bergs.

Het had wat voeten in de aarde, en een paar welgekomen afzeggingen, maar Zizou Bergs mag zijn koffer voor Parijs dan toch maken. De 25-jarige Peltenaar kende amper een maand geleden nog zijn grote triomf op het gravel van Roland Garros met een derde ronde uit de kwalificaties en mag binnenkort opnieuw proberen wat stuntjes voor mekaar te krijgen. Nu met de Belgische driekleur nog wat manifester op de borst gespeld, iets dat Bergs wel ligt. “Het is een enorme eer”, zei de Limburger. “Om je land te mogen vertegenwoordigen op de grootste sportcompetitie ter wereld is iets unieks. Om daar in Parijs mooie momenten te mogen beleven voor België, dat zou fantastisch zijn. De meeste mensen weten wel dat als ik voor mijn land mag spelen, als ik de Belgische liefde voel, dat ik altijd wat meer kan. Dat geeft me sowieso een extra boost. Ik kijk er dan ook enorm naar uit.”

Op Rublev, Shelton en mogelijk de geblesseerde Hurkacz na is zowat de hele wereldtop aanwezig aan de Porte d’Auteuil, waar het olympisch tennistornooi op 27 juli van start gaat. Drie jaar geleden haalde Alexander Zverev nog goud in Tokio na een finale tegen Karen Khachanov, Pablo Carreno Busta bracht voor Spanje brons mee naar huis. Novak Djokovic zal er deze keer op gebrand zijn om die lacune (gouden medaille) op zijn palmares in te vullen maar met Sinner, Alcaraz, Zverev, Nadal, Ruud en Rune is de concurrentie niet van de poes. Een derde ronde van Olivier Rochus in Peking, van Steve Darcis in Londen en van David Goffin in Rio is tot nu telkens het eindstation gebleken voor de Belgische mannelijke tennissers op de olympische spelen. Misschien kan Bergs een evenaring als mooie doelstelling vooropstellen?

Uiteindelijk komt hij nog maar net kijken op het hoogste niveau en zal het vooral een goede ervaring en een fijn intermezzo worden in een druk seizoen. Bergs wil alleszins de hele olympische belevenis in zich opnemen. “Mij moeten ze niet vragen wat ik vrijdagavond ga doen”, lachte hij. “Dat is lekker op die boot zitten, om alles van die openingsceremonie mee te maken We moeten realistisch zijn, ik kom waarschijnlijk niet direct in aanmerking voor een medaille. Maar het is geweldig bijzonder om daar voor de eerste keer bij te mogen zijn.” Dan zal hij waarschijnlijk ook wel graag een beetje van andere disciplines proeven en andere atleten willen ontmoeten. “Ik ben een sociale jongen”, grinnikte hij. “Ik zal wel wat mensen leren kennen en zo zal ik misschien dan bij hun sporten uitkomen om eens een kijkje te gaan nemen.” 

David Goffin: “Een Wimbledon die ik me nog lang ga herinneren”

Hier zijn geen woorden voor. In een match over twee dagen tegen Tomas Machac (ATP 39) leek lucky loser David Goffin (ATP 83) op weg naar een makkelijke zege, maar 4-3 (40-15) in set drie en vooral een 5-0-voorsprong in set vijf volstonden niet. De Luikenaar moest finaal met 6-3, 6-3, 4-6, 1-6, 6-7(5) inbinden. Zeer zuur.

Dit moest je met eigen ogen gezien hebben om het te geloven. Na een sterke start op dinsdagavond (6-3, 4-2) ging David Goffin woensdagnamiddag onder een grijze hemel rustig verder op dat elan. Tomas Machac leek vooral in set drie rijp voor de slachtbank. Maar de 23-jarige Tsjech werd in leven gehouden door de tien jaar oudere Goffin die drie breaks niet liet resulteren in set -en matchwinst. De machine stokte en Machac kreeg de zijne aan de gang. Begin vijfde set leek onze landgenoot dan toch opnieuw het verschil te maken, het tempo ging omhoog en Machac kon niet meer volgen. Tot 5-0…

“Het was zwaar, dat verlies van die derde set”, zuchtte een aangeslagen Goffin. “Ik begon wat gespannen en vermoeid te raken. Ik voelde dat het me aan het ontsnappen was. Hij is bovendien een speler die weinig weggeeft. Als jij er niet voor gaat, zal hij het je niet schenken. Ik heb bovendien niet goed geserveerd. Dat had me wel wat kunnen helpen. In het begin van de vijfde set ben ik wat agressiever gaan spelen en ging het plots snel. Daarna is hij toch nog niet gekraakt. Is hij er blijven voor gaan. Telkens ik de intensiteit wat liet zakken, begon hij er weer in te geloven. Ik voelde dat hij in de rally niet meer miste, daarom ben ik in het begin van de supertiebreak voor iets te veel gegaan en heb ik wat foutjes gemaakt. Het is spijtig, maar zo is tennis nu eenmaal. Een harde sport soms.”

Op zijn leeftijd en met zijn bagage kon je wel verwachten dat de voormalige nummer zeven van de wereld de ervaring zou hebben om deze wedstrijd over de streep te trekken. Maar de spanning leek hem toch nog parten te spelen. “Kijk, soms gaat alles vanzelf en kan je op de belangrijke momenten je beste tennis bovenhalen”, zuchtte Goffin. “Maar op andere ogenblikken ga je moeilijker om met zulke situaties. In een seizoen, in een carrière kom je alles tegen. Het gebeurt dat je niet zo goed tennist maar op het juiste ogenblik wel wat geluk hebt om een set of een match af te maken. Soms gaat alles vanzelf en besef je zelfs niet dat je een setpunt aan het spelen bent. Dat hangt vaak samen met hoe je je voelt, het belang van de wedstrijd of de sereniteit.”

Een bewogen Wimbledon komt zo op een opmerkelijke manier tot zijn einde voor Goffin. “We moeten beginnen bij het begin”, kon er zelfs een glimlach af. “Ik mis maar nipt een rechtstreekse plaatsing op de hoofdtabel. Beslis dan om naar Ilkley te gaan waar ze net voor de halve finale doodleuk meegeven dat de wildcard (normaal gezien uitgedeeld aan de winnaar, red) naar een Brit gaat. Dus moet ik langs de kwalificaties. In de laatste ronde speel ik daar een match (tegen Bellucci) die ik ook had kunnen winnen maar waarin mijn tegenstander heel sterk speelde. Ik ga daarop naar huis en neem enkele dagen vakantie. Uiteindelijk krijg ik een telefoontje met de boodschap dat er nog maar twee spelers moeten afzeggen, waaronder mogelijk Murray, en ik een kans heb om mee te doen. Dus ben ik zondagnacht om half een van Monte Carlo naar Lyon gereden en ben ik maandagmorgen om 10h15 hier aangekomen, net op tijd om te tekenen. Dat was allemaal zeer nipt. Ik heb dan ook maar een half uurtje een balletje geslagen.  Daarna volgde een dag lang wachten, anderhalve set spelen, en vandaag zo eindigen…Een Wimbledon die ik me nog lang ga herinneren.”

Het vervolg dient zich voor Goffin normaal gezien al redelijk snel aan, al hield hij wel nog een slag om de arm: “Ik ben ingeschreven voor de tornooien van Newport (15 juli), Atlanta en Washington maar we gaan overleggen met het team en zien hoe ik me voel.”

Greet Minnen: “Heel tevreden van mijn wedstrijd”

Een fijne ervaring, die eerste wedstrijd op Court 1 van Wimbledon, en een geweldige partij, die tweede ronde tegen Jasmine Paolini (WTA 7). Greet Minnen (WTA 80) kan veel positiefs uit die 6-7, 2-6-nederlaag halen. “Jammer dat zij met zoveel vertrouwen staat te tennissen”, grijnsde ze.

Twintig minuten voor aanvang van hun partij kregen Greet Minnen en Jasmine Paolini plots te horen dat hun duel op het tweede centercourt van Wimbledon zou plaatsvinden. Veel tijd om zich zenuwachtig te maken had de Turnhoutse dan ook niet. “Maar tegelijkertijd ook geen tijd om uw racket eventueel aan te passen aan de nieuwe omstandigheden”, wist Minnen. Terwijl Elise Mertens, die voor Minnen op de baan stond, sprak over een supertraag terrein, vond Minnen dan weer dat de ballen hard door de lucht vlogen. “Het dak was natuurlijk ook dicht. Daarom leek het toch sneller te gaan. Ik vond het alleszins sneller spelen dan in mijn vorige match op baan achttien. Maar al bij al was het een zeer fijne ervaring en een bonus dat we in zo’n stadion mochten aantreden.”

Ook fijn, de prestatie van Minnen. In de hoogstaande eerste set kwam het maar op enkele punten aan in een spannende tiebreak. “Tja, je ziet dat zij met vertrouwen staat te spelen. Ze slaat ongelooflijke ballen op belangrijke momenten. Ik denk niet dat ik iets verkeerd heb gedaan, ze was gewoon heel sterk. In de tweede set ging ze nog meer voor haar shots, met nog meer vertrouwen, zonder fouten. Ik kwam nog goed terug, door opnieuw wat agressiever te tennissen, maar in die laatste twee games deed ze het weer uitstekend. Ik ben op zich zeer tevreden over mijn match. Heb een hoog niveau gehaald. Zij was gewoon sterker. Chapeau voor haar, ze heeft al zoveel matchen gespeeld en heeft ook een goed hoofd op haar schouders staan. Ik denk dat ze wel ver kan geraken als ze zo verder blijft doen.”  

Ergens jammer dan dat je net nu een speelster treft in de vorm van haar leven. Paolini haalde de finale van Roland Garros en won zelfs voor het eerst in haar carrière twee matchen op Wimbledon. “Dat is heel spijtig”, glimlachte Minnen. “Want als ik dit niveau haal tegen iemand anders, met iets minder vertrouwen of iets lager gerangschikt, dan maak ik zeker een goede kans om door te stoten. Maar dat is de loting. In Roland Garros (Rybakina in ronde een, red) was dat net hetzelfde liedje. Ik moet gewoon reekshoofd staan in het volgende grandslamtornooi, dat is de enige oplossing.”

Deze grastournee was dan alleszins een goede aanzet om die sprong te wagen. “Ik mag heel tevreden zijn met wat ik heb laten zien. Ik denk dat ik terug progressie heb gemaakt. Dat gras heeft me goed gedaan op opnieuw met vertrouwen tennissen, om weer in mijn spel te geloven. Dat was na de gravelweken toch een beetje verdwenen. Ik kijk dan ook uit naar het volgende deel van het seizoen. We moeten gewoon hard blijven werken, blijven geloven, en dan gaan die resultaten ook wel eens mijn voordeel uitdraaien.”  

Elise Mertens: “Zij was on fire”

Op 75 minuten werd Elise Mertens (WTA 33) van Court 1 gespeeld door een ontketende Emma Raducanu (WTA 135). “Als ze zo tennist, is ze top vijftien waard”, meende Mertens die haar focus nu naar het dubbel verlegt.

Op papier leek het geen ondoenbare opdracht voor Elise Mertens. Maar thuisspeelster Emma Raducanu dacht daar anders over en haalde een ontzaglijk hoog niveau. “Zij heeft heel goed gespeeld”, moest ook Mertens toegeven. “Er waren weinig oplossingen voor te vinden. Ze was on fire. Ik ben blijven vechten maar ik kwam er niet aan te pas vandaag. Ik heb nog heel wat geprobeerd: naar het net te gaan, haar aan het lopen te brengen, maar het was moeilijk. Alles viel binnen of op de lijnen bij haar, ze leek soms met de ogen dicht te tennissen. Ik heb getracht haar uit het ritme te halen, maar dat is me niet gelukt.”

De 28-jarige Limburgse heeft ervaring met het tweede centercourt van de All England Club – “Ik speelde er al tegen Jabeur, Kerber en heel lang geleden (2017) ook Venus Williams”, wist ze nog – maar werd toch nog verrast door de omstandigheden. “De baan was héél traag”,aldus Mertens. “Dag en nacht verschil met de buitenbanen. Ik had het gevoel dat alle opslagen terugkwamen en dat je ongelooflijke rally’s moest spelen om het punt te maken. Ja, het verschil was groot.” Maar het was toch vooral de kwaliteit bij Raducanu die het grootste obstakel vormde. “We gaan zien of ze dit niveau kan volhouden”, gaf Mertens haar mening over de U.S.Open-winnares van 2021. “Met dit spelpeil ben ik echt wel benieuwd hoever ze kan geraken hier. Zoals ze nu speelt situeer ik ze rond de top vijftien. Ze heeft ondertussen toch ook die grandslamervaring en krijgt de steun van het thuispubliek. Maar met die druk moet je ook kunnen omgaan natuurlijk.”  

Focus nu maar op het dubbelspel voor Mertens. “Ja, ik heb hier een finale te verdedigen”, glimlachte ze. “Ik zou hier toch graag weer op het hoogste schavotje geraken. Ik zal wel een tandje moeten bijsteken dan. Maar samen met Su-Wei Hsieh heb ik natuurlijk wel veel ervaring. Dus gaan we ervoor.”

Sander Gillé en Joran Vliegen: “Kwartfinale zou een goed resultaat zijn”

Gras is niet meteen hun lievelingsondergrond maar dat neemt niet weg dat Sander Gillé en Joran Vliegen met gezonde ambities aan de start van Wimbledon komen. “Als we bij de laatste acht zouden geraken, zou dat een goed resultaat zijn” Ze startten tegen het Argentijnse duo Etcheverry-Cerundolo.

Vijfde deelname aan The Championships voor het Limburgse dubbelpaar, waarbij een derde ronde vorig jaar hun beste resultaat was. Gezien hun status de laatste twee seizoenen – Gillé-Vliegen staan momenteel zevende in de race naar de Masters – mogen ze deze editie hoger mikken. “Een beetje zoals op Roland Garros: als we bij de laatste acht zouden geraken, zou dat een goed resultaat zijn”, meende Vliegen. “Maar je weet ook dat je in de derde ronde normaal gezien een ander reekshoofd tegenkomt. Het is natuurlijk wel niet onze favoriete ondergrond maar met een kwartfinale zouden we zeker tevreden mogen zijn.”  In Parijs riep Gillé hun team nog uit tot regelrechte titelkandidaten, op Wimbledon ligt dat anders. “Que niveau kan alles, je kan van iedereen winnen”, verduidelijkte hij. “Maar je kan hier ook nog eens tegen eender wie verliezen. Op Roland Garros kan je toch makkelijker het verschil maken. En daarbij mag je ook niet onderschatten dat we in de voorbereidingsperiode op Wimbledon geen enkele match hebben gewonnen. Dat heeft met vertrouwen te maken, te weinig mogelijkheden om te trainen, Joran die wat met zijn schouder sukkelde. Maar dat wil niet zeggen dat we het hier niet zouden kunnen omkeren. Vorig jaar hebben we tenslotte in de voorbereiding ook maar één zege uit de brand kunnen slepen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat we wel een goed resultaat kunnen neerzetten, maar dat de verwachtingen compleet anders zijn.”

Ondanks dat de dubbelspelers op Wimbledon een beetje stiefmoederlijk behandeld worden – zo mogen ze voorlopig niet trainen op Aorangi Park, het trainingscomplex van Wimbledon zelf – hebben beide heren wel een boontje voor het tornooi. “Ik kom hier wel graag”, aldus Gillé. “Naar Roland Garros ga ik graag omdat we er resultaten halen, hier gewoon omdat het mooi is. De traditie, de geschiedenis. Het is aangenaam. De regels en de kledij maken het nog wat specialer. En ik hoop hier nu ook eens een goed resultaat neer te zetten.” Met een eerste ronde tegen gravelspecialisten Thomas Etcheverry en Francisco Cerundolo kunnen ze alvast een fijne start nemen. Een mooie prestatie zou ook helpen om dat ultieme doel te verwezenlijken: kwalificeren voor de ATP Finals in Turijn. “Het is belangrijke om op de grote tornooien goede resultaten neer te zetten”, wist Gillé. “Langs de andere kant blijkt dat we minder punten hebben dan vorig jaar op dit moment. Er is dus een grotere verdeling van de punten, er zijn meer teams die meedingen voor die eerste acht plaatsen, waar vorig jaar een kleine cluster van ploegen de meeste punten vergaarde. Het ligt dus duidelijker dicht bij elkaar dit seizoen. Maar dat geeft ook het gevoel dat je hier niet per se hoeft te scoren. Het zou vanzelfsprekend wel helpen.” Hun planning is alleszins reeds afgestemd op dat grote doel. “Het wordt nog een heel drukke periode”, aldus Vliegen. “Met veel wisselen van ondergrond ook. Met waarschijnlijk de olympische spelen en de Davis Cup daar nog tussen. Maar we gaan toch vooral op die ATP 1000 -en ATP 500-tornooien mikken.”

Zizou Bergs: “Je wil Roland Garros opnieuw beleven. En als je dat op een haartje mist…”

Pijnlijk, die nederlaag (1-6, 4-6, 7-6, 7-6, 6-7) tegen een Fransman op de dag dat ook de Duivels in Düsseldorf in het zand beten tegen onze zuiderburen. Temeer daar Zizou Bergs (ATP 80) kansen genoeg had om Arthur Cazaux (ATP 98) klein te krijgen. Al gebied de waarheid ook om te zeggen dat het al een redelijk wonder is dat Bergs überhaupt aan een vijfde set geraakte. “Je wil die extra stap zetten en het is gewoon spijtig dat je die dan op een haartje mist”, aldus Bergs.  

“Van die laatste twee punten baal ik niet eens zo hard, die zijn gewoon goed gespeeld door hem”, zuchtte Zizou Bergs na die bijna geslaagde comeback waarbij hij niet alleen een twee sets tegen nul-achterstand goedmaakte maar ook in de supertiebreak van de vijfde set terugkwam van 0-7 en 3-8 naar 8-8. “Maar het gaat mij om die vijf sets lang waarin ik probeer een break te forceren (hij kreeg zeven breakpunten maar wist er geen enkele te pakken, red). En als het dan toch lijkt te lukken, met een trage bal die hoog uit de lucht kwam vallen en mij 100 procent uit leek, volgt er geen call en vergeet ik een challenge aan te vragen. Daar heb ik het zo moeilijk mee. Je bent zo aan het aanklampen, zo aan het vechten met jezelf om niet te kraken en hebt zo vaak tegenslag gehad, als ik kansen kreeg of een breakbal versierde. Dan is dat zuur. En een perfecte beschrijving van deze wedstrijd.”

Een match waarin Bergs inderdaad ook geregeld zichzelf tegenkwam op zoek naar zijn beste niveau. “Nee, ik heb mijn beste tennis niet laten zien”, wist de Peltenaar. “Maar op Roland Garros was dat ook het geval. Wou ik beter voor de dag komen? Sowieso. Over mijn mentale weerbaarheid valt wel veel goeds te zeggen. Het was vier en half uur een rollercoaster van emoties. En fysiek gezien is zo’n lange match iets waar ik voorheen alleen maar kon dromen. Maar tennistiek was het niet top. Ik hoopte gewoon van een beetje beter te zijn. Nu moet ik wel zeggen dat in Parijs heel wat tegenstanders zijn afgehaakt maar die gast vandaag dat niet deed. Die bleef zijn ding doen. Chapeau voor hem dus. Dat hij nooit gekraakt is ondanks het verlies van die tiebreaks, die breakballen en de druk op zijn opslag. Dan verdien je het ook wel om matchen te winnen.”

Ondanks de nederlaag, ondanks geen (constant) topniveau, ondanks de ontgoocheling viel er toch nog veel positiefs uit deze kwalificatie en eerste ronde op Wimbledon te halen. “Dat is zo”, beaamde Bergs. “Ik heb al vaker gezegd dat dat Zizou 24 is. Als de zaken niet vlot lopen, zoals in de tweede kwalificatieronde (tegen Herbert) hier waar ik begin derde set een serieuze zonneslag oploop, duizelig wordt, maar toch nog de wedstrijd win. Vandaag ook. Niet lekker in mijn vel op alle vlak maar mijn tegenstanders weten dat ik ga blijven vechten. Dat is gewoon een bijzonder goede evolutie.” Een evolutie die met vallen en opstaan gepaard gaat, een leerproces ook op dit niveau. “Tja, zo is het voor Zizou altijd wel gegaan”, glimlachte Bergs. “Steevast met een portie tegenslagen en moeilijkheden. Soms denk ik dat ik vertrokken ben, maar dan is er toch nog een lichte terugval. Je wilt nu eenmaal snel gaan, hard gaan, Roland Garros opnieuw beleven. Die extra stap zetten. En als je dat dan op een haartje mist, dan is dat geweldig zuur.”

Alison Van Uytvanck: “Ik kon de stress niet loslaten”

De ontgoocheling proefde je in elk woord van een aangeslagen Alison Van Uytvanck (WTA 254), die met 4-6, 3-6 onderuitging tegen qualifier Yuliia Starodubtseva (WTA 153). “Ik voelde me echt niet goed op de baan”, zuchtte de Brabantse. “Erg frustrerend.”

De spanning nam het over bij Alison Van Uytvanck. “Pas op, zij deed dat niet slecht”, gaf ze eerst nog een pluim aan haar Oekraïense tegenstandster. “Het meisje kan tennissen, speelt heel atypisch, doet heel veel rare dingen waardoor ze geen ritme geeft. Maar ik speelde op nog geen 50 procent van hoe ik hier heb getraind. Op het oefenveld ging het supergoed. Maar tijdens de wedstrijd geraakte ik niet los. Ik voelde me echt niet goed op de baan. Erg frustrerend.”

De wil om hier op Wimbledon haar comeback een boostje te geven nestelde zich in haar hoofd waardoor de druk te groot werd en het lichaam ook opspeelde. “Ik heb nochtans genoeg graswedstrijden gespeeld en heb ook voldoende ervaring maar ik kan de stress duidelijk niet loslaten”, zuchtte Van Uytvanck. “Ik heb daar vroeger ook al issues mee gehad en je hoopt dat het met ouder worden beter wordt, maar dat is niet het geval. Ik voel dan ook dat het lichaam daar op reageert. Zo denk ik dat ik een verrekking heb opgelopen in mijn kuit in mijn tweede set. Dit was inderdaad een kans om sneller terug te keren. Maar deze nederlaag maakt het alleszins niet makkelijker om het vervolg van die comeback te plannen.”

Van Uytvanck kon met haar beschermde ranking maar aan twee grandslamtornooien deelnemen (Roland Garros en Wimbledon) en moet nu nog wat plaatsen zien te winnen om zeker toegang te krijgen tot de kwalificaties van de U.S.Open. Voor de WTA-tornooien kan ze wel nog twee keer beroep doen op die ‘protected ranking’ om zich in te schrijven. “Maar ik heb nu vooral nood aan rust”, zei ze. “Mentaal ook. Het is al meer dan jaar geleden dat ik nog op vakantie ben geweest. Er was altijd wel iets rond die comeback te doen. En ik heb geen idee waar ik nu moet gaan spelen. Op gravel? Liever niet. Maar dat wordt dus een moeilijke puzzel. Eerst wil ik echter rust nemen, dat ik heb nu wel echt nodig.”

Elise Mertens: “Raducanu? Voor zo’n matchen leef je, hè.”

Het kostte wat meer moeite dan verwacht maar net als in de laatste vijf edities van Wimbledon plaatste Elise Mertens (WTA 33) zich voor de tweede ronde na een 2-6, 6-2, 6-4-zege op Nao Hibino (WTA 98). Nu volgt een krakertje tegen thuislieveling Emma Raducanu (WTA 135).

Na haar blessureproblemen van de laatste weken was het ergens logisch dat Elise Mertens pas in tweede versnelling aan haar eerste ronde tegen Nao Hibino begon. “Ik vond de baan ook erg snel spelen”, verraste de Limburgse. “Het was verschillend ten opzichte van de training op zaterdag. Mogelijk hebben ze het gras nog eens gemaaid. Daarnaast vond ik haar wel goed spelen in die eerste set terwijl ik er wat in moest komen. Maar ik voelde ook wel dat het wat tijd nodig ging hebben dat ik mijn ritme ging vinden. Bij 2-1 in de tweede set wist ik dat het kantelpunt eraan zat te komen. Ik begon wat meer initiatief te nemen en beter te bewegen. Maar ik moest wel bij de les blijven want zij gaf geen cadeaus.” Het lichaam was meteen uitvoerig getest én goedgekeurd. “Het heeft het toch drie sets volgehouden”, glimlachte Mertens die sukkelde met een ongemak aan de bilspier. “Ik wilde wel voorzichtig zijn vandaag maar dat ging eigenlijk niet vandaag. Nee, ik ben blij dat het goed is gegaan.”

In haar 30ste grandslamtornooi speelde de ervaring van Mertens ook een rol. Ze panikeerde niet na het verlies van de eerste set. “Zij begon heel sterk maar ik vroeg me toch af of ze dat niveau drie sets zou kunnen volhouden. Mocht dat het geval zijn dan stond ze waarschijnlijk hoger gerangschikt. Maar ik heb vanaf set twee ook meer kwaliteit gebracht. De opslag draaide beter en de mentaliteit was zoals altijd op de afspraak.” Haar ondervinding zou mogelijk in de ronde twee ook van pas kunnen komen. Met Emma Raducanu wacht de U.S.Open-winnares van 2021 die door blessures en de grote druk over het Kanaal nu al een tijdje achter haar beste resultaten aanholt. “Zij is natuurlijk de thuisfavoriete”, lachte Mertens. “Het zal waarschijnlijk wel op een grote baan zijn, mogelijk het centercourt. Maar voor die matchen leeft je natuurlijk, hè. Ik ga vooral naar mezelf kijken. Het is ongelooflijk wat zij heeft neergezet in New York: vanuit de kwalificaties zonder setverlies de titel pakken maar dat is ook alweer even geleden. En iedereen evolueert ondertussen. Ik probeer vooral  te kijken  naar hoe ze zich nu presenteert. Dus haar palmares zit niet in mijn achterhoofd, mede ook door mijn ervaring in grote matchen natuurlijk.”

Greet Minnen: “Paolini? Als ik goed speel, kan ik het iedereen moeilijk maken”

Job done! Greet Minnen (WTA 80) zette de gevoelens even opzij om met 7-5, 6-4 voorbij haar vriendin en dubbelpartner Heather Watson (WTA 198) te snellen. In ronde twee wacht reekshoofd zeven en Roland Garros-finaliste Jasmine Paolini (WTA 7).

Mooie baan, overvolle tribunes – “De Britten waren vroeg wakker’, grinnikte Minnen – en een gekende tegenstandster. Fijne omkadering om aan Wimbledon te beginnen. Greet Minnen leek bij de start van haar partij tegen Heather Watson dan ook nog eens makkelijk de bovenhand te nemen maar de machine stokte een beetje en wat aanvankelijk een ‘walk in Wimbledon Park’ leek te worden werd geleidelijk een beklimming van Henman Hill bij regenweer. Slipgevaar! “Chapeau voor haar”, gooide Minnen een bloemetje naar haar dubbelpartner. “Zij heeft echt goed teruggevochten. Weet je, ze laat je alle punten maken. Ze maakt weinig fouten, speelt niet superhard of agressief maar wel goed geplaatst en met veel lengte. Dus ja, ik had die eerste set 6-2 of 6-3 moeten winnen maar dat gebeurde dus niet. En dan is het een kwestie van kalm blijven. Ik wist dat ze bij 4-5 (toen Watson kon serveren voor de eerste set, red) ook wel een beetje shaky kon worden. Ze is niet met het grootste vertrouwen aan het te tennissen. Na de winst van die eerste set heb ik die lijn goed kunnen doortrekken.”

Zeg dat wel. In het laatste game kwam Minnen terug van 40-0 achter op de service van Watson om mooi uit te maken. Ze stond er dus duidelijk op de belangrijke momenten. “Ik weet niet hoe ik dat laatste spel gewonnen heb”, glimlachte ze. “Maar ik denk wel dat ik daar het verschil kon maken, door het feit dat  ik iets meer in mezelf geloofde.” Dat zal ze ook in de volgende ronde moeten doen, want daar wacht de aan een fameuze opmars bezig zijnde Italiaanse Jasmine Paolini. “Ik heb nog nooit tegen haar gespeeld”, wist Minnen. “Maar ze is de laatste maanden ongelooflijk goed bezig. Ze heeft in Dubai gewonnen, de finale van Roland Garros gehaald en vorige week (Eastbourne) ook weer de halve finale gespeeld. Een speelster die op alle ondergronden uit de voeten kan dus. Het zal dus sowieso een lastige match worden, daar zij heel veel vertrouwen heeft op dit moment. Maar tegelijk ook een mooie uitdaging. Ik moet in mezelf geloven, want als ik goed speel, kan ik het iedereen moeilijk maken.”

Elise Mertens: “Ben niet zonder vertrouwen aan het spelen. We gaan er gewoon voor”

De witte nagellak verraadde de liefde die Elise Mertens (WTA 33) voelt voor de tradities van Wimbledon. Al is ze dan wel voor het eerst sinds 2018 geen reekshoofd meer op The Championships. “Maar als top vier in het dubbelspel mag ik toch nog in de Champions-kleedkamer”, glimlachte ze. Mertens start tegen de Japanse Nao Hibino (WTA 94).

Het gezondheidsrapport. Zo rond Wimbledon, halfweg het seizoen, wordt dat het belangrijkste onderwerp van gesprek in de kleedkamers. Zeker ook voor Elise Mertens die de voorbije weken sukkelde met last aan de linkerbil. “Op een bepaald moment kon ik zelfs niet meer wandelen”, lachte ze. “Hoe ik dan nog de dubbeltitel heb gewonnen in Birmingham? Dat weet ik zelf niet! Ik heb letterlijk twee keer gelopen tijdens die dubbelmatchen. Op ervaring hebben we het dan maar gedaan. En met een goede partner, die wist dat ze veel zou moeten oplossen.” De 28-jarige Limburgse kende dus niet de perfecte voorbereiding op haar zevende Wimbledon-deelname. “In Eastbourne begin deze week heb ik die wedstrijd tegen Paolini nog uit voorzorg gestaakt”, aldus Mertens. “Omdat ik voelde dat het toch nog niet 100 procent was met die bil. Terwijl je hier op Wimbledon toch naar die 100 procent wil streven. Mijn kinesiste is ondertussen overgekomen uit België en dat zorgt ervoor dat het veel beter gaat. Maar ik ben pas twee dagen geleden terug begonnen met punten spelen, zeker niet ideaal.”

Ook niet ideaal, het gegeven dat ze geen reekshoofd meer is op Wimbledon. “Op één plaatsje na”, grijnsde ze. “Ach, zoveel verandert er niet. En misschien wil je wel liever vroeg op een reekshoofd botsen dan later op het tornooi, als ze al wat gerodeerd zijn.” Op Wimbledon krijgen de reekshoofden iets meer privileges, een aparte kleedkamer om maar iets te noemen, dan de rest van het deelnemersveld. “De top vier van het dubbelspel krijgen die status ook nog”, zei Mertens. “Ik mag dus nog in de Champions-kleedkamer binnen. Mooi meegenomen.” Uiteindelijk valt het dan allemaal nog wel mee, en zeker dat je in de eerste ronde Nao Hibino treft en niet meteen een topper krijgt voorgeschoteld. “Dat is zeker geen slechte loting”, meende ook Mertens. “Het is al heel lang geleden (Hobart 2017) dat ik nog tegen haar gespeeld heb maar ik moet toch vooral uitgaan van mijn eigen tennis.”

Met dat tennis haalde ze twee keer eerder de vierde ronde in Londen. Wie ziet zij dit jaar tot het einde meestrijden voor de titel? “Jessica Pegula kwam terug uit blessure en won meteen in Berlijn. Zij is toch iemand die verrassend uit de hoek kan komen”, noemde Mertens een opvallende naam op. “En als Iga (Swiatek) haar vertrouwen in het gras kan opkrikken dat ze ook wel zal meedingen naar de titel. Ik heb gehoord dat Sabalenka met de schouder sukkelt en hier en daar zijn er nog wel wat mensen die een mankementje hebben. Dus een verrassing valt niet uit te sluiten.” Misschien dat Mertens zelf daar ook van kan profiteren? “Hopelijk!”, lachte ze. “Maar we beginnen met de eerste ronde. En houden het lichaam goed in het oog. Het is alleszins niet zo dat ik zonder vertrouwen aan het spelen ben. We gaan er gewoon voor.”  

Greet Minnen: “Eerste ronde is een pittige uitdaging”

Een eerste ronde tegen je vaste dubbelpartner. Geen lachertje voor Greet Minnen (WTA 80) die met Heather Watson (WTA 199) een thuisspeelster treft op Wimbledon. “Op de baan gaan we dat aan de kant zetten en daarna zijn we terug even goede vrienden.”, aldus Minnen.

“Wimbledon blijft een speciaal tornooi”, stak Greet Minnen van wal. “Het blijft een enorme eer om hier te mogen spelen. Ik kijk dan ook enorm uit naar mijn eerste ronde op maandag.” Die ronde is op zijn minst ook een beetje vreemd te noemen, met de 32-jarige Britse Heather Watson treft de Turnhoutse haar vaste dubbelpartner, met wie ze ook op The Championships aantreedt. “Een pittige uitdaging”, wist Minnen. “Haar ranking is misschien niet meer wat het ooit was (Watson was in 2015 nummer 38 van de wereld, red) maar ik denk dat we ze zeker niet moeten onderschatten. Als Britse is ze als het ware opgegroeid op gras. En als mijn dubbelpartner kent ze me natuurlijk ook heel goed. Een speciale wedstrijd.”

Minnen en Watson gingen normaliter samen trainen op Wimbledon, maar dat plannetje werd dus gedwarsboomd door de loting. “Het is gewoon spijtig dat we elkaar in de eerste ronde treffen want we komen ook goed overeen”, zei ze. “Maar dat gebeurt nu eenmaal. Op de baan gaan we dat aan de kant zetten en daarna zijn we terug even goede vrienden.” Vriendinnen die op baan achttien mogen aantreden. “Tja, ik heb gehoord dat dat het terrein was van de legendarische wedstrijd tussen Isner en Mahut (70-68 na meer dan elf uur in 2010, red). Of ik het ook zolang ga trekken? Denk het niet”, lachte ze. “Dat gaat tegenwoordig ook niet meer, hè. Maar sowieso is het leuk om op zo’n baan te mogen spelen.”

Wimbledon is ook een beetje een kantelpunt van het jaar, halfweg het seizoen wordt een eerste balans opgemaakt. Zo deed ook Minnen dat: “Het was een half jaar met ups-and-downs. Ik had misschien toch een tikkeltje meer verwacht qua resultaten. Daar ben ik niet helemaal tevreden over. Tegelijkertijd heb ik wel het gevoel dat mijn tennis een pak beter is dan vorig jaar en dat ik blijf progressie maken. Het wordt afwachten en geduld opbrengen totdat die resultaten echt zullen volgen.” Met gerechtvaardigde ambities kijkt de Kempense dan ook vooruit naar het tweede deel van het seizoen, al regeert daar nu nog een beetje onzekerheid over. “Tja, geraak ik op de olympische spelen of niet”, vroeg Minnen zich af. “Daar heb ik nog niet veel nieuws over gekregen. Ik heb wel gehoord dat ik vier uit ben, maar tussen nu en het olympisch tennistornooi zit nog wel wat tijd, waarin speelsters kunnen afhaken of geblesseerd raken. Het is dan ook moeilijk plannen. Normaal gezien ging ik na Wimbledon even op vakantie. Maar met die mogelijk olympische selectie wordt dat niet eenvoudig natuurlijk.” Opteren voor een hotel met een gravelbaan dan maar?  

Zizou Bergs: “Mooi, strak in het wit, ik kan dat wel appreciëren”

Een stijve rug verkortte dan wel zijn training met Thanasi Kokkinakis op zaterdag maar verdreef niet de goede luim bij Zizou Bergs (ATP 79) voor aanvang van zijn eerste ronde tegen Arthur Cazaux (ATP 98) op maandag. “Ik wil even goed doen als op Roland Garros, of misschien zelfs een beetje beter”, keek hij met vertrouwen vooruit.

Om op een goed blaadje te blijven bij de vriendin van Zizou Bergs zullen we niet te ver uitweiden over het hoe en waarom van de rugproblemen maar de Limburgse klasbak had er dus wel een verklaring voor en ging er ook vanuit dat hij tegen maandag weer voluit zou kunnen gaan om aan zijn tweede Wimbledon-avontuur te beginnen. Beter kunnen we het over zijn alweer uitstekende prestatie van de afgelopen week hebben. Via de kwalificaties en Roehampton passeren is nooit simpel, zeker niet als je tot op het laatste moment hoopt rechtstreeks op de hoofdtabel te geraken. De ranking wordt zes weken op voorhand opgemaakt en Bergs bleek uiteindelijk twee uit, zodoende moest hij als nummer 80 van de wereld toch door de plaatsingswedstrijden ploeteren. “Het was mentaal zeer moeilijk”, gaf Bergs toe. “Ik had voorafgaand hier nog op Wimbledon met Grigor (Dimitrov) getraind, een fantastische ervaring en dan blijf je hopen dat je er toch nog in geraakt. Twee dagen voor de start van de kwalificaties had ik het dan ook echt kwaad. Ik was er totaal niet klaar voor. De eerste ronde was nog zo en zo maar na die wedstrijd heb ik gelukkig de switch kunnen maken, waarbij ik het geluk had dat er dan een zware partij volgde tegen Herbert. Daardoor kwam ook het besef dat ik echt wel zou moeten werken om mij te plaatsen. En daardoor stond ik er mentaal ook terug. Die laatste kwalificatiewedstrijd was daarna een bijzonder goede overwinning.”

Zo zit Bergs aan zijn derde grandslamtornooi op rij. De verwachtingen beginnen daarbij stilaan te groeien. “Roland Garros heeft wel geholpen om er nog meer in te geloven dat ik hier echt wel mijn plaats heb”, aldus Bergs. “Zeker op gras, waarbij mijn tennis misschien nog een ietsje meer tot zijn recht komt. Ik hoop dus ergens hetzelfde te doen als in Parijs (derde ronde) of zelfs een beetje beter. Maar ik weet ook wel dat die eerste ronde zich moeilijk aankondigt.” Arthur Cazaux is inderdaad een getalenteerde 21-jarige Fransman die op de Australian Open eerder dit jaar – zeges op Rune en Griekspoor – zijn doorbraak kende. “Hij is daarna even out geweest met een enkelblessure”, wist Bergs. “Maar hij kan erg goed uit de voeten op gras. Ik ken hem redelijk goed. Ik heb vorig jaar in de kwalificaties van de U.S.Open tegen hem gespeeld maar dat was geen eerlijke wedstrijd daar ik (door zijn polsblessure, red) mijn backhand enkel kon slicen. Hij speelt aanvallend maar kan ook goed counteren, een erg complete tennisser. Ik zal mijn beste beentje moeten voorzetten.” Het duel met Cazaux is ook een voorzet naar de voetbalwedstrijd België-Frankrijk op het EK in Duitsland. “Ik zorg voor de opwarming”, grinnikte Bergs. “Ik hou van de ambiance rond het voetbal, ook al heb ik er niet zo heel veel mee. Ik heb het bijvoorbeeld zelf nooit gespeeld. Maar ik hou natuurlijk wel van alle soorten sportcultuur.”

Dan zit je op Wimbledon wel gebeiteld. De gewijde stilte, de witte kledij, de traditie spat er vanaf. “Ach, ik hou van de ambiance eigen aan elk  grandslamtornooi”, zei Bergs met pretoogjes. “Als ik in Australië ben, laat ik me een nekmat en een snor staan. Op Roland Garros ga ik helemaal mee in de sfeer en hier vind ik het walhalla van tennis terug. De klassieke, traditionele spirit. Het voelt toch net een tikkeltje anders aan. Het is heel fijn dat je die geschiedenis een beetje mag opsnuiven. Mooi, strak in het wit allemaal. Ik kan dat wel appreciëren.”   

Alison Van Uytvanck: “Als ik rustig ben, kan ik hier mijn beste tennis spelen”

Jubileum voor Alison Van Uytvanck (WTA 252). Maandag begint ze tegen de Oekraïense kwalificatiespeelster Yuliia Starodubtseva (WTA 153) aan haar tiende Wimbledon. “Dat is cool”, glimlachte de Brabantse. “Vorig jaar heb ik niet meegedaan maar dat wil dus zeggen dat ik al van mijn negentiende naar Londen kom. Wel leuk.”

Sowieso was het leuk voor de 30-jarige Alison Van Uytvanck om weer van de partij te zijn op The Championships nadat ze vorig jaar verstek moest geven door haar rugblessure. “Het is altijd fijn om hier te zijn”, zei de Grimbergse die zes jaar geleden de achtste finale haalde op Wimbledon. “Ik speel graag op gras. Het voelt goed, het lichaam is oké, ik mag niet klagen. Pas op, ik heb wat kwaaltjes maar niets dat ge me gaat belemmeren om me helemaal te geven.” Dat lichaam was de voorbije twee seizoenen de boosdoener en dus het voornaamste zorgenkind tijdens de comebackpoging van het voormalige nummer 37 van de wereld. Ook de aanloop naar Wimbledon begon wel perfect – een titel in Surbiton – maar eindigde minder aangenaam met een opgave in de tweede ronde in het Italiaanse Gaiba. “Het was snikheet, daar in Italië”, legde Van Uytvanck uit. “Ik sukkelde al met wat buikloop en was eigenlijk helemaal uitgedroogd. Heb ik toch wee, drie dagen van afgezien. Mijn lichaam zei toen echt wel stop. Maar uiteindelijk niets ernstigs. Ik ben dan maar nog wat gaan trainen in Rosmalen en ben dan naar hier gekomen.”  

Van Uytvanck heeft een band met Wimbledon én met grote namen treffen op het heilige gras aan Church Road. Twee jaar geleden kreeg ze met Raducanu te maken, de editie daarvoor met Svitolina, in 2019 waren het Kuznetsova en Barty en het jaar daarvoor Muguruza, Kontaveit en Kasatkina. “Ik ben vooral blij dat ik hier tegen Barty heb mogen spelen”, grijnsde ze. “Kijk, als je al tien keer Wimbledon speelt, dan is het wel normaal dat je eens wat kleppers tegenkomt. Dit jaar is dat evenwel niet het geval.” Nee, Yuliia Starodubtseva mag dan meer dan 20 punten zijn op een scrabble-bord, op de WTA-tour is ze nog een relatief onbekend onderwerp. “Ik ken haar totaal niet. Maar ik kijk toch vooral naar mezelf. Ik heb ook vertrouwen na winst in die ITF 100 op gras. Dat was voor mij niets minder dan een test, om te zien of het niveau er nog was. En ik heb daar toch twee top 100-speelsters (Dart en Maria, red) geklopt. Het niveau is er dus en dat pak ik toch mee naar hier. Ik weet dat als ik relax ben dat ik mijn beste tennis zal spelen. Dus moeten we op zoek gaan naar die rust.” Hoe doet Van Uytvanck dat? Met een kalmerende wandeling door Hyde Park? “Zot”, lachte ze hard. “Ik blijf op het appartement, kijk naar een serie en ga eens goed eten. Ik doe niet zot. Eerder heel rustig.”

Wimbledon

Maandag start de 137ste editie van The Championships met meteen alle vier de Belgen in actie. De loting was eerder clement voor Elise Mertens, Greet Minnen, Alison Van Uytvanck en Zizou Bergs waardoor een vier op vier zeker tot de mogelijkheden behoort. Wij ontleedden alvast de eerste rondes van onze landgenoten zodat u  weet waar u op moet letten als u maandag in fanmodus gaat in de hoop dat de Belgen op gras, van Dusseldorf tot Londen, één groot feest mag worden.  

Elise Mertens (WTA 33) vs Nao Hibino (WTA 91)

Generatiegenoten die elkaar op hun lange carrière verbazingwekkend genoeg maar één keer eerder troffen. In 2017 won Mertens in Hobart makkelijk in de eerste kwalificatieronde van de ondertussen 29-jarige Japanse, waarna ze doorstoomde en haar eerste WTA-titel liet noteren in Tasmanië. Een goed omen voor hun duel op Wimbledon? Veel zal afhangen van het lichaam (been/heup) van Mertens dat de laatste weken wat opspeelde. Hibino speelde twee voorbereidingstornooien op gras en won daarin twee (kwalificatie)matchen. De beste prestatie van de 1m63 kleine Aziatische was een tweede ronde op Wimbledon, dan kan Mertens met haar twee achtste finales toch wel mooiere adelbrieven voorleggen. Een potentiële tweede ronde tegen 22ste reekshoofd Alexandrova of thuisheldin Raducanu ligt in het verschiet.

Greet Minnen (WTA 85) vs Heather Watson (WTA 196)

Deze dubbelpartners kennen elkaar erg goed maar speelden nooit eerder tegen elkaar. De Turnhoutse kende een zeer degelijke grastournee met een kwartfinale in Rosmalen en kwalificatie plus sterke eerste ronde tegen Ostapenko in Eastbourne en zal dus met het nodige vertrouwen aan haar vijfde Wimbledon beginnen. Voor de 32-jarige Britse heeft gras vanzelfsprekend ook geen geheimen. Watson speelde al meer dan 100 wedstrijden op deze ondergrond en haalde twee jaar geleden nog de vierde ronde op Wimbledon. Dit jaar kon ze haar wildcards in Nottingham en Birmingham maar matig verzilveren met amper één overwinning op haar conto. Geen toploting maar toch een grote mogelijkheid voor Minnen om op een tweede ronde tegen zevende reekshoofd Jasmine Paolini (of Sorribes Tormo) te mikken.

Alison Van Uytvanck (WTA 252) vs Yuliia Starodubsteva (WTA 153)

De 24-jarige Oekraïense is een nobele onbekende die de laatste twee seizoenen mondjesmaat van het allerhoogste niveau geproefd heeft. In de aanloop naar Wimbledon speelde ze enkel de kwalificaties van Berlijn maar in Londen plaatste ze zich wel knap voor de hoofdtabel. Starodubtseva klopte onder meer Bondar en Inglis en moest maximum zes games afstaan in haar wedstrijden. Opletten dus voor Van Uytvanck die haar grasseizoen opende met een opsteker van jewelste in Surbiton maar daarna wat pech kende met de loting en de plotse warmte. De Brabantse kan natuurlijk bogen op heel wat meer graservaring dan haar tegenstandster en mag ook het vooruitzicht van een tweede ronde tegen achtste reekshoofd Qinwen Zheng (of diens landgenote Sun) koesteren.

Zizou Bergs (ATP 79) vs Arthur Cazaux (ATP 98)

Handige jongen, die 21-jarige Fransman die eerder dit jaar op de Australian Open (achtste finale) zichzelf voorstelde aan het grote publiek. Cazaux heeft wel nog niet zo heel veel graservaring en liet in de weken voor Wimbledon geen enkele zege optekenen. Dan kan Bergs, die tijdens de plaatsingswedstrijden in Roehampton een prima indruk naliet, toch op wat meer grasondervinding steunen. Eén keer eerder stonden ze tegenover elkaar en toen beslechtte Cazaux, in de kwalificaties van de U.S.Open vorig jaar, eerder simpel het pleit in zijn voordeel. Ondertussen is Bergs evenwel een andere speler geworden en zal hij toch met het nodige zelfvertrouwen aan zijn tweede Wimbledon-hoofdtabel beginnen. Temeer daar een tweede ronde tegen 23ste reekshoofd Alexander Bublik (of de Tsjech Mensik) op zijn minst interessant is.   

 

Greet Minnen: “Getoond dat ik met de toppers kan wedijveren”

Geen vierde halve finale op een WTA-tornooi voor Greet Minnen (WTA 85). In Rosmalen vocht ze voor haar leven maar tweede reekshoofd Liudmila Samsonova (WTA 15) bleek met 6-4, 7-5 net iets te sterk. “Deze week was zonder meer positief”, zei Minnen. Na haar match spurtte ze trouwens richting Birmingham, voor het vervolg van haar grasseizoen.

Knappe repliek van Greet Minnen tegen de sterk serverende en hardslaande Liudmila Samsonova in de kwartfinale van ’s Hertogenbosch. De Turnhoutse knokte tot aan het gaatje – ze brak door de opslag van Samsonova toen die voor de zege serveerde – maar moest uiteindelijk toch inbinden voor het Russische sloopwerk. “Het was heel close”, had Minnen met haar eigen ogen gezien. “Zeker op het einde. Een paar ballen die het verschil maakten. Ik vecht mij goed terug in de match maar dan is het jammer dat ik meteen weer mijn service moet inleveren.”

De Kempense kan tevreden terugkijken op de voortzetting van haar grastournee. Vorige week kwartfinale in Surbiton, nu weer twee overwinningen in Rosmalen, waaronder tegen Donna Vekic, toch geen meeloopster. En vandaag dan weer het vuur aan de schenen van een topvijftienspeelster gelegd. “Ik ben zeker content”, bevestigde Minnen die in haar carrière tot nu toe één top 20-speelster wist te kloppen, Garbine Muguruza op Wimbledon 2022. “Ik heb mijn beste niveau getoond en tevens laten zien dat ik met die topspeelsters kan wedijveren. En er zelfs van kan winnen. Zonder meer positief dus.”

Dat geeft vertrouwen voor het vervolg in Birmingham en Eastbourne, alvorens het hoofdstuk Wimbledon aan te snijden. Minnen vertrok trouwens na haar kwartfinale als een hazewind richting Groot-Brittannië, omdat ze daar al op zaterdag aan de kwalificaties moet beginnen. “Ik zie die weken inderdaad met vertrouwen tegemoet”, gooide ze er nog achteraan.  

Zizou Bergs: “Voel dat ik die toppers kan aanpakken”

Zizou Bergs (ATP 81) is weer een ervaring tegen een topper rijker. Alex De Minaur (ATP 9) was met 7-5, 6-4 te sterk in de tweede ronde van het grastornooi in Rosmalen maar moest wel een 5-2-voorsprong ophalen en vooral erg goed tennissen. “Ik ben echt wel stappen aan het zetten”, wist Bergs.

“Ik wil wel eens zien hoe ik het doe tegen de toppers op gras”, had Zizou Bergs nog laten weten net na Roland Garros. Wel, hij werd in ’s Hertogenbosch op zijn wenken bediend. Eerste reekshoofd Alex De Minaur is bezig aan een uitstekend seizoen en kan als Australiër vanzelfsprekend ook goed uit de voeten op gras. Bergs nam zijn tegenvoeter snel onder uur en geraakte door een goed evenwicht te vinden tussen agressief tennissen maar niet forceren ook aan 5-2 in de eerste set. Moment dat De Minaur, als een echte wereldspeler, een tandje bij bijstak. “Ik had een goede, drukvolle start”, analyseerde Bergs zelf. “Kreeg daarbij ook nog wat foutjes van hem. Wat niet meer gebeurde vanaf 5-2. Ik werd daardoor wat verrast en begon zelf wat gas terug te nemen. Ik heb altijd het gevoel dat als ik echt in mijn sas zit dat ik iedereen kan uitdagen voor de zege. Maar vanaf dat moment had ik het gevoel dat ik er niet meer doorkwam en raakte ik wat in paniek. Pas eind tweede set begreep ik dat ik terug wat meer druk moest zetten, wat meer naar voren moest tennissen en daardoor fouten bij hem kon afdwingen. Een leermomentje.”

De Minaur is natuurlijk niet de eerste de beste. Bezig aan een uitzonderlijk seizoen – winst in Acapulco, finale in Rotterdam en reeds 30 overwinningen op zijn conto – en niet voor niets lid van de top tien van de wereld. “Hij is ongelooflijk stabiel”, wist Bergs. “Hij kan je spel uitstekend lezen op een of andere manier. Hij maakt het je heel moeilijk want hij kan in een foutloze modus gaan en terwijl toch nog agressief tennissen. Niet eenvoudig om daar een oplossing voor te vinden. Het gamma van toptienspelers gaat heel breed. Tegen Rublev moet ik het ene leren, tegen Tsitsipas of De Minaur iets anders. Het zijn goede leerscholen maar ik moet hier ook echt dingen uit halen.” Na Tsitsipas, Rublev, Shelton, Nadal en Dimitrov was De Minaur weer een nieuwe ervaring tegen een topper voor Bergs. “Ik zet deze wedstrijd op plaats drie of vier”, maakte hij een ranglijst van zijn eigen prestaties. “Tsitsipas kan je eigenlijk niet meetellen vanwege het fysieke probleem. Tegen Shelton was ik te terughoudend. Maar nu ging ik er wel voor, maar soms gewoon nog niet genoeg. Ik ben echt wel die stappen aan het zetten. Nu komt het erop aan om die uitdagingen te blijven opzoeken en dan weet ik dat dat moment wel gaat komen. Ik voel immers opnieuw dat ik de kwaliteiten heb om die mannen aan te pakken. Ik begin er alleszins meer en meer in te geloven.”

Bergs, die zoals geweten vergeten was zich in te schrijven voor de grastornooien van Rosmalen, Queen’s en Halle, weet nu wat gedaan. “Morgen ga ik naar Halle, om mij in te schrijven als ‘alternate’ (reserve voor de kwalificaties)”, glimlachte hij. “Als we last minute zien dat het niet gaat lukken, kan ik hetzelfde nog doen in Queen’s. In het slechtste geval speel ik dus niet, in het tweede slechtste geval moet ik nog een vlucht naar Londen pakken en in het beste geval blijf ik in Duitsland om daar mee te doen aan de kwalificaties.” Op tijd inschrijven hoort waarschijnlijk ook bij het leerproces.

Greet Minnen: “Geloof dat ik op gras ook van toppers kan winnen”

Lekker, zoals ze in ’s Hertogenbosch wel eens plegen te zeggen. Die zege (6-1, 0-6, 7-5) van Greet Minnen (WTA 85) op Donna Vekic (WTA 39) was haar beste overwinning van het jaar tot nu toe. “We hebben hard op het mentale aspect gewerkt”, zei de Turnhoutse trots. “Fijn dan als het werkt.” In de kwartfinale wacht een duel met Samsonova (WTA 15) of Naef (WTA 161).

In 2019 had Greet Minnen het nog al eens klaargespeeld, toen zelfs vanuit de kwalificaties naar de kwartfinale in Rosmalen. Dit keer had ze er een lichtjes bloedstollende partij tegen Donna Vekic voor nodig. “Het was lastig tennissen door de omstandigheden”, begon Minnen aan haar analyse. “Ik startte heel goed en kon haar vlot onder druk zetten. Tweede set werd zij agressiever en kreeg ze meer lengte en snelheid in haar slagen, waardoor ik verrast werd door het niveauverschil bij haar. Ik wist dat ik er begin derde set direct moest staan en dat heb ik getoond. Ik had die break voorsprong tot 5-4 maar kende dan een beetje pech om uit te serveren, ik deed de juiste dingen maar zij speelde enkele goede punten. Gelukkig ben ik mentaal rustig gebleven en kon ik het even later wel uitmaken. Superblij!”

Het toont de veerkracht van de Kempense. “Dit had ik een jaar of twee jaar geleden nooit voor mekaar gekregen”, gaf Minnen toe. “We, mijn coach Philippe Dehaes en ik, hebben daar veel werk in gestoken. Hij heeft daar veel ondervinding in en dat wil ik elke match tonen. Dat heeft mij vandaag enorm hard geholpen.” Dat Minnen zich sowieso in haar sas voelt op gras staat buiten kijf. “Ik heb  alleszins enorm naar deze periode uitgekeken”, glimlachte ze. “Zeker na een teleurstellend gravelseizoen. Dus ben ik content dat we dat achter ons kunnen laten en ben ik blij dat het nu heel goed gaat.” Met amper punten te verdedigen kan onze landgenote een goede zaak doen de volgende weken. Eerst hier nog in Rosmalen, dan verder door in Birmingham en Eastbourne, om tenslotte te pieken op Wimbledon. “Ik hoop toch op een iets gunstigere loting op Wimbledon dan vorig jaar (Ostapenko)”, grinnikte ze. “Ik ben alvast blij dat ik me niet moet kwalificeren en dat ik ook op voorhand nog enkele tornooien kan spelen. Maar ik geloof er wel in dat ik op gras ook tegen de toppers kan winnen.”

Vooral wil Minnen echter focussen op haar aanpak. “In de winter hebben we getraind op het nog gevarieerder maken van mijn tennis”, zei ze. “Daar wil ik het verschil mee maken tegenover de hardhitters. Het heeft wel enkele maanden geduurd vooraleer ik het helemaal kon toepassen in wedstrijden. Daarnaast wil ik mentaal blijven evolueren en stabiel blijven het hele jaar door.” Afspraak op vrijdag dan maar.

Alison Van Uytvanck: “Jammer van die regenbui”

Jammer van de loting in Rosmalen voor Alison Van Uytvanck (WTA 266). Na haar titelwinst in Surbiton vorige week werd haar goede flow abrupt afgebroken door het lange wachten van de afgelopen dagen en tweede reekshoofd Liudmila Samsonova (WTA 15) die twee keer sterk uit de startblokken spurtte en met 6-1, 6-3 naar de tweede ronde trok.

“Ze speelt snel”, zuchtte Alison Van Uytvanck na haar partij tegen de Russische hardhitster Liudmila Samsonova. “Je krijgt geen ritme. Ook al sloeg ik een goede service dan kreeg ik nog, boem, vaak een return in mijn voeten. Ik had het gevoel dat ik achter de feiten aan het hollen was.” In set twee probeerde de Grimbergse de bakens nochtans te verzetten. “Ik slaagde erin haar spel beter te lezen en beter te serveren. Beetje jammer dat we dan door de regen onderbroken werden (3-4) want ik had echte gevoel dat ik beter in de match zat. Maar bij de tweede herneming startte ze weer zoals in de eerste set. Spijtig, maar het ging iets te snel. Als zij zo ‘on fire’ is, dan is het gewoon heel moeilijk tegen haar op gras.”

De omstandigheden waren wederom redelijk dramatisch om fatsoenlijk tennis te spelen. Naast de immer dreigende regen en koude ook enkele felle windstoten. “Het is drie dagen zo”, zuchtte Van Uytvanck opnieuw. “Alleen maar wachten, lange dagen, niet weten of je gaat spelen. Ik vind het gras ook een beetje anders dan in Engeland.” Over het Kanaal voelde de 30-jarige Brabantse zich vorige week prima in haar vel, de titel op het ITF 100-tornooi van Surbiton het fijne gevolg. “Dat was inderdaad fijn”, glimlachte Van Uytvanck. “Voor mij was dat eerste grasuitje een beetje thuiskomen. Maar ik heb ook goede speelsters verslagen. Ondanks dat ik daar alleen was in het begin van de week, wat ik niet zo vaak doe, vond ik mijn mentaliteit erg goed. Dan is het leuk dat ik meteen zo’n tornooi kan winnen.” Een boost voor het vertrouwen en de tennistoekomst. “Natuurlijk helpt dat”, zei Van Uytvanck. “Ik zit alweer in de top 270. Het belangrijkste blijft mijn lichaam (rug), dat moet het uithouden.”

Vandaar dat het voormalige nummer 37 van de wereld nu wat rust gaat nemen, om dan in het Italiaanse Gaiba (WTA 125) de laatste voorbereiding op Wimbledon te treffen. “We moeten blijven zorg dragen voor de rug”, wist Van Uytvanck. “Ik heb die fout al eens gemaakt om elke week te willen spelen. Ik had daarom wel gehoopt hier wat verder te geraken. Maar daarom is deze loting extra jammer natuurlijk. Ik vind me immers wel goed tennissen op dit moment maar zij was gewoon beter.”

Zizou Bergs: “Ik wil uit elk tornooi het beste halen”

Het duurde een eeuwigheid maar uiteindelijk bracht Zizou Bergs (aTP 81) zijn eerste ronde op de Libema Open in Rosmalen toch tot een goed einde. De Limburgse lucky loser klopte over twee dagen wildcard Tim Van Rijthoven met 6-4, 6-3. Volgende tegenstander: eerste reekshoofd Alex De Minaur (ATP 9). “Een wedstrijd waar ik echt naar uitkijk!”

Voor geduld en wachten heeft Zizou Bergs al een olympische selectie op zak. Na zijn avontuur in Parijs – waar hij twee dagen deed over zijn derde ronde tegen Grigor Dimitrov – kreeg hij in ’s Hertogenbosch hetzelfde scenario voorgeschoteld. Op maandagavond wist Bergs in helse omstandigheden – stormwind, koud, kil – de eerste set binnen te halen tegen de 27-jarige Tim Van Rijthoven waarna een nieuwe regenbui de wedstrijd naar dinsdag overzette. Vreemd genoeg werden de twee buren – Van Rijthoven was in 2022 nog de verrassende winnaar in Rosmalen maar kende daarna alleen maar blessureleed en speelde anderhalf jaar geen wedstrijden meer – heel laat geprogrammeerd waardoor ze opnieuw de dag mochten afsluiten. “Oh my God, echt!”, lachte Bergs. “Ik heb nu gelukkig de gewoonte gevonden om mij zo goed mogelijk voor te bereiden op dit soort omstandigheden.”

Die omstandigheden waren dus redelijk moeilijk de laatste dagen. “Ik heb nog niet mijn beste grastennis kunnen spelen”, gaf Bergs toe. “Op training lukt het wel maar het komt er nog niet helemaal uit in matchen. In dat opzicht is het niet slecht dat ik die laatste kwalificatieronde verloor maar daarna toch nog een kans kreeg om verder te doen. Je kan uit zo’n nederlaag ook lessen trekken immers. Het doel blijft uiteindelijk om over drie weken zo goed mogelijk klaar te zijn voor Wimbledon.”

Dan is zo’n tweede ronde tegen eerste reekshoofd Alex De Minaur een testje dat mooi aansluit bij het proces. De partij past alleszins als gegoten in het rijtje Tsitsipas, Rublev, Nadal en Dimitrov die hij dit jaar allemaal al het vuur aan de schenen legde. Tijd voor een eerste zege op een topper? “Heel fijn dat ik opnieuw die kans krijg”, zei Bergs. “Ik heb bovendien al wat graswedstrijden in de bagage, hij nog niet. Echt een match waar ik zin in heb. Waarschijnlijk weer met wat Belgen rond het centercourt. Een goede kans voor mij om een nieuwe stap te zetten. Ik besef ook meer en meer dat ik nu in de top 80 van de wereld sta en dat het dus tijd is om tegen die gasten te spelen, en hopelijk ook eens van hen te winnen.”

De blijdschap rond dat lidmaatschap van de top 100 uitte de sympathieke Bergs al eerder op sociale media. “Ja, ik heb geprobeerd wat ik voelde in woorden te gieten”, glimlachte hij. “Nadat ik dat gedaan had, kickte het er wel even in. Ik heb het gehaald nadat het voor jaren een doel was voor mij. Als je daar als bescheiden jongen in de Belgische cultuur over babbelt, is dat niet altijd evident. Het voelt nog altijd een beetje onwennig. Maar ondertussen heb ik wel beseft wat ik bijvoorbeeld tijdens Roland Garros heb teweeggebracht. Thuis heb ik er alleszins van genoten, en dat blijft nu nog even aan de gang. Ik ben heel blij dat mijn ouders, ook in moeilijke periodes in mijn carrière, altijd zijn blijven geloven in mij. Ik ben daar heel dankbaar voor. En nu dat ik er in geslaagd ben, zijn er ook veel mensen die zeggen dat ik nog veel hoger kan geraken.” Dat werpt de vraag op: heeft Bergs, en zijn team, al een nieuw doel opgesteld voor het tweede deel van het seizoen? “Nee”, was hij kordaat. “Ik focus mij nu op in elke wedstrijd zo goed mogelijk voor de dag komen en zoveel mogelijk punten pakken op de tornooien. Op het einde van het jaar heb ik nogal wat punten te verdedigen. Dus elk reeksje dat ik kan maken is meegenomen. Temeer daar er nog events aankomen, zoals de olympische spelen en de Davis Cup, waar ik ook wat tijd en energie mee ga verliezen. Ik wil dus nu uit elk tornooi gewoon het beste halen.”  

Elise Mertens: “Hopelijk beter de volgende weken”

Als eerste match op gras kon dat wel tellen. Elise Mertens (WTA 32) verloor in Rosmalen met 2-6, 4-6 van viervoudig grandslamkampioene Naomi Osaka (WTA 125). “Ik was een beetje ziek maar zij is duidelijk beter in vorm aan het geraken”, meende Mertens. De volgende weken hoopt ze in Birmingham en Eastbourne weer aan te knopen met de zege.

“Zo’n eerste match op gras, dan moet je er altijd wat inkomen”, wist Elise Mertens. Veel tijd kreeg ze evenwel niet van Naomi Osaka op het centercourt van de Libéma Open. De pupil van coach Wim Fissette had op Roland Garros al getoond dat ze opnieuw de weg naar boven is ingeslagen en ging door op dat elan in ’s Hertogenbosch. “Haar service draaide goed, wat mij flink in de problemen bracht”, zei Mertens. “In de tweede set kwam ik wat meer in mijn ritme maar zij is duidelijk beter in vorm aan het geraken. Zij maakte alleszins redelijk weinig fouten. Ik ben ook een klein beetje ziek, geen excuus, maar ook niet bevorderlijk tijdens een graswedstrijd. Ik voelde mij niet superoncomfortabel op de baan vandaag maar we moeten door en zullen het hopelijk beter doen de volgende weken.” Mertens blijft nog enkele dagen trainen in Rosmalen, alvorens in Groot-Brittannië haar voorbereiding op Wimbledon af te ronden. “In Birmingham speel ik enkel en dubbel, met Hsieh, en daarna volgt nog het sterk bezette WTA 500-tornooi van Eastbourne. Daar ik vorige jaar met een blessure kampte in deze periode heb ik amper punten te verdedigen, daar kan ik misschien van profiteren.”

Het seizoen is quasi halfweg maar de beste dubbelspeelster ter wereld zag wel al een belangrijk doel teloorgaan. Haar exit in de tweede ronde van het dubbelspel in Parijs kwam binnen. “Tja, je hebt altijd doelen en 90 procent van de tijd geraak je er niet. Dat is tennis jammer genoeg. Hsieh voelde zich die dag op Roland Garros niet in haar sas, ik heb nog geprobeerd haar erdoor te sleuren maar het kwam onze dynamiek niet ten goede. Door de weersomstandigheden was het een moeilijke week maar dat resultaat was zonder meer teleurstellend.” In het enkelspel was er een verrassende finaleplaats voor Jasmine Paolini. Een tot dit jaar eerder discrete Italiaanse die even oud (28) is als Mertens. Dat geeft toch stof tot nadenken, er zijn nog altijd mogelijkheden op het damescircuit. “Maar zo bekijk ik het ook”, lachte de Limburgse. “Ik zit nog vol passie. Ik verlies hier misschien wel in de eerste ronde maar ben nu al bezig met wat ik beter kan doen. En dat is de goede mentaliteit die je moet hebben. Ik blijf er alleszins voor gaan.”  

Robbe Ceyssens: “Heel tevreden over haar parcours”

Terwijl zijn pupil Jeline Vandromme zich na haar Parijs avontuur concentreerde op haar examens maakte coach Robbe Ceyssens de balans op van een positieve veertiendaagse: eerst winst op de Astrid Bowl in Charleroi, dan een kwartfinale op haar eerste grandslamtornooi in Parijs.

In een vorig leven begeleidde Robbe Ceyssens Elise Mertens nog naar de top van de wereldranking en nu lijkt hij met Jeline Vandromme (16) opnieuw een grote belofte onder zijn hoede te hebben. De Brugse tiener, die nog maar een jaartje deeltijds op het tenniscentrum in Wilrijk traint, maakt enorm snel progressie. Vorig jaar werd ze Europees kampioen en won ze de junior Masters in Monte Carlo. De afgelopen twee weken was ze de beste op de Astrid Bowl en haalde ze de laatste acht op Roland Garros. Vandromme maakte indruk met haar agressief tennis en magnifieke forehand terwijl ook haar mentaliteit voorbeeldig is. Dat alles terwijl er nog een enorme groeimarge is.

“In Charleroi heeft ze het al uitstekend gedaan, hè”, stipte Ceyssens aan. “Daar heeft ze toch een beetje vaderlandse geschiedenis geschreven als eerste Belgische winnares sinds Dominique Monami in 1991. Nochtans waren de omstandigheden er niet simpel, ze heeft zich erg veel moeten aanpassen. Door de regen moesten we veel indoor gaan, een dubbel hebben we in Mons zelfs op hardcourt gespeeld. Heel veel aanpassen dus maar ze heeft dat echt supergoed gedaan.” Dat kan zonder meer ook gezegd worden van haar passage langs de Porte d’Auteuil. Ondanks de bewondering bij aankomst was er van enige debutantenstress weinig te merken bij Vandromme. “Ik had geen al te grote verwachtingen”, gaf Ceyssens toe. “Omdat het tenslotte haar allereerste grandslamtornooi was. Ik zag het gewoon als een ervaring in haar ontwikkeling. Maar ze heeft het heel knap gedaan. In de eerste wedstrijd was ze een klein beetje zenuwachtig maar dat is totaal logisch. Hoe ze dat heeft overwonnen is gewoon heel volwassen.”

Vandromme haalde uiteindelijk de kwartfinale waarin ze ondanks een 6-4, 4-2-voorsprong de overwinning aan het Amerikaanse vierde reekshoofd TC Grant moest laten. “Ik ben heel tevreden over haar parcours”, zei Ceyssens. “De manier waarop ze gespeeld heeft, past volledig bij haar. Ze heeft mooi tennis laten zien, agressief proberen te spelen en heeft met die forehand flink uitgedeeld. Er zijn vanzelfsprekend nog een aantal werkpunten om haar een completere speelster maken: het uitbouwen van haar netspel en het opzoeken van drive-volleys bijvoorbeeld. Maar het is sowieso leuk dat we als federatie zo’n talent kunnen ondersteunen. We proberen een goed team rond haar te vormen.” In samenwerking met TC Brughia wel te verstaan – niet vergeten dat Jeline haar carrière nog steeds combineert met school, wat ook niet het geval is voor elke speelster die ze op Roland Garros is tegengekomen! – en daarom ook dat Jelle Vanhee, die Vandromme mee begeleidt in Brugge, van de partij was in Parijs. Vandromme zit ondertussen terug op die schoolbanken van het Sint-Andrealyceum in Sint-Kruis, waar ze Latijn-Wetenschappen volgt.

Onmiddellijk na de examens zal de focus opnieuw verlegd worden naar het gras en Wimbledon, haar tweede grandslamtornooi en alweer een ongetwijfeld geweldige ervaring voor Vandromme. Gezien haar tennis moet ze ook op die ondergrond goed uit de voeten kunnen. In de voorbereiding op The Championships speelt Vandromme alvast het J300-tornooi van Roehampton. “Haar opmars is leuk en zeker positief voor het Belgische tennis”, besluit Ceyssens. “Maar we moeten haar wel in alle rust laten groeien.”

Jeline Vandromme: “Toch wel wat kriebels”

Jeline Vandromme (ITF 27) maakte in haar eerste grandslamwedstrijd ooit gehakt van haar Russische opponente Maria Golovina (ITF 87), 6-2, 6-1 op een uurtje tijd. Nochtans had de Brugse graag wat langer op die Parijse gravelbanen willen staan.  “Op zo’n mooie locatie mogen spelen, dat zorgt wel voor wat kriebels.”

Jeline Vandromme maakte indruk in haar eerste match op Roland Garros. Na een ietwat weifelende start en voorzichtige eerste set liet ze in set twee haar wapenarsenaal bewonderen. Vooral de forehand van het Vlaamse talent – “Daar deel ik wel graag mee uit, ja”, lachte Vandromme zelf – heeft potentieel om (in de toekomst) door heel wat verdedigingsmechanismes te knallen. “Een   supermooie ervaring”, noemde Vandromme die eerste partij aan de Porte d’Auteuil. “Doorheen de dag had ik geen zenuwen, de opwarming ging vlotjes, maar net voor de wedstrijd begon die spanning toch een beetje op te lopen. Op zo’n mooie locatie mogen spelen, dat zorgt toch wel voor wat kriebels. Noemt het maar gezonde stress. Na één set kon ik die gelukkig van mij afschudden en kon ik meer vrijuit spelen in set twee.”  

Ook op dag twee van haar Parijs avontuur had Vandromme haar idool Aryna Sabalenka nog niet ontmoet. “Jammer genoeg niet”, lachte ze. “Maar ik geniet wel van de accommodaties hier, de fitness, het restaurant. Het is gewoon al leuk om hier rond te lopen en dit mee te maken.” Het doet bij de zestienjarige West-Vlaamse alleszins de goesting opborrelen om ook de andere grandslamtornooien te bezoeken. “Absoluut”, glimlachte ze. “Maar we gaan eerst proberen deze fijn af te werken.” Dan zou een zege op de als zevende geplaatste Britse Mingge Xu zeker een flinke bijdrage leveren aan dat gevoel.

Na Roland Garros wacht Vandromme een iets minder aangenaam taakje en moet ze haar concentratie voor andere doeleinden aanwenden, haar examens. “Ja, ik ga er direct moeten invliegen als dit tornooi erop zit”, wist ze. “Ik probeer ondertussen wel een beetje te studeren, tussen de wedstrijden door, maar ik vind dat niet gemakkelijk. Omschakelen van 100 procent tennisfocus naar 100 procent school is niet simpel. Ik probeer het wel wat bij te houden. Mijn favoriete vak? Ik ben een talenknobbel. Ik doe Latijn-Wetenschappen en vind Latijn echt geweldig.” Dan zal ze wel weten wat ‘veni, vidi, vici’ betekent, zeker?

Marie Benoit: “Ik slaag erin om meer mezelf te zijn”

Drie ITF W35-titels zette Marie Benoit (WTA 286) dit jaar op haar palmares, waarvan twee op een rij in Oostenrijk én met afgelopen weekend winst in de finale tegen Sofia Costoulas (WTA 284). Volgende maandag zal de Eupense rond de 230ste plaats op de wereldranglijst staan. Een flinke vooruitgang met dank aan haar regelmaat sinds de start van het seizoen. Bij terugkeer uit Klagenfurt bleef Benoit sereen, lucide en kalm onder ons vragenvuur.

Marie, gefeliciteerd met je resultaten en je regelmaat. Hoe verklaar die die constante in je prestaties?

Marie Benoit: “Daar kan ik geen antwoord op geven omdat ik er niet te veel wil over nadenken. Ik neem een ietsje meer afstand, wat ik voorheen niet deed en ik focus me op de dingen die ik moet doen. Ik stel me dus ook niet de vraag waarom het nu wel allemaal op z’n plaats valt en functioneert. Ik wil me enkel concentreren op mijn tennis. Ik speel zo alvast niet meer tegen mezelf maar ik werk hard en, dat moet ik toegeven, het lijkt te lukken voorlopig. Ik weet dat er waarschijnlijk ook nog minder positieve periodes zullen aankomen want ik besef wel dat ik niet alle tornooien ga winnen die ik speel.”

Wie zit er nu in je entourage?

“Via ‘Hope and Spirit’ train ik onder Xavier Legal en op conditioneel vlak werk ik met Patrick Meur. Ik heb ook een mental coach, Caroline Michelin.

Heeft jouw selectie voor de Billy Jean King Cup je ergens geholpen in deze opmars?

“Dat is moeilijk in te schatten maar het spreekt voor zich dat zo’n week, met zo’n omkadering van een sportieve en medische  ultraprofessionele staf, onweerlegbaar positief is. Ik heb daar toch heel wat dingen kunnen opsteken.”

Je zegt dat je nu meer afstand neemt. Kan je daar wat dieper op ingaan?

“Ik heb mezelf beter leren kennen. Ik heb duidelijk meer maturiteit. Ik slaag er in om meer mezelf te zijn. Ik probeer niet meer om iemand anders te zijn, op en naast de baan. Op tennisvlak prefereer ik om een match te verliezen maar mijn eigen spel te spelen dan te winnen zonder mezelf te zijn. Ik heb er misschien langer over gedaan dan anderen om die maturiteit te bereiken maar ik heb eindelijk het gevoel dat ik zover ben.”

Je bent er ondertussen 29 en hebt af en toe een moeilijk parcours afgelegd. Heb je op bepaalde momenten eraan gedacht om je carrière stop te zetten?

“Twee jaar geleden heb ik dat inderdaad gedaan. Maar ik ben er toen in geslaagd om afstand te nemen van het oordeel dat mensen over mijn carrière, en over mij, kunnen hebben. En ben verder gegaan.”

Je bent duidelijk aan de weg naar boven aan het timmeren terwijl je tennis nu niet direct overeenkomt met wat je tegenwoordig meer en meer ziet op het damescircuit, het pure krachttennis.

“Ik weet dat ik niet tot de krachtigste speelster behoor maar niet iedereen is Aryna Sabalenka, hè. Ik kan geen punt winnen in twee of drie slagen, dat is waar, maar ik ben toch al veel vooruitgegaan en speel toch al een tikkeltje agressiever.”

Nu komen wel die kwalificaties van de U.S.Open weer in het zicht.

“Eigenlijk wil ik niet meer denken aan punten of klassementen. Wat telt is dat ik doe wat ik moet doen. Maar, ja, ik weet wel dat ik door mijn resultaten terug op de grandslamkwalificaties kan mikken. Het zal waarschijnlijk (zeker) te nipt worden voor Wimbledon (de cut-off is deze maandag maar haar nieuwe ranking komt pas volgende maandag uit, red) maar New York lijkt inderdaad mogelijk. Ik vind het geweldig om grandslamtornooien te kunnen spelen en dat perspectief doet me deugd. Het idee dat ik opnieuw aan dat soort tornooien kan deelnemen is werkelijk een stevige  motivatieboost en daarnaast, en daar moeten we eerlijk zijn, helpt het enorm op financieel gebied. Het prijzengeld van zo’n ITF W35 voldoet net om de kosten dekken.”

Die categorie van tornooien ga je binnenkort achter je kunnen laten om grotere tornooien aan te doen?

“Yep, met mijn nieuwe ranking kan ik over enkele weken inderdaad hoger gedoteerde tornooien spelen. Ik heb mijn programma wel nog niet aangepast, dat wordt iets voor de komende dagen, maar ik zal een goed evenwicht moeten vinden tussen al die verschillende tornooien.”   

Zizou Bergs: “Roland Garros was één groot feest”

Er was een zeer goede Grigor Dimitrov (ATP 10) nodig om qualifier Zizou Bergs (ATP 102), bezig aan zijn zesde Parijse wedstrijd, uit de achtste finale van Roland Garros te houden. Met 6-3, 7-6, 4-6, 6-4 maar zonder veel overschot haalde de Bulgaar het uiteindelijk. Bergs kan met opgeheven hoofd naar huis na een waanzinnig avontuur: “Hoe de fans na afloop mijn naam zongen, het was ongelooflijk”

Apocalyptische omstandigheden, qua weer en organisatie, doopten de laatste twee dagen op Roland Garros om tot een overlevingsstrijd. Op vrijdagavond werden Zizou Bergs en Grigor Dimitrov nog gedwongen in de modder en de regen te tennissen, op zaterdag kregen ze na lang wachten de Court Philppe Chatrier toegewezen om hun duel verder te zetten. En ondanks dat dit pas de eerste keer was dat Bergs op de hoofdtabel van de French Open stond of een voet zette in het mythische gravelheiligdom had hij geen pleinvrees. Hij had kansjes om de tweede set naar zich toe te trekken, domineerde de derde set en moest pas op het eind van de vierde zijn meerdere erkennen in de 33-jarige Dimitrov.

Bergs kan dus met opgeheven hoofd terug naar Pelt keren. Wat een Roland Garros heeft hij erop zitten. “Ik stond voor dit tornooi aan de voet van een berg, was een beetje ziek, had niet zo heel veel vertrouwen”, glimlachte hij. “Maar ik won een wedstrijd, ook tegen Joris (De Loore) – nooit makkelijk tegen een vriend – om daarna in die fantastische Davis Cup-sfeer van de Court Suzanne Lenglen mij te kunnen kwalificeren. Wat een avontuur, toen al! Daarna is het echt begonnen. Het was ongelooflijk om die eerste ronde te kunnen winnen tegen Nabilo, en dan nog met de manier waarop. Daarop kreeg ik een mooie kans tegen Marterer, die ik pakte. En dan begin je er echt in te geloven. Waarna die hele regensaga volgde. Zeer lange dagen met die onderbrekingen, om te eindigen op Chatrier. Ongelooflijk.”

Bergs toonde de tenniswereld dat hij klaar is voor deze nieuwe etappe – virtueel staat hij momenteel in de top 80, de olympische spelen komen ook dichtbij – in zijn carrière. “We zitten weer in een bepaalde fase, eindelijk in de top 100”, wist Bergs. “En vandaag was weer een opportuniteit om een stap vooruit te zetten. De deur (om zo’n topper te kloppen, red) was nog niet helemaal open, maar als ik dit de volgende maanden blijf doen gaan de kansen wel weer komen. Ik heb misschien verloren, maar het was een echt gevecht. En dat is positief. Het was opnieuw een referentie dat we op de goede weg zitten. Tegen Nadal, tegen Dimitrov…we zijn ons aan het klaarstomen om die volgende stap te zetten.”

Ondanks de terechte euforische stemming waren er toch ook kleine aandachtspuntjes. Zo was zijn linkerpols (die van de blessure anderhalf jaar geleden) ingetaped. “Sinds ik op gravel bezig ben, heb ik telkens één wedstrijd gehad waarin ik schrik had”, wist Bergs. “In Amerika, in Rome. Telkens als ik die angst heb, dan tape ik mij in, maar voel ik ook veel meer. Komt dat door het gravel of is het een bepaald trauma dat ik meedraag, dat weet ik niet. We gaan het sowieso opnieuw laten checken.” En dan was er nog het aankomende grasseizoen. “Door al dat gedoe met Roland Garros ben ik mij vergeten in te schrijven voor de grastornooien”, grinnikte Bergs. “Zowel in ’s Hertogenbosch als Halle of Queen’s. Ik kan daar alleen maar meedoen als ‘alternate’ (reservenlijst). Dat zijn slechte punten voor mij. Ik ga naar daar om wat te trainen en hoop ergens nog binnen te geraken, ik ga ook eens luisteren voor een wildcard in Rosmalen. Het gras is tenslotte mijn favoriete seizoen. Ik ben dan ook benieuwd hoe ik het nu, met dit vertrouwen en deze ervaring, op die ondergrond tegen de toppers er vanaf ga brengen.”

Maar de 24-jarige Bergs neemt het allemaal met de glimlach. “Het Roland Garros-verhaal was één groot succes. Eén groot feest. Mijn eerste zege op een grandslamtornooi, de eerste keer in de top 100. Bevestigen tegen de toppers. En vooral de ervaring met de supporters. Ongelooflijk ook hoe dat het publiek ook vandaag weer na de match mijn naam zong. Een heel mooi einde van mijn parcours hier.”  

Jeline Vandromme: “Ik ga op zoek naar een selfie met Sabalenka!”

Jeline in wonderland. Voor de zestienjarige Jeline Vandromme (ITF 27) gaat alles verdomd snel. Vorig jaar winnares van de Junior Masters, Europees kampioen, vorige week nog de beste op de Astrid Bowl in Charleroi en vandaag zich verwonderend over haar eerste indrukken van Roland Garros. “Het is de bedoeling dat ik dit jaar nog wat meer proftornooien ga spelen”, keek de studente Latijn-Wetenschappen al een beetje vooruit.

Om even te kaderen hoe hard het gaat voor Jeline Vandromme: pas een jaar zit de blonde Brugse onder de vleugels van Tennis Vlaanderen en wordt ze fulltime begeleid op het topsportcentrum in Wilrijk. “Ik ben op mijn vijfde begonnen met tennis”, vertelde ze bij aankomst in Parijs. “Gewoon met mijn broer en mijn zus, iedereen in de familie deed het. Ik heb uiteindelijk maar een paar jeugdtornooien meegespeeld in België, omdat ik het niet zo voor competitie had in het begin. Daarna ben ik het intensiever gaan beoefenen en is de liefde gegroeid. En nu doe ik het supergraag, is het een echte passie.” Atypisch aan haar parcours is dat Vandromme eerst met damestornooien gestart is, waardoor ze een tijdje onder de radar bleef. En ook dat ze nog altijd naar een gewone, katholieke school gaat, waar ze Latijn-Wetenschappen volgt. “Ik ben blij dat ik dat mag combineren met mijn tenniscarrière”, aldus Vandromme die de rest van haar spaarzame vrije tijd vult met pianospelen. “Het is niet altijd even makkelijk, na Roland Garros heb ik bijvoorbeeld nog zeven examens te gaan. Dat wordt pittig. Maar voorlopig lukt het om alles te combineren.”

Gezien haar opmars zal de toekomst waarschijnlijk nog wat drukker worden. Op de eerste dag van haar bezoek aan Roland Garros mocht ze meteen een vierjarig contract met Adidas tekenen. Een teken dat ze ook internationaal naam begint te krijgen. Haar zege op de Astrid Bowl vorige week – 33 jaar na de laatste Belgische zege van Dominique Monami in 1991 – onderstreepte dat nog maar eens. Maar de West-Vlaamse tiener laat alles gewoon op haar afkomen en geniet tegelijkertijd van de nieuwe stappen die ze zet. “Het is supercool om op Roland Garros te staan”, glunderde ze. “Ik was hier nog nooit geweest. Het zal een ongelooflijke ervaring worden (in de eerste ronde speelt Vandromme tegen de Russische kwalificatiespeelster Maria Golovina, red). Ik heb al een uurtje mogen trainen en de velden liggen er geweldig bij. Ik ben superblij dat ik hier mag deelnemen.”

Ondanks de aanzwengelende hype die Vandromme voorafgaat heeft ze zelf weinig verwachtingen bij haar eerste grandslamtornooi. Of toch, een selfie scoren met Aryna Sabalenka. “Ik zie haar heel graag spelen”, glimlachte ze. “Ook omdat ze zo’n agressieve speelster is. Ik spiegel mijn tennis een beetje aan het hare. En haar passie voor de sport is ook heel mooi om te zien. Ik zou haar heel graag willen tegenkomen. Dus als ze hier ergens rondloopt, ga ik toch wel direct een foto vragen, ja.” Een ander plannetje dat in haar hoofd broeit betreft de werkpunten in haar tennis. “Ik zou misschien nog wat meer vooruit moeten spelen, meer op zoek moeten gaan naar die drive-volley. Maar ik kan op alle vlakken nog verbeteren. Al zie ik wel al een mooie vooruitgang tegenover vorig jaar. En dat is wel leuk.” Vandromme lijkt ook klaar om al wat meer uitjes naar het profcircuit te maken. De teller staat ondertussen toch al op acht ITF-tornooien waarbij haar laatste deelname, vorig jaar in augustus  op het 15.000 dollar-tornooi van Wanfercee-Baulet, zelfs een halve finale opleverde. “Ik heb al enkele tornooien gespeeld en ben van plan dat later op het jaar opnieuw te doen”, wist Vandromme. “Het is mijn ambitie om eerst alle grandslamtornooien bij de junioren te spelen en dat later hopelijk ook bij de profs te doen.” Iets zegt ons dat dat wel in orde gaat komen, wij kijken alvast nu al uit naar dat eerste duel met Aryna Sabalenka.     

Sander Gillé en Joran Vliegen: “Wij één van de titelfavorieten? Cool!”

De opener van hun Roland Garros was een thriller van formaat maar dat bracht Sander Gillé en Joran Vliegen niet van de wijs. De tweede ronde ging al heel wat vlotter. Na de finale vorig jaar, de titel in Monte Carlo en pas verlies in Madrid en Rome tegen het huidige beste team ter wereld, Zeballos-Granollers, hebben de Limburgers geen schrik om hun ambities uit te spreken: “Wij horen tot de  titelfavorieten, ja”

“Ze hebben een beetje boven hun niveau gespeeld” Joran Vliegen zei het een tikkeltje laconiek nadat hij en kompaan Sander Gillé in de eerste ronde op het nippertje ontsnapten aan een nederlaag tegen de alternates Martinez-Nouza – ze namen op het laatste ogenblik de plaats in van de geblesseerde Rinderknech die met Borges een duo zou vormen – maar het onderstreept enkel maar hun zelfvertrouwen in Parijs. “Vorige week in Lyon (verlies in de eerste ronde, red) was het niet goed”, wist de 33-jarige Gillé. “Maar we kwamen hier aan en meteen zat het gevoel snor. Bij de eerste training voelde ik me al supergoed. En daarbij helpen de herinneringen van vorig jaar ook wel natuurlijk. Eerlijk, Roland Garros is het enige tornooi waar ik me zo op mijn gemak voel. Zeker op de baan.” Van nervositeit was dan ook geen sprake bij hun eerste uitje vrijdag. “Nee, er zat geen spanning op die wedstrijd”, wist de drie jaar jongere Vliegen. “We bekijken het ook niet als een tornooi waarin we een finale te verdedigen hebben. We willen gewoon weer een goed tornooi neerzetten. En die punten zijn eigenlijk al verdedigd door onze titel in Monte Carlo een paar weken geleden. We weten dat het extreem moeilijk gaat worden om beter te doen dan vorig maar we beseffen ook dat we hier altijd wel een behoorlijk niveau halen en dat de omstandigheden meestal in ons voordeel spelen.” In de tweede ronde haalden Gillé-Vliegen het alvast van Safulin-Peers in twee sets.

Hun voorbereiding op Roland Garros was meer dan behoorlijk. Na hun zege in Monaco volgden wel nederlagen in de tweede ronde van Madrid en de kwartfinale van Rome maar telkens tegen het dubbelpaar in vorm, Zeballos-Granollers, de nummers een van de wereld. “Dat is veruit het beste team van het moment”, aldus Gillé. “Ik vond hen sowieso al één van de sterkste ploegen maar nu winnen ze echt alles. Dat is dan jammer dat we dan in de tweede ronde en kwartfinale tegen hen moeten uitkomen, en gelukkig dat we van hen winnen in Monte Carlo, maar al bij al mogen we heel tevreden zijn over ons gravelseizoen.” Op Roland Garros staan onze jongens, tiende reekshoofd aan de Porte d’Auteuil, en Zebbalos-Granollers, als eerste geplaatst, niet in dezelfde tabelhelft. Dat opent perspectieven. “Een kwartfinale zou een mooi resultaat zijn op een grandslamtornooi”, aldus Gillé. “We willen immers naar de Masters gaan op het einde van het jaar en dat moet je bij de beste acht teams horen. Dus minsten kwart, en hopelijk geraken we verder.”

Het vertrouwen zit duidelijk goed bij het Limburgse paar dat vorig jaar pas in de finale werd afgestopt door Dodig-Krajicek. “Wij maken deel uit van de favorieten”, klonk het zelfbewust bij Gillé. “Niet dé favoriet, maar we maken deel uit van het groepje. Of dat ongelooflijk is? Het is cool.”  Die zelfopgelegde en zelf afgedwongen status legt geen extra druk op het duo. “Totaal niet”, meende Gillé. “Ook al verliezen we hier in de derde ronde dan nog behoren we ook de rest van het jaar nog telkens tot de favorieten. Wij vormen een zeer sterke tandem.” Vliegen kon dat alleen maar beamen: “We verdienen het na onze resultaten, in Monaco en vorig jaar hier. We hebben geen druk, want we weten dat we hier heel goed kunnen spelen. Ons niveau is goed genoeg. Maar natuurlijk kunnen we ook verliezen, de kwaliteit van de concurrentie is immers groot.”

Sinds Monte Carlo maakt ook ex-speler Maxime Braeckman deel uit van het team ‘Sandoran’. “De filosofie was dat we elke week iemand anders zouden meepakken, naargelang onze noden”, aldus Vliegen. “De ene week een tenniscoach, de andere een kinesist. Maar snel is gebleken dat we toch het meeste baat hadden met een trainer. Maxime is iemand die ons goed kent, die zelf nog stevig  tennist maar die tegelijkertijd niet alles wil gaan veranderen in onze werking. Hij leert zelf ook nog bij want het is heel lang geleden dat hij nog op het circuit, en dan nog in het dubbelspel, zat. Maar we gaan het waarschijnlijk ook doortrekken naar het gras en de olympische spelen.”    

Elise Mertens: “Niet slecht, maar niet goed genoeg”

Wat als? Elise Mertens (WTA 27) had in de eerste set tegen titelfavoriete Elena Rybakina (WTA 4) tweemaal een break voorsprong maar kon die geen enkele keer verzilveren. Nadien werd het moeilijker en verloor ze dan ook met 4-6, 2-6 van het vierde reekshoofd. “Het blijft een werkpunt: om zelf meer op punten in te zetten en minder de fout van de tegenstandster af te wachten.” Focus op het dubbel dan maar.

Het was koud (14 graden) en kil op de majestueuze Court Philippe Chatrier toen Elise Mertens en Elena Rybakina klokslag twaalf uur de arena betraden. Niet zo heel veel stoeltjes waren bezet maar de aanwezige toeschouwers zagen de Limburgse wel een goede start nemen. Ze maakte het Rybakina lastig door listig te switchen tussen een sterke verdediging en een dominante aanval. De Kazachse Wimbledon-winnares was duidelijk niet in haar gewone doen want ze moest twee keer op rij haar opslag inleveren. Mertens kon die 3-2 -en 4-3-voorsprong echter niet uitbouwen en moest met lede ogen aanzien hoe Rybakina langzaam het laken naar zich toetrok. “Ik voelde wel dat zij stapje per stapje beter werd”, gaf Mertens toe. “Maar ik was inderdaad sterk begonnen. Ik wilde wel wat variatie tonen omdat zij natuurlijk alles graag op heuphoogte heeft, en ook proberen de eerste services diep terug te brengen. Dat was zowat het plan. In het begin werkte het wel en maakte zij foutjes. Daar hebben ik even van geprofiteerd. Maar zij kwam wel beter in de match en telkens ik in de verdediging zat, of zelfs in neutrale situaties, kreeg ik wat winners rond mijn oren.”

Het is een beetje een weerkerend fenomeen, Mertens die een voordeel tegen de toppers moeilijk kan vasthouden of over de streep trekken en iets te weinig de zege gaat zoeken. Nu waren het bijvoorbeeld twee dubbele fouten die de Limburgse een voorsprong kostte. “Ik zal de wedstrijd nog eens moeten herbekijken”, zuchtte ze. “Maar dat is sowieso een punt waar ik op moet blijven werken: om niet af te wachten en te hopen op een fout van mijn tegenstandster. De derde bal sneller nemen en zo verder.” Een achtste jaar op rij in de derde ronde van Roland Garros is vanzelfsprekend zeer verdienstelijk maar we hopen zo graag op nog eens ietsje meer van de beste Belgische speelster. “Het niveau was niet slecht maar ook niet goed genoeg om tegen zo iemand te winnen”, wist Mertens. “Dan moet ik standvastig zijn en het plan twee uur uitvoeren en volhouden. Het is een werkpuntje, om iets meer zelf op punten in te zetten.”

Mertens kan zich nu volledig toeleggen op het winnen van die laatste, ontbrekende grandslamtitel in het dubbelspel. Met partner Su-Wie Hsieh nam ze alvast de eerste horde.. “Ik kan nu terug dubbeltrainingen gaan doen”, glimlachte Mertens. “Ik heb al twee weken niet meer met Su-Wei gespeeld. Dat is wel een beetje apart. Maar gelukkig voelen we elkaar goed aan. We hebben de nodige ervaring. We gaan er sowieso voor.”   

Zizou Bergs: “Tegen Dimitrov wordt het belangrijk om erin te geloven”

Waar is dat feestje? Op Roland Garros is dat feestje! Orkestmeester Zizou Bergs (ATP 102) bracht zijn fans in stemming door vanuit de kwalificaties naar de derde ronde te snellen. Ook Maximilian Marterer (ATP 101) of twee regenonderbrekingen konden de Limburger niet afstoppen. Met 3-6, 6-3, 6-1, 6-3 naar een topaffiche tegen Grigor Dimitrov (ATP 10). Bergs is ook zeker om na dit tornooi voor het eerst in de top 100 van de wereld te staan. “Als ik thuis kom, ga ik samen met mijn vrienden en familie zo hard van dit moment genieten!”

De piepkleine baan vijf van Roland Garros was vandaag te klein om alle Belgische supporters te herbergen maar ondanks dat onevenwicht in steun liet de 28-jarige Duitser Max Marterer zich niet kennen. Hij knalde het best uit de startblokken en baarde opzien met een zeer lage foutenlast en handige handjes. Bergs kreeg gelukkig hulp van bovenaf: een fikse regenbui die het spel stillegde bij 2-2 in de tweede set. “Ik zei tegen mijn coaches dat hij te comfortabel op de baan stond. Ik moest iets veranderen. Ik ben hem dan meer achteruit beginnen pushen, zodat ik ook wat creatiever kon zijn en mijn dropshots succesvoller kon gebruiken. Ik moest op zoek gaan naar kwaliteit.”

Die kwaliteit zorgde ervoor dat de wedstrijd compleet kantelde en er uiteindelijk nog maar één speler op de baan stond. Een tweede regenpauze veranderde daar niets aan. Vanuit de kwalificaties naar de derde ronde, Bergs boekte dus vijf zeges op rij. Daar win je normaal een tornooi mee. “Dat is grappig”, lachte hij. “Ik had het er nog over met mijn coach (Gert-Jan Eyckmans). We zeggen altijd: een finale speel je niet, die win je. Dus hij wist dat ik vandaag ging winnen. Ik heb immers een redelijk goede ratio in finales.”

Zijn ratio tegen topspelers moet nog opgebouwd worden. Een derde ronde in Parijs tegen Grigor Dimitrov is dan misschien wel een ideaal moment om ermee te beginnen. “Ik weet niet goed hoe hij op gravel speelt eigenlijk”, zei Bergs. “Ik heb hem wel van dichtbij gezien op de United Cup (begin van het jaar in Australië, red) en dat was impressionant. Vooral zijn benenspel en de snelheid van zijn forehand. Maar goed, als je er tegenover staat valt dat meestal wel mee. Ik moet erin geloven, dat wordt het belangrijkste. Net zoals ik tegen Nabal en Tabilo heb gedaan. De status van Dimitrov aan de kant gooien en hem zien als een gewone tegenstander.”  

En hopelijk kan er dan op baan veertien opnieuw een feestje gebouwd worden met de Belgische fans. Vandaag nam hij alvast het hele supportersheir mee in zijn viering. “Ik wou eigenlijk eerst naar mijn box lopen, maar toen zag ik al die Belgische fans. In het handbal en het voetbal wordt er altijd iets geroepen na een match en omdat ik al een paar keer ‘waar is dat feestje?’ had gehoord dacht ik: ‘kom we gaan even mee op die boot springen!’.” De boot naar de top 100 is ondertussen de sluis door. Na Roland Garros maakt de Peltenaar voor het eerst deel uit van dat eliteclubje. Dat vraagt opnieuw om een feestje. “Nu ben ik er niet zo mee bezig”, meende Bergs. “Ik wil vooral in het tornooi blijven en doorgaan. Maar als ik thuiskom, ga ik samen met mijn vrienden en familie zo hard van dit moment genieten. Want dat doel zit al in mijn hoofd sinds ik me enigszins bewust werd van de sport tennis. Ik ben er zeker van dat we dit gaan vieren.”

Elise Mertens: “Roland Garros voelt als thuisspelen voor mij”

Voor het achtste jaar op rij in de derde ronde van Roland Garros! Wie doet beter? De regelmaat van Elise Mertens (WTA 27) kwam tegen Petra Martic (WTA 81) nooit in het gedrang. Met 6-4, 6-3 gaf ze de Belgische fans nog meer reden tot vieren op deze dag vol regenbuien. “Ik had ‘waar is dat feestje bij Zizou al gehoord”, lachte Mertens die in de volgende ronde misschien wat minder gaat lachen. Haar tegenstreefster heet dan immers Elena Rybakina (WTA 4).

Als het kon zou Elise Mertens graag in elk tornooi tegen de 33-jarige Petra Martic uitkomen. Sinds ze in 2018 haar klopte op weg naar de halve finale op de Australian Open won ze ook de vier daaropvolgende duels. Die vijfde keer in Parijs kwam ook nooit in gevaar. “Ik speelde gewoon een degelijke match”, bleef Mertens rustig onder de lofbetuigingen. “Het was geen makkelijke partij maar ik voelde me goed, meer op mijn gemak. Mijn service draaide beter, ik was solide en ik deed geen gekke dingen. Gewoon genoeg. Ben ik tevreden mee.” De Belgische fans waren ook content. Net na het einde van de match van Zizou Bergs moesten ze gewoon even naar de andere kant kijken, van baan vijf naar baan vier, en konden ze de Hamontse beginnen aan te moedigen. “Ja, hij had net voor mij gedaan”, lachte Mertens. “Want ik heb die ‘Waar is dat feestje? Hier is dat feestje!’ wel gehoord. Alle Belgen konden, hup, naar bij mij. Leuk!”  

In haar volgende ronde zal ze ook alle steun kunnen gebruiken, want met titelfavoriete Elena Rybakina treft ze wel heel zware oppositie. “Tja, ik ga meer kwaliteit tegenover me krijgen”, wist ook Mertens. “De snelheid gaat omhoog. Haar service is straffer. Maar ik heb al wel een paar keer tegen haar gespeeld (4-1 voor Rybakina in de onderlinge duels, red). Maar je weet nooit, hè. Ik ga me alleszins 100 procent geven en ik ga zeker ook de aanmoedigingen van de Belgische supporters hebben.” Die moeten dan wel binnen geraken op een grote baan. “Dat is sowieso goed, omdat we dan niet beïnvloed gaan worden door de regen”, aldus Mertens. “Maar ik hou van de grote stadions hier. Roland Garros is toch een beetje als thuisspelen voor mij.”

Dat uit zich ook in haar regelmaat. Dit is al het achtste jaar op rij dat ze aan de Porte d’Auteuil in de derde ronde staat. “Ik wist dat zelf niet”, zei Mertens. “Ik was zelf een beetje verbaasd. Het is toch een mooie statistiek. Kijk, als je reekshoofd bent heb je op de grandslamtornooien wel een voordeel natuurlijk.” Mertens had trouwens opvallend blauwe nagellak aangebracht die beeldig paste bij haar training met dezelfde kleur. “Op de grandslamtornooien denk ik wel eens over na over die zaken”, gaf Mertens toe. “Ik wist niet of ik de tijd ging vinden, om mijn nagels te lakken tussen de trainingen door, maar ik heb het uiteindelijk toch gedaan. Misschien brengt het wel een beetje geluk, die kleur van de regen.”  

David Goffin: “Het positieve onthouden”

Geen stuntwerk van David Goffin (ATP 112) tegen vierde reekshoofd Alexander Zverev (ATP 4). Na een zeer goede eerste set moest hij de wet van de sterkste ondergaan. “Ik had die eerste set kunnen winnen, maar dit was van al onze duels veruit zijn beste prestatie” Goffin hoopt nu op het gras zijn vertrouwen nog wat meer op te bouwen.

David Goffin had een box aanhangers en vrienden uitgenodigd om zijn topaffiche op de Court Suzanne Lenglen tegen Alexander ‘Sascha’ Zverev mee te maken. De grote Duitser, winnaar in Rome, is één van de outsiders voor de titel hier en versloeg in de eerste ronde niemand minder dan Rafael Nadal. In de eerste set hield Goffin, duidelijk meer in zijn sas dan de afgelopen maanden, makkelijk gelijke tred met de opslagbommen lancerende Zverev. Zijn benenspel zat snor, de return zoals gebruikelijk op punt en in de rally voelde hij zich comfortabel. Begin van de tiebreak had hij bij een 2-0-voorsprong even het momentum om die eerste set naar zich toe te trekken. “Ik had daar enkele relatief makkelijke punten die ik niet maakte”, zuchtte Goffin. “Ik ging ervoor. Ik had die eerste set kunnen winnen. Daarna heb ik niet het gevoel dat het minder werd van mijn kant maar het is niet eenvoudig tegen hem, met zijn service en zijn solide vastheid. Het niveau was er, het was zeker geen slechte match, ik moet dat positieve onthouden. Want van alle duels die ik met Zverev heb uitgevochten was dit zonder twijfel zijn beste prestatie.”  

Goffin vertrekt dus uit Parijs met een redelijk oké gevoel. “Het deed alleszins deugd om een goede  wedstrijd te winnen op Roland Garros”, wist hij. “Er waren ook een paar prima zaken tegen Zverev. Ik moet nu niet gaan zweven maar de intenties zaten toch goed. We gaan proberen door te gaan op dat elannetje en trachten alles nog een beetje beter te doen.” Gras is daarbij een ondergrond waarop Goffin wel wat vaart kan krijgen in die wederopstanding. Eerst de kwalificaties van Rosmalen, daarna op de challenger in Ilkley. Veel punten heeft hij niet te verdedigen voor Wimbledon.

Roland Garros zal Goffin zich waarschijnlijk ook nog wel een tijdje herinneren als de plek waar hij mogelijk een cultuurverandering onder de supporters in gang stak. “Ach, ik heb gewoon verteld wat ik voelde na die eerste ronde”, zei de Luikenaar over zijn uithaal over het gedrag van de Franse fans die zelfs een reactie van tornooidirectrice Amélie Mauresmo teweegbracht. “Ik was wel verrast hoeveel spelers, coaches en mensen achter mijn woorden stonden. Ik wist wel niet dat het zulke proporties zou aannemen, tot zelfs maatregelen van het tornooi toe. Maar ik had geen probleem om die dingen bij naam te noemen. En nog minder toen bleek dat ik de steun van een groot deel van de kleedkamer had.”

David Goffin: “Deze doet deugd!”

En dat het deugd deed! David Goffin (ATP 115) stond drie uur en half in een Franse heksenketel waar hij eigenhandig uitkroop om met 4-6, 6-4, 6-3, 6-7, 6-3 de opkomende Giovanni Mpetshi Perricard (ATP 66) en zijn iets te enthousiaste supporters het zwijgen op te leggen. Zalig! Iets minder zalig, zijn tegenstander in ronde twee: Alexander Zverev (ATP 4).

David tegen de 2m03 grote, in bloedvorm verkerende Goliath, alias Giovanni Mpetshi Perricard. Dat alles op een uit zijn voegen barstende baan veertien waar vanaf bal één de decibels de hoogte ingingen, de Marseillaise een keer of drie werd aangeheven en de grens van de sportiviteit werd opgezocht én overschreden. De Belgische tennisfans lieten zich in die voetbalsfeer niet onbetuigd en hadden ook heel wat zaken om zich aan op te trekken. Goffin speelde uitstekend tennis en counterde het zware opslagwerk van Mpetshi Perricard met gemak. “Deze doet deugd”, gaf Goffin toe. “Een wedstrijd ook die ik goed heb gemanaged. Ik had in elke set een break en had dus anderhalf uur vroeger onder de douche kunnen staan. Maar ik ben kalm gebleven, de hele match lang. Na de eerste set vond ik mijn ritme en kon ik alsmaar beter zijn service lezen. Natuurlijk werd ik dan nog af en toe verrast door zijn kracht (Mpetshi Perricard sloeg 22 aces, red) maar in de laatste set had ik twee servicebreaks. Ik had dus nog wat marge.”

Zijn sereniteit gedurende meer dan drie uur was opvallend. Het was nochtans even geleden dat Goffin nog eens zo’n thriller in zijn voordeel kon laten uitdraaien. “Ach, met nog wat meer sereniteit en vertrouwen had ik in drie korte sets gewonnen”, glimlachte hij. “Nu werd het toch nog een beetje een loterij, in zo’n vijfde set. Maar de zege is verdiend.” In een alsmaar pikantere sfeer hield Goffin het hoofd knap koel. Maar nadat hij zijn eerste matchpunt met een mooie backhand langs de lijn verzilverde kwam de opgekropte adrenaline er in één gulp uit. Het vingertje achter het oor was ludiek, de boodschap erachter kwam aan bij de ontgoochelde thuisfans. “Kijk, als je urenlang wordt uitgescholden en zelfs een kauwgom op je krijgt uitgespuwd, dan mag je het publiek nadien wel even met de vinger wijzen, vind ik.” Het debat woedt al een tijdje in Frankrijk, gaan de supporters te ver in hun ‘steun’ aan de thuisspelers? “Zeker!”, was Goffin categoriek. “Het was respectloos. Binnenkort wanen we ons in een voetbalmatch, met rookbommetjes en hooligans die vechten in de tribune. Het begint belachelijk te worden. Er zijn mensen die eerder komen om herrie te schoppen dan om wat ambiance te creëren. In de kleedkamers begint men erover te praten, ook scheidsrechters klagen meer en meer. Het is vooral in Frankrijk een probleem.”

Nog een probleempje van een andere orde, is zijn volgende ronde tegen Sascha Zverev. De Duitse Nadal-killer is in grote doen en één van de outsiders voor de titel op Roland Garros. “Hij is één van de beste gravelspelers van het moment”, wist Goffin. “In het verleden hebben we al heel wat straffe duels gehad. Vorig jaar in Rome nog een goede partij gespeeld. Het zal op een grote baan zijn. En in een betere ambiance, denk ik. Hopelijk geen kauwgom in mijn richting deze keer.”

Elise Mertens: “Slecht weer maar geweldige sfeer”

Het weer was eerder Belgisch dan Argentijns maar toch moest Elise Mertens (WTA 27) diep in haar wilskrachtreserves putten om de felle Maria Loudes Carle (WTA 82), en haar zes setpunten, af te weren. Met 6-3, 7-6 en na 2h24 zwoegen plaatste de Limburgse zich voor een tweede ronde tegen Petra Martic (WTA 81).

Een paraplu was het meest verkochte item op Roland Garros vandaag en dan begrijpt u wel dat de omstandigheden allesbehalve leuk of ideaal waren om te tennissen. Verschillende keren stond het duel tussen Elise Mertens en Maria Lourdes Carle op het punt onderbroken te worden door de aanhoudende miezerregen. Na een relatief vlotte eerste set bleek al dat de 24-jarige Argentijnse over een zwakke tweede service beschikte – niet harder dan 96km/h soms – maar ook een stel goede benen. In de tweede set etaleerde ze haar kwaliteiten nog wat meer door erg weinig fouten te maken waardoor Mertens, die 3-5 achterkwam, mee in de loopgraven moest. Daar kon ze met haar standvastigheid en veel moed maar liefst zes setpunten redden en bij haar derde matchpunt de heroïsche tiebreak met 10-8 naar zich toe te trekken. Classic Elise!

“Het was lang wachten”, lachte Mertens. “Ik was hier om 8h en ondertussen zijn we al 20h. Dat is toch uitzonderlijk. In het begin lag de baan er nog behoorlijk bij en kon ik vlot tennissen maar vanaf de tweede set werden de ballen echt zwaar en begon zij ook veel terug te brengen. Het was niet gemakkelijk maar wel genoeg.” Het deed een beetje terugdenken aan haar tweede ronde vorig jaar op dezelfde baan, tegen de even onbekende en even slecht serverende maar ook even hard knokkende Colombiaanse Camila Osorio. “Klopt”, knikte Mertens. “Ook toen heb ik setpunten moeten redden. En dat lukte ook deze keer, met de hulp van de Belgische fans. Ondanks het slechte weer was de sfeer op dat kleine terrein zalig. Fijn voor het Belgische tennis ook. Wij hebben in ons land geen vrouwentornooi, dan ben ik blij dat de mensen hier zich wat kunnen uitleven.”

Hopelijk kan dit in de volgende ronde opnieuw als Mertens het opneemt tegen Petra Martic. Tegen de 33-jarige Kroatische liet de Hamontse in het verleden een vier op vier optekenen. Een goed voorteken. “Het is even geleden dat ik ertegen heb gespeeld (Miami 2023)”, aldus Mertens. “Ik zal nog eens moeten bekijken hoe zij het aanpakt op gravel. Haar opslag kan goed zijn, dat weet ik wel.” Of Martic goed overweg kan met het Belgische weer, zal nog moeten blijken. Van de Belgische sfeer gaat ze waarschijnlijk wel last hebben.

Greet Minnen: “Ik moet positief blijven, dit was mijn beste gravelmatch”

Geen stuntwerk van Greet Minnen (WTA 85) in haar eerste ronde op Roland Garros tegen vierde reekshoofd Elena Rybakina (WTA 4). Die was met 6-2, 6-3 te sterk maar de Turnhoutse verweerde zich als een duivelin in een wijwatervat.

Greet Minnen had voor aanvang van het tornooi nog gezegd dat ze graag speelt in Parijs omdat de ballen veel snelheid pakken. Dat was vandaag op een uitgeregend Roland Garros – waar het zeil over de Court Suzanne Lenglen dichtging – absoluut niet het geval maar voor één keer speelde die zware omstandigheden in haar voordeel. Tegenover haar stond immers de Kazachse machine Elena Rybakina, Wimbledon-winnares en eigenares van één van de zuiverste slagen van het damescircuit. “Ik heb geen slechte match gespeeld”, wist Minnen. “Ik heb niet zoveel fouten gemaakt, zij maakte gewoon veel punten. In het algemeen was ik tevreden over mijn match, zij was gewoon te sterk. Ik sta nog wel een eindje van dat niveau, maar dat is normaal, zij is het nummer vier van de wereld. We hadden ook een beetje geanticipeerd op de tragere omstandigheden, maar uiteindelijk ging zij er ook goed mee om. Ach, ik moet positief blijven, dit was één mijn beste gravelmatchen. Het was alleen jammer dat ik tegen Rybakina uitkwam in de eerste ronde.”

Over enkele maanden kan Minnen misschien nog eens proeven van het graveltennis, als ze geselecteerd raakt voor de olympische spelen. Met haar ranking moet er wel wat geluk bij komen – nogal wat meisjes moeten afzeggen en niet te veel speelsters mogen haar nu nog voorbijsteken – maar de Kempense zou het graag eens meemaken. “Ik heb het niet meer zelf in handen”, wist Minnen ook. “Ik denk wel dat ik er ergens dicht bij zit. Maar we gaan moeten afwachten. Ik zou het alleszins ongelooflijk mooi vinden. Het was echt een groot doel voor dit jaar. Vorig seizoen had ik nooit gedacht in de buurt te komen. Nu het dichterbij komt zou het fijn zijn om mee te maken, anders moet ik mikken op Los Angeles 2028.” Minnen is een fan van de olympische spelen. “Ik kijk daar altijd naar”, glimlachte ze. “Ik vind het knap hoe andere sporters daar naartoe leven. Bij ons, tennissers, is dat iets minder. Ik kijk graag naar atletiek en turnen, ben een grote bewonderaar van Nafi Thiam en Simone Biles. En ook de Belgische ploegsporten natuurlijk. Ik vind het niet jammer dat het olympisch tennistornooi op Roland Garros plaatsvindt. Uiteraard had ik het graag op een andere ondergrond gezien maar we kennen de plek en de uitstekende omstandigheden. Ik hoop alleszins dat we veel Belgische supporters gaan terugzien.”

Zizou Bergs: “Dit is Zizou 24!”

De zege van de definitieve doorbraak? Daar heeft het alle schijn naar. Zizou Bergs (ATP 102) knokte zich naar zijn allereerste grandslamoverwinning en dat dan nog tegen een reekshoofd, Alejandro Tabilo (ATP 25), killer van Novak Djokovic in Rome! De Limburgse qualifier kan in deze vorm met vertrouwen naar een tweede ronde tegen Maximilian Marterer (ATP 101).

Wie gaf bij 3-6, 2-5 nog een cent voor de kansen van Zizou Bergs tijdens zijn eerste uitje op de hoofdtabel van Roland Garros? Alejandro Tabilo speelde vlotjes terwijl de 24-jarige Peltenaar tegen zichzelf vocht. Zijn tennis wilde maar niet loskomen terwijl de setpunten en de frustratie zich opstapelden. Maar Bergs beschikt gelukkig over een leeuwenhart en begon terug te knokken. Hij weerde maar liefst zes setpunten af en kroop, met de steun van de Belgische fans, dichter en dichter bij zijn Chileense opponent “Ik was eigenlijk alleen op zoek naar mijn niveau”, zuchtte Bergs. “Het was immers niet goed. Stapje per stapje ging het iets beter, maar ik zat toch nog ver. Maar de fans zetten zich erachter. Ik weet wel niet hoe ik die setpunten heb gered. Maar na een tijdje realiseerde ik mij wel dat ook hij niet top was. De omstandigheden waren ook wat anders dan de voorbije dagen.

Zo’n eerste grandslamzege – na twee keer proberen op de Australian Open en één keer op Wimbledon – smaakt zoet. De ontlading was enorm. “Het is ongelooflijk”, grinnikte Bergs. “Ik voel de adrenaline nog een beetje. Ik heb al wel wat ademhalingsoefeningen gedaan, maar het is moeilijk.” Deze overwinning zit dan ook vol symboliek: de eerste dus op Roland Garros, de eerste tegen een speler uit de top 25, waar hoogstwaarschijnlijk ook een plaats in de top 100 aan vastzit. Prachtig. De doorbraak lijkt hiermee helemaal ingezet. “Dit is de Zizou 24!”, zei Bergs. “De Zizou die er eigenlijk in het verleden nooit in slaagde om met matig tennis matchen over de streep te trekken. Maar nu hier op Roland Garros heb ik er zo al twee gewonnen. Dat is de grote switch geweest na mijn polsblessure. Ik ben solide geworden. En dit zijn de zeges die me opnieuw kansen gaan geven om beter te tennissen en nog meer matchen te winnen. Dat is echt wel top!”

Wij, en heel tennisminnend België, kijken dan ook al uit naar zijn volgende ronde. Met de 28-jarige Duitser Maximilian Marterer treft hij een tegenstrever die hij redelijk goed kent – ze speelde drie keer eerder tegen mekaar (2-1 voor Bergs) – en die binnen zijn mogelijkheden ligt. “De deur staat open en aan mij om die weg nu verder te zetten”, klonk Bergs overtuigd. “Hij is linkshandig en agressief maar op gravel speel ik wel graag tegen hem. Een leuke opportuniteit.” Zizou in Parijs is stilaan een heel mooi verhaal aan het worden. “En zeggen dat Roland Garros vroeger mijn minst favoriete grandslamtornooi was”, lachte Bergs. “Maar de sfeer hier is echt zalig. Die kwalificatierondes al, met dat orkest in de tribune. Dat is ongelooflijk. Om dan zoveel Belgen te hebben die mee helpen aan die  ambiance, dat is gewoon heel fijn om mee te maken.”

Alison Van Uytvanck: “Ben ik nog wel goed genoeg? Die vraag stel ik me”

Het ging altijd een moeilijke opdracht worden voor Alison Van Uytvanck (WTA 397), die eerste ronde op een grandslamtornooi sinds de Australian Open 2023. Kwalificatiespeelster Tamara Zidansek (WTA 131) had bovendien al drie matchen in de benen en breidde daar jammer genoeg met 6-2, 2-6, 6-1 een vervolg aan. Voor Van Uytvanck wacht nu het gras.

Van een ITF35 in Hammamet en Bastad naar baan zeven van Roland Garros. Een wereld van verschil. Al zat er door het late aanvangsuur, en de exploten van Zizou Bergs, wel niet zo heel veel volk in de tribunes. Die paar mensen zagen wel dat Alison Van Uytvanck zich helemaal gaf en bij momenten zeker behoorlijk tennis afleverde. Tegen de ervaren en slim spelende Sloveense ontbrak evenwel nog die extra versnelling en een tikkeltje regelmaat om de bovenhand te nemen. “Te veel ups-and-downs”, gaf ook de Brabantse toe. “Heel frustrerend. Want op training lukt het wel. In een match kan  ik dan niet altijd dat niveau vasthouden. Ergens moet ik dat accepteren maar je hoopt natuurlijk dat het wel lukt. Ik ben echt wel teleurgesteld.”

De 30-jarige Van Uytvanck komt nu eenmaal van ver terug. Haar rugproblemen waren en zijn ernstig. Zoiets vergt tijd, en moed. “Die twijfel over mijn toekomst is moeilijk om te dragen”, zuchtte ze. “Ik heb het gevoel dat die meisjes rond de 200ste en 300ste plaats echt wel kunnen tennissen en dat ik er niet meer bovenuit steek, wat vroeger wel het geval was. Mijn lichaam is bovendien oké, maar ook niet meer dan dat. Er zijn altijd kleine kwaaltjes. Ik voel dat ik niet meer van de jongste ben. Dat is allemaal heel frustrerend. Ben ik nog wel goed genoeg? Die vraag stel ik me wel. We zullen zien nu op gras…”

Daar kan het voormalige nummer 37 van de wereld misschien wat vertrouwen, in lichaam en tennis,  opdoen. Ze gebruikt haar ‘beschermde ranking’ alvast voor het WTA-tornooi van Rosmalen en Wimbledon, en begint op het ITF-tornooi van Surbiton. “Op zijn minst zijn er niet zo’n lange rally’s en voel ik me geen Bambi op ijs”, glimlachte Van Uytvanck. “Ik heb ook een inspuiting gehad in mijn knie en heb dus een ander gevoel in mijn bewegingen (op gravel) dan vroeger. Op gras ga ik daar minder last van hebben. Ik zou graag willen dat het sneller gaat. Ik heb niet die ambitie om die kleinere ITF-tornooien te blijven spelen. Hoe vlugger ik daaruit ben, hoe beter natuurlijk. Ik ga het tornooi per tornooi bekijken en als die grotere afspraken achter de rug zijn de balans opmaken. Maar als ik dan nog in die ITF-tornooien zit, dan weet ik het niet…”

Elise Mertens: “Enkelspel is nog steeds mijn prioriteit maar in het dubbel gaan we voor winst”

Een achtste finale tegen Coco Gauff was vorig jaar pas het eindstation voor Elise Mertens (WTA 27) op Roland Garros. Deze editie hoopt ze minstens even goed te doen. Te beginnen met een zege op  Maria Lourdes Carle (WTA 83). “Ze is Argentijns, ze zal dus wel veel ballen terugbrengen”, glimlachte de Limburgse wereldtopper.

Achtste Roland Garros-deelname voor Elise Mertens en dat doet ze nog altijd als reekshoofd. Terwijl ze in het dubbelspel de successen blijft opstapelen – in januari won ze nog de Australian Open – is haar parcours in het enkel iets hobbeliger. In Rome ging ze laatst nog verrassend hard onderuit tegen de Roemeense Begu. In Parijs gaf ze wat tekst en uitleg bij die nederlaag. “Ik zat met een geblokkeerde nek waardoor ik niet fatsoenlijk kon serveren. Als ik opgaf in die wedstrijd mocht ik later op de dag ook niet meer aantreden in het dubbelspel met Su-Wei Hsieh. Vandaar het vreemde verloop van de partij.” Lichamelijk is alles ondertussen terug in orde, maar met vier overwinningen in vier graveltornooien kende de voorbereiding op deze French Open niet de verhoopte vertrouwensopbouw. “Ik ben toch blij dat ik hier nog altijd als reekshoofd sta”, glimlachte Mertens. “Dat zou toch een verschil moeten maken, al weet ik het tegenwoordig niet meer zo goed.”

Opletten wordt het sowieso voor de vrij onbekende Maria Lourdes Carle in ronde een. In Madrid won de 24-jarige Zuid-Amerikaanse nog van Raducanu en Kudermetova. “Ik weet maar weinig van haar”, moest Mertens toegeven. “Ze is niet superjong meer (24) maar ze is wel een opkomende speelster die de laatste maanden toch wat resultaten heeft neergezet. Ik weet niet hoe ze speelt maar als ze een Argentijnse is zal ze wel veel ballen terughalen, hè. Nu, vandaag is het algemene niveau zo hoog dat er geen makkelijke rondes meer zijn.”  

De laatste jaren worden de enkelresultaten van Mertens een beetje in de schaduw gesteld door haar prestaties in het dubbelspel. Voelt de Limburgse zich nu eerder een enkel -of een dubbelspeelster? “Nee, nee.”, was Mertens categoriek. “Enkel is nog steeds mijn prioriteit. Dubbel speel ik enkel op de grandslam -en WTA 1000-tornooien. Ik sta toch nog altijd in de top 30, hè, dat is toch niet slecht?” Verre van maar dit is natuurlijk een gevolg van haar positie aan de top van de dubbelranking en het  bijhorend formidabel palmares. Op Roland Garros kan ze het kwartet van grandslamtitels in het dubbelspel trouwens vervolledigen. “Dat speelt een rol, ja”, gaf Mertens toe. “We hebben er dit jaar al eentje kunnen winnen en Su-Wei (Hsieh) is hier titelverdedigster, we gaan dus zeker voor winst.”

Maar eerst is er dus de start van het enkeltornooi. Gelooft Mertens ergens nog dat ze haar plaats heeft in de top 20? “Ja”, zei ze met een lichte hapering in de stem. “Ik train nog steeds hard, haal nog resultaten en werk nog met plezier aan mijn tennis. Ik moet evenwel meer grote wedstrijden winnen. Een kwartfinale in een WTA 500-tornooi is niet voldoende, ik moet voor de halve finale of finale gaan, als je de top 20 wil halen. Of hier goed presteren natuurlijk. Maar ik heb wel een vierde ronde te verdedigen…dus eigenlijk zou ik beter moeten doen.” 

Greet Minnen: “Cool om tegen Rybakina te spelen” 

Elena Rybakina (WTA 4). Niet direct de naam die je uit de hoed wilt zien komen als je een grandslamtornooi speelt op je minst geliefde ondergrond maar Greet Minnen (WTA 86) wil er op een mooie baan van Roland Garros toch het beste van maken.

Na een verbluffende comeback in 2023 – waarin ze van WTA 229 naar WTA 59 – kende de 26-jarige Greet Minnen dit seizoen de andere kant van de medaille. Het niveau was gestegen, de tornooien sterker en de concurrentie groter. Aanpassen dus. “Het was inderdaad met ups en downs”, gaf de Turnhoutse toe. “Een moeilijke start maar daarna beter gespeeld in Doha en Miami. Waarna ik op gravel niet de resultaten haalde waar ik op had gehoopt. Nu, die ondergrond gaat altijd wel een moeilijk verhaal blijven voor mij. Mentaal was het lastig om dit jaar die successen van 2023 niet meer te herhalen. Vorig jaar stond ik quasi elke week in de halve finale of finale, veel matchen gewonnen. Maar op dit niveau is dat natuurlijk veel lastiger. Mentaal was dat even de knop omdraaien dus. Het accepteren van nederlagen, het erbij neerleggen dat je niet elke week ver zal geraken in een tornooi. Het niveau is anders nu. Ik kan er ondertussen wel wat beter mee omgaan.”

De kans zit erin dat ze hier in Parijs opnieuw uit dat vaatje zal moeten tappen. Wimbledon-winnares Elena Rybakina behoort tot de kanshebbers op de titel aan de Porte d’Auteuil. “Mijn eerste reactie was: dat is niet van de poes”, lachte Minnen. “Maar zo gaat het nu eenmaal. Mijn enige optie om dat soort lotingen te ontlopen is nog verbeteren en reekshoofd worden. Dat gaan we volgend jaar proberen te doen.” De wedstrijd moet natuurlijk nog gespeeld worden. “En gravel is ook niet haar favoriete ondergrond”, wist Minnen. “Maar ze blijft natuurlijk een speelster die ver geraakt in elk tornooi waaraan ze deelneemt. Rybakina speelt erg agressief met een excellente timing, aan mij om voldoende te variëren om haar uit het ritme te halen. Ik moet anderen dingen doen dan gewoonlijk. Ik heb niets te verliezen. Ik speel op een mooie baan met een fijne sfeer. Een ervaring erbij. Het gaat cool zijn om tegen haar te spelen.”

David Goffin: “Ook volgend seizoen speel ik zeker nog. Daarna zien we wel”

Het was een opvallend ontspannen David Goffin (ATP 112) die de pers te woord stond in Parijs. Ondanks rugproblemen, wisselvallige resultaten en een oorontsteking bleek hij toch positief gestemd door Roland Garros. De plek waar hij zichzelf in 2012 aan het grote publiek presenteerde door zich als een lucky loser tot in de achtste finale te hijsen. De 33-jarige Luikenaar begint aan zijn veertiende deelname met een duel tegen de jonge Fransman Giovanni Mpetshi Perricard (ATP 117).

“Ik ben echt blij van hier te zijn”, opende David Goffin zijn discours. “Als ik hier aankom krijg ik altijd een boost in mijn motivatie omdat dit tornooi me zo nauw aan het hart ligt. Ik heb hier natuurlijk ook veel goede herinneringen. Ik voel me alleszins klaar omdat ik de omstandigheden hier zo goed ken. Maar we zullen zien wat dat zal geven.” De tevredenheid van het Belgische boegbeeld hangt vanzelfsprekend ook samen met zijn plek op de hoofdtabel, die kwam er pas op het laatste nippertje. “Bij de start van het seizoen was dat altijd één van de doelstellingen”, wist Goffin. “Ik zit er maar juist bij maar het belangrijkste is natuurlijk dat ik op de main draw sta.”

Zijn recente gezondheidsproblemen klonken nog een beetje door in zijn stem maar Goffin zelf maakte er geen punt van. “Mijn lichaam is oké”, bevestigde hij. “De laatste weken waren wat moeilijker. Ik heb wel enkele dagen in bed doorgebracht in Genève, waar ik een verkoudheid en een oorontsteking heb opgelopen. Maar dat is door nu. Ik zou 100 procent moeten zijn voor mijn match hier.” Enkele procenten meer zou misschien nog beter zijn want de 20-jarige Giovanni Mpetshi Perricard is aan een fameuze opmars bezig. “Ik heb in Antwerpen al eens tegen hem gespeeld (vorig jaar op de European Open werd het 7-5, 6-3 voor de Fransman, red)”. Maar dat was op een supersnelle ondergrond. Hier gaat het anders zijn. Veel zal wel van zijn service afhangen. Hij speelt de finale in Lyon. Het zal dus niet makkelijk worden, zeker niet omdat hij het publiek achter zich gaat hebben. Ik zal vrijuit moeten tennissen, zodat ik hem aan het lopen kan krijgen.”

In geval van een overwinning wacht een gezellig onderonsje met ofwel Sascha Zverev ofwel Rafael Nadal. “Die twee tegen elkaar in de eerste ronde…dat is zot”, glimlachte Goffin. “Dat is de strafste eerste ronde van het jaar! Tegen één van die twee uitkomen in de tweede ronde zou top zijn. Ook al is het natuurlijk een aartsmoeilijke opdracht. Zverev is duidelijk in bloedvorm na zijn zege in Rome terwijl Nadal, na Barcelona en Madrid, toch zijn tennis wat lijkt terug te vinden. Het wordt wel afwachten of hij het fysiek gaat aankunnen. De laatste keer tegen Zverev (halve finale Roland Garros 2022) waren de rally’s al ongelooflijk lang.”

Wat deze Roland Garros ook gaat geven voor Goffin, zijn toekomst ziet hij tegemoet met sereniteit. “Ik ga proberen terug te keren in de top 100”, klonk hij overtuigd. “Ik heb nog wat weg af te leggen maar ik denk wel dat ik het nog in me heb en zelfs het niveau van een top 70 of 80 kan bereiken. Er zit niet veel verschil tussen. Ik heb de laatste weken ook enkele goede matchen gespeeld. Wat uiteindelijk telt is niet zozeer het resultaat maar de manier waarop men verliest. Die nederlagen zijn vaak mijn eigen fout en niet door de sterkte van de tegenstander. Ik ga de zege niet genoeg zoeken. Alles ligt dus nog in mijn handen, heb ik het gevoel, om die tendens tegen het einde van het jaar om te buigen. Het is ook een kwestie van vertrouwen maar tegelijk ook de manier waarop ik vaak de wedstrijden aanvat. Al te vaak begin ik slecht, verlies ik de eerste set, vooraleer nipt onderuit te gaan in set drie. Als ik dat al zou kunnen oplossen.”

Als we het over het einde van het seizoen hebben, spreken we dan ook oer het einde van een carrière? Goffin wordt in september vader en in december 34 jaar. “Ik weet dat enkele generatiegenoten als Dominic Thiem en Diego Schwarzmann er dit jaar een punt achter zetten”, zuchtte de voormalige nummer zeven van de wereld. “Maar dat gaat bij mij niet het geval zijn. Ik ga zeker ook volgend jaar nog spelen. Daarna zullen we zien hoe dat aanvoelt.” We stipten het al aan: samen met vrouw Stéphanie verwacht Goffin binnenkort een eerste kindje. “We zijn in de wolken”, glunderde Goffin. Supercontent. Ik geniet van elke dag, elke week, elke nieuwe stap. In september komt dan de grote verandering.” Een verandering die mogelijk ook gevolgen heeft voor zijn deelname aan de Davis Cup in Bologna. “Ik heb Steve (Darcis) al lang op voorhand ingelicht. Ik heb hem meegedeeld dat het moeilijk gaat worden. Als de baby er nog niet is, zal ik gespannen aan het wachten zijn. En als de baby er wel al is, dan zal ik goesting hebben om tijd met hem door te brengen.”

Zizou Bergs: “Ik voelde mij Murray vandaag”

Een voor grote delen weergaloos spelende Zizou Bergs (ATP 102) werd op het einde van zijn derde kwalificatieronde door tegenstander Mathias Bourgue (ATP 289) en het Franse publiek nog tot een bloeddrukverhogend potje thrillertennis gedwongen maar boekte uiteindelijk oververdiend met 6-2, 7-6 zijn eerste plaatsje op de hoofdtabel van Roland Garros. Daar treft hij 24ste reekshoofd Alejandro Tabilo (ATP 25).

“Toen ze de Marseillaise aanhieven had ik zin om mee te doen!” Zizou Bergs is de man van de grote afspraken en vandaag op een volgepakte Court Suzanne Lenglen had hij zo’n momentje. Tegen de 30-jarige Mathias Bourgue was de Peltenaar lang heer en meester en speelde hij zijn beste kwalificatiewedstrijd van deze week. Bij 6-2, 5-4 voelde hij evenwel de druk van 10.000 Fransen die in zijn nek hijgden en werd het slot plots nog bijzonder spannend. “Het was gewoon irreëel, zo’n match spelen, in zo’n stadion, met zo’n ambiance”, glunderde Bergs na afloop. “Het leek wel op de Davis Cup, maar dan zonder coach op de bank. Hiervoor speel ik tennis! Mijn droom is niet om Roland Garros te winnen, maar wel om in zo’n sfeer te kunnen tennissen. Ik herinner me nog mijn eerste visite hier, ik was nog geen tien jaar. We keken naar het duel tussen Murray en Tsonga op de Lenglen en op een gegeven moment zei ik tegen mijn ouders dat ik wilde vertrekken. Ik kon het niet meer aan. Iedereen was voor Tsonga, én tegen Murray, en ik had echt medelijden met Murray. Wel, daar heb ik vandaag op een bepaald moment aan teruggedacht. En wist ik: nu ben ik Murray.”

Nadat hij op het eind er twee keer niet in slaagde de match over de streep te trekken behield Bergs toch zijn cool. Een duidelijk teken dat hij stappen heeft gezet, meer maturiteit heeft. “Vroeger had ik waarschijnlijk wel mijn racket verbrijzeld”, gaf de Limburger toe. “Vandaag blijf ik rustig. Mentaal ben ik top. Ik voel me sterker, intelligenter. En het klinkt misschien raar maar deze omstandigheden maakten het mij net makkelijker om mijn hoofd koel te houden. Ik zag bij hem immers ook wat nervositeit. Het belangrijkste was vooral dat ik moest accepteren dat het op dat moment misschien niet zo top was maar dat ik enkel die wedstrijd moest binnensleuren.” Wat hij ook deed. Waardoor hij zich meteen ook voor het eerst plaatste voor de hoofdtabel van Roland Garros. Na de Australia Open en Wimbledon nu dus ook in Parijs bij de grote jongens.

De loting was Bergs wel niet helemaal gunstig. Carlos Alcaraz was misschien erger geweest als tegenstrever maar met Alejandro Tabilo krijgt hij toch een Chileen in vorm – hij won in Rome nog van Novak Djokovic – voorgeschoteld.  “Ik ken Tabilo wel een beetje van de challengers”, wist Bergs. “Hij kent dit jaar echt wel zijn doorbraak. Maar een eerste ronde spelen tegen een qualifier is voor hem ook niet eenvoudig. Zeker niet tegen een qualifier die in mijn ogen wel gevaarlijk kan zijn. Hij zal ook wel gezien hebben dat ik tegen Nadal een goede wedstrijd heb gespeeld. En deze zondag heb ik het voordeel dat er heel wat Belgen aanwezig zullen zijn en ik dus het publiek aan mijn kant ga hebben. Ik heb de laatste maanden al enkele grote matchen gespeeld, tegen Nadal, Tsitsipas, Rublev en Shelton. Telkens zat ik er dichtbij om een volgende stap in mijn carrière te zetten. Zondag ga ik weer aankloppen, en hopelijk dat deze keer die deur wel opengaat.”

Alison Van Uytvanck: “Ik heb geen schrik meer om te tennissen”

Niemand die in Parijs met een grotere glimlach rondloopt dan Alison Van Uytvanck (WTA 398). Terugkrabbelend van ernstige rugproblemen speelt ze zondag op Roland Garros voor het eerst weer een grandslamwedstrijd sinds de Australian Open vorig jaar. “Ik ga gestresseerd zijn”, gaf ze al toe.

Bijna tien jaar is het geleden dat de 30-jarige Alison Van Uytvanck haar ‘moment de gloire’ kende op Roland Garros en met een kwartfinale België anderhalve week in de ban hield. Coach Ann Devries staat vandaag nog steeds aan haar zijde maar een decennium aan proftennis heeft wel zijn sporen nagelaten. Van Uytvanck kende de laatste twee jaar heel veel rugproblemen en is sinds enkele maanden bezig aan haar laatste comebackpoging. “Mijn lichaam is nu min of meer in orde”, zei de Brabantse. “Ik heb hier en daar wat kwaaltjes maar ik heb geen schrik meer om te tennissen.”

Van Uytvanck heeft begrijpelijk diep gezeten. “We hebben veel getwijfeld. Of ik nog wel zou kunnen terugkeren? Of ik nog wel een behoorlijk niveau zou kunnen halen? Ik heb veel getraind maar als je dan na enkele maanden wéér een terugval krijgt, en je weer opnieuw moet beginnen, dan wordt het moeilijk.” In december onderging ze een zware ingreep om die laatste strohalm te grijpen. “Ik heb zes hete, dikke naalden in mijn rug gekregen en daarlangs werd dan heel veel koud water ingespoten”, legde Van Uytvanck uit. “Om zo de zenuwen min of meer te verdoven. Het was zeer pijnlijk. Temeer daar ik wakker moest blijven tijdens de ingreep. Die verdoving zou een jaar moeten werken. Voorlopig gaat het goed.”

Logisch dus dat Van Uytvanck superblij is om opnieuw deel te nemen aan het grootste graveltornooi ter wereld. Zeker ook omdat ze de laatste weken via de kleinere ITF-tornooitjes aan de weg terug heeft getimmerd. In Hammamet (W35) pakte ze zelfs de titel, maar een lachertje was dat niet. “Het was vreselijk”, lachte Van Uytvanck. “Het is echt back to basics. Dat wordt ook een beetje onderschat. Je bent het gewoon dat alles goed geregeld is, dat je water krijgt als je gaat trainen bijvoorbeeld. Wel, daar kreeg je geen water. Je krijgt nooit nieuwe ballen. Op mijn leeftijd dacht ik echt: ‘Fuck, wat ben ik hier aan het doen?’ Eerlijk, als mijn vrouw niet mee was dan ben ik niet zeker dat ik naar Tunesië was afgereisd. De motivatie vinden om, na de carrière die ik gehad heb, die kleinere tornooien af te schuimen is pittig.”

Nog iets dat Van Uytvanck geleerd heeft uit die laatste maanden is dat de concurrentie op het circuit moordend is. “Iedereen kan tennissen”, zei ze. “Zelfs de meisjes die 300ste of 400ste staan. Het is moeilijk om terug in die top 100 te geraken, hè.” Een mogelijke binnenweg is natuurlijk een goede prestatie op Roland Garros en de andere grote tornooien waarin ze haar beschermde ranking nog kan gebruiken. “Er resten mij nog vijf WTA-tornooien en twee grandslamtornooien, en daar ik zoveel mogelijk op gras ga spelen, ga ik die daar gebruiken.” Maar eerst dus hier in Parijs, waarin ze zondag een tegenstandster uit de kwalificaties treft. “Ik ga gestresseerd zijn”, wist Van Uytvanck. “En het gaat mentaal zwaar worden om daar mee om te gaan, maar ik ga wel alles geven.” Met de glimlach.  

Zizou Bergs: “Emoties zijn moeilijk te controleren als je mijn karakter hebt”

De ene was ontgoocheld door de nederlaag, de andere door zijn wisselvallig niveau. Dat krijg je als twee Belgische vrienden tegen elkaar spelen in een tweede kwalificatieronde, daar komen geen winnaars uit. Zizou Bergs (ATP 102) klopte desalniettemin Joris De Loore (ATP 198) en staat op één zege van de hoofdtabel van Roland Garros.

De wedstrijd op een rumoerige baan acht – op het naastgelegen Court Suzanne Lenglen zorgde het afscheid van Diego Schwarzmann voor veel lawaai – was even instabiel als het weer. Zon en regen zaten voortdurend elkaar de loef af te steken. Bij Zizou Bergs en Joris De Loore was het niet anders. Na een goede eerste set maakte de West-Vlaming gretig gebruik van een Limburgse terugval waarna de derde set een gevecht tegen de elementen, de emoties en de spanning werd. Bergs zegevierde maar kon daar achteraf niet blij om zijn. “Het was een bijzonder moeilijke wedstrijd”, zuchtte hij. “Ik had flink wat last van nervositeit. Dat ik tegen een toen heel sterke Joris in Lille had verloren, was blijkbaar toch in mijn hoofd gekropen. Ik was de hele match eigenlijk nooit helemaal in mijn sas. Kon nooit echt mijn speelstijl ontplooien. Bij momenten wel, anders kan je zo’n match niet winnen, maar al bij al te weinig.”

Joris De Loore kon dat onderschrijven. “Het was een close match”, zuchtte hij op zijn beurt. “In de derde set was er één minder spelletje van mij en hij bleef redelijk constant in zijn servicegames. Mijn opslag was dan weer iets te wisselvallig, daar heb ik het wat laten liggen. Ik had in de derde set ook misschien nog een tandje bij moeten steken, zoals ik op 4-5 begon te spelen (De Loore kreeg nog een breakpunt). Spijtig.” Bergs trachtte dan weer het positieve te zien na zo’n gevecht in zijn hoofd. “Ik ben kritisch voor mezelf en ben niet tevreden met hoe ik die tweede set mentaal verteerd hebt. Derde set stond ik er wel maar toch met iets te veel emoties. Nu, emoties zijn moeilijk te controleren als je zo’n karakter hebt als het mijne. Nu, ik denk dat je in de kwalificaties altijd zo’n wedstrijd nodig hebt.  Eentje waarin je stress hebt, waarin je graag beter zou tennissen maar ook eentje dat je weet dat de kans groot is dat het beter gaat worden in de volgende ronde.”

In die kans om voor de eerste keer naar de hoofdtabel van Roland Garros te gaan neemt hij het op tegen de 30-jarige Fransman Matthias Bourgue (ATP 289). “Tegen hem ik lang geleden (2018) eens gespeeld maar heb ik geen recente ervaringen mee. Qua affiche best een interessante loting”, moest Bergs toegeven. “We gaan er alles aan doen om de beste versie van mezelf op de baan te krijgen.”

Zizou Bergs: “De druk houdt me lekker scherp”

Opdracht volbracht voor Zizou Bergs (ATP 102). Op 67 minuten snelde hij in Parijs met 6-1, 6-1 voorbij de Franse wildcard Clement Chidekh (ATP 280). Een Belgisch onderonsje met Joris De Loore (ATP 198) volgt in de tweede kwalificatieronde van Roland Garros.

Hij was in zijn nopjes, Zizou Bergs. Lekkere start van zijn kwalificatiecampagne in Parijs. “Ik kende hem (Chidekh) van de hardcourttornooien eind vorig jaar en daar stond hij goed te spelen en presteren. Ik mocht hem dus zeker niet onderschatten. Nu, gravel ligt hem iets minder als ondergrond. En daarom heb ik net iets meer graveltennis in mijn tactiek gesmokkeld, iets ruimer gespeeld ook, om het hem nog oncomfortabeler te maken. En dat heb ik heel goed uitgevoerd. Enkel mijn opslagpercentage (41%) was misschien wat aan de lage kant, maar het is altijd goed dat ik nog beter kan doen.”

In de volgende ronde is dat misschien wel nodig dan wacht voor de 24-jarige Bergs, pas aan zijn derde Roland Garros bezig, een vriendenduel met Joris De Loore. Derde keer dit jaar al (Australian Open, Lille, Roland Garros) dat de twee tegenover elkaar staan. “In Lille hebben we een ongelooflijk gevecht gehad”, aldus Bergs. “We zijn aan elkaar gewaagd, maar we hebben nog niet tegen elkaar gespeeld op gravel, zelfs nog nooit getraind. Dus moeten we eens bekijken hoe we het gaan aanpakken.”

Fysiek is Bergs alleszins gerecupereerd nadat hij vorige week in Bordeaux op het laatste moment verstek gaf, en dat ondanks dat hij daar in de wijnstreek maar één zege nodig had om een plaatsje voor Wimbledon en in de top 100 van de wereld af te dwingen. “Rome was pittig geweest”, gaf de Limburger toe. “Ik zat daar elke dag op een ‘highlight reel’ te leven. Ik vond de vibe in Italië al direct zalig en dan mocht ik nog tegen Nadal. Een droom! Daarna was Bordeaux een flinke decompressie. Ik kreeg allerlei signalen dat het moeilijk ging worden. Ik had geen energie om te trainen en had last van  een heleboel kwaaltjes. Een dag voor de wedstrijd voelde ik dan nog iets aan mijn buikspieren, die ik anderhalf jaar geleden gescheurd heb, en toen was wel duidelijk dat de stekker eruit moest. Ik wist wat er op het spel stond maar ik ben wel blij dat mijn team met mij meedacht en bevestigde  ‘sometimes less is more’. Een heel verstandige keuze uiteindelijk.”

Zijn ranking en prestaties de laatste weken zorgen vanzelfsprekend wel voor heel wat verwachtingen, in Pelt en ver daarbuiten. “Zeker als je drie sets speelt tegen Nadal ziet iedereen jou natuurlijk al gekwalificeerd in Parijs”, glimlachte Bergs. “Maar zo werkt het niet, hè, er zijn hier veel jongens die net hetzelfde nastreven. Maar ik heb niet veel last van de druk. Die druk houdt me lekker scherp en zorgt ervoor dat ik mezelf kan pushen. Ik ben er eerder dankbaar voor.”

Na jonge Est oude bekende voor triomferende De Loore

Prima prestatie van Joris De Loore (ATP 198) in zijn eerste kwalificatieronde op Roland Garros. De jonge Est Mark Lajal (ATP 207) werd met 6-2, 6-3 het kind van de rekening. Met Zizou Bergs krijgt de West-Vlaming nu met een oude bekende te maken.

Joris De Loore mocht van alle Belgische deelnemers de spits afbijten op Roland Garros. Op baan twaalf maakte hij het zichzelf makkelijk door uitstekend te starten en sterk te eindigen. De talentvolle Mark Lajal zag het met lede ogen aan. “Het was zeker oké”, vond ook De Loore. “De laatste dagen heb ik terug een redelijk niveau gehaald. Ben dan ook blij dat ik deze match ‘sec’ heb kunnen binnenhalen. Ik ben alleszins heel tevreden van mijn wedstrijd. Hij is immers een gevaarlijke speler, en dus was het op voorhand niet simpel.”

Ook niet simpel, ronde twee tegen Zizou Bergs. Derde keer dit jaar al. “Een tweede keer in een grandslamtornooi (op de Australian Open was Bergs de beste, red)”, aldus De Loore. “Langs de ene kant spijtig want we willen voor mekaar ook dat we allebei die hoofdtabel halen maar sowieso gaat er al één Belg naar de laatste ronde, hè. We kennen mekaar goed, dat maakt het zeker niet makkelijk. We zullen zien wat het op gravel geeft.”

De Loore kende zeker niet de perfecte voorbereiding op deze French Open. Verkalking aan de knie en niet zo heel veel overwinningen zorgde voor een geaccidenteerd gravelseizoen. “Ik heb wel wat pech gehad”, legde hij uit. “Goede wedstrijden gespeeld maar zonder succes. In Portugal (kwartfinale in Oeiras) was mijn niveau wel opnieuw behoorlijk. Ik had dan ook wel hoge verwachtingen bij de start van dit kwalificatietornooi.” Nochtans is dat al de tiende keer dat De Loore meedoet aan die plaatsingswedstrijden van een grandslamtornooi, nooit eerder wist hij die succesvol af te ronden. “Ik ben er wel een paar keer heel dicht bij geweest”, gaf hij mee. “Het zal ooit wel eens in orde komen, hè.”